De verzoening door de Here Jezus Christus
De verzoening door de Here Jezus Christus én op Zijn komst voor de Gemeente.
De Here heeft in vers Mat 26: 29 gezegd:
’Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk mijns Vaders.’
Lezen: Handelingen 1:4-11
In de verzen 10 en 11 lezen wij;
’En toen zij naar de hemel staarden, terwijl Hij henenvoer, zie, twee mannen in witte klederen stonden bij hen. Die ook zeiden: Galileese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen.’
Veel mensen, die meestal heel weinig aan het christelijk geloof doen, maken zich op dit moment, terwijl wij hier bijeen zijn, op om naar de kerk te gaan. Eén maal per jaar gaan velen naar de kerk om een kerstnachtdienst mee te maken maar het zijn ook meestal dezelfde mensen die Goede Vrijdag en Pasen beschouwen als een extra vakantie, die dit dan de voorjaarsvakantie noemen om er op uit te gaan. Wie kerst ’in stijl’ wil vieren zal nog veel meer werk van Goede Vrijdag en Pasen moeten maken want voor die twee gebeurtenissen is de Here op aarde gekomen, de mensheid vrij van de zonde, van satan, te maken én straks mee te nemen naar zijn hemelse heerlijkheid.
Lezen: Psalm 83:1-9
’Een lied. Een psalm van Asaf. O God, houd U niet stil, zwijg niet en blijf niet werkeloos, o God. Want zie, uw vijanden tieren, uw haters steken het hoofd op;
Ondanks vele mooie beloften gaan de Arabieren door met aanslagen en moordpartijen ten opzichte van het volk Israël, de Hamas heeft het verzoeningsgebaar van Arafat afgewezen en wil doorgaan met aanslagen en moordpartijen.
De satan weet dat hij maar weinig tijd heeft, misschien denkt hij in zijn hoogmoed wel dat hij de Here God opnieuw kan dwarsbomen, zoals op het moment dat hij vanaf aartsengel viel als satan.
De drijvende macht achter Israëls’ tegenstanders, de Arabieren, is satan, dit is o.a. te zien in de beestachtige moordpartijen die men doet en er tijdens interviews om de waarheid heen kletst. Israël staat m.i. vlak voor de grote verdrukking en daar voorafgaande het schijnvrede tijdperk onder de antichrist. Zij smeden een listige aanslag tegen uw volk en beraadslagen tegen uw beschermelingen. Zij zeggen: Komt, laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht.
De PLO, onder andere, heeft tot op deze dag in haar handvest te staan dat Israël in de zee gedreven moet worden. In de ogen van de Arabieren is er geen plaats voor het volk van de Here God, dit tekent de kracht achter de zonen van Ismaël, de Arabieren. Het zijn niet alleen de Arabieren vlak bij, de z.g. Palestijnen, maar ook de andere volkeren, zoals Irak, Iran, Syrië, enz. En het zijn juist deze landen welke atoomwapens bezitten, deze landen hebben wapens gekocht van Russische militairen en geleerden die maandenlang geen salaris ontvangen hebben in vele gevallen. Een Russisch generaal heeft eens gezegd dat zijn land beter op de aardappelen past dan op de kernraketten, deze zijn in alle stilte door militairen verkocht aan Islamitische staten verkocht.
Als de Here niet in zou grijpen werd er inderdaad niet meer aan Israël gedacht, werden ze uitgeroeid!
Want zij hebben eensgezind beraadslaagd, tegen U een verbond gesloten:
De tenten van Edom en de Ismaelieten, Moab en de Hagrieten, Gebal, Ammon en Amalek, Filistea met de inwoners van Tyrus; Zelfs Assur heeft zich bij hen gevoegd, zij zijn de zonen van Lot tot steun.’ Psalm 83:1-9
De Arabieren hebben tegen de Here een verbond gesloten, ze willen het land en de stad van de Heer tot zich toe eigenen en daar ’hun’ islamitische wetten invoeren. Aan de islamieten zien wij dat wettisch zijn, de wet van de religie volgen mensen tot extreme dingen leidt. In de naam van hun afgod worden jaarlijks duizenden mensen vermoord, onderdrukt en verdreven van huis en haard. Een ’geestelijke wet’ kán een hulpmiddel zijn om te leven naar de wil van de Here God, maar dit lukt alleen als het onder Zijn leiding plaats vindt. Zonder Hem wordt een wet een dode letter, koud en kil en wie die wet niet wil of kan volgen wordt gedood of vervolgd.
Daar komt het gevaar van ’uitbreiding’ van de wet bij, de verschillende moslimsekten voerden elk hun eigen wetjes en regeltjes in, de bevolking in die gebieden wordt daar geestelijk en maatschappelijk ’gewurgd’. Denk maar eens aan Iran, Afghanistan, enz. vrouwen werden op straat mishandelt, mannen handen en voeten afgehakt, enz. Maar niet alleen de moslims zijn wreed in hun optreden, ook de Joden ten tijde van de Here Jezus ervoeren Hem als een bedreiging, de door hen uitgebreide wetten werden door de Here onderuit gehaald. Hun wettischisme was een lege, ongenadige huls, zonder de levende God geworden, de leer werd belangrijker dan de Heer.
Galaten 4: 21-31
’Zegt mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet?’
Wie onder de wet wil staan heeft heel weinig vrijheid, kan zelfs vanwege angst voor het oordeel niet uit zien naar de komst van de Here Jezus Christus.
Terwijl de tijd dringt, denken zij die de wet volgen alleen maar aan het hier en u, de toekomst is te beangstigend.
’Er staat immers geschreven, dat Abraham twee zonen had, één bij de slavin en één bij de vrije. Maar die van de slavin was naar het vlees verwekt, doch die van de vrije door de belofte. Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen: de ene van de berg Sinaï, die slaven baart, dit is Hagar.’
Met slaven wordt hier bedoeld dat het slaven van de zonde, van satan zijn.
In de huidige tijd zijn zowel de Joden, als ook de Ismaëlieten slaven van de zonde, met deze uitzondering; Israël is uit ’de vrije’ geboren terwijl de nakomeling van Ismaël uit de slavin zijn. Zie het volgende vers, waar wij lezen:
’Het [woord] Hagar betekent de berg Sinai in Arabie. Het staat op een lijn met het tegenwoordige Jeruzalem, want dat is met zijn kinderen in slavernij.’
Op het moment dat de nakomelingen van Abraham, de Joden, als ook de nakomelingen van Ismaël de Here Jezus Christus aannemen als verlosser komen ze in de vrijheid te staan. Evenals de mensen uit de Heidenen die in Christus Jezus verlost zijn van de slavernij.
’Maar het hemelse Jeruzalem is vrij; en dat is onze moeder. Want er staat geschreven: Verheug u, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij die geen weeen kent; want talrijker zijn de kinderen der eenzame dan van haar, die een man heeft’.
Het is dus niet belangrijk uit welke moeder wij zijn geboren, het is belangrijk dat wij toebehoren aan het hemelse Jeruzalem, door de verzoening van de Here Jezus Christus. Ook de kinderen uit de Heidenen zijn mensen der belofte geworden, door de Grote zoon van Abraham, de Here Jezus Christus, niet uit verdienste maar louter uit genade.
Wij lezen:
’En gij, broeders, zijt, evenals Isaak, kinderen der belofte.’
’Maar zoals destijds hij, die naar het vlees verwekt was, hem, die naar de geest verwekt was, vervolgde, zo ook nu.’
Tot op de dag van heden vervolgen de zonen van Hagar, Ismaël, de zonen van Izaäk, de zonen van de belofte.
Op dit moment staat bij wijze van spreken een vulkaan op het uitbarsten in het Midden-Oosten. De Joden leven heden ten dage, in de meerderheid, zonder de Here Jezus Christus en zijn ze nog slaven van de zonde. Wel is er een cruciaal verschil; de Joden hebben de belofte aan Abraham gegeven, en de zonen van Hagar de slavin worden gedreven door de duisternis om Israël te vernietigen, te voorkomen dat de Here eenmaal met Zijn volk verder zal gaan:
’Maar wat zegt het schriftwoord? Zend de slavin weg met haar zoon, want de zoon der slavin zal in geen geval erven met de zoon der vrije.’
Als wij het Oud Testamentisch bekijken zien wij dat de belofte alleen aan Israël is gegeven, eenmaal zal de Here Zich aan Israël openbaren als haar Man, de Here God zal weer rechtstreekse bemoeienis met Zijn volk hebben. Wat het genadeverbond betreft is de Gemeente van Christus óók mede-erfgenaam, wél met een andere belofte, een hemelse die is gegeven aan allen die de Here Jezus Christus als Verlosser hebben aanvaard. Deze genade heeft niets met afkomst te maken, zowel Israëlieten als Moslims en andere Heidenen zijn kinderen van een ’vrije’, kinderen van Abraham in geestelijke zin omdat ze de beloofde Verlosser in hun leven toegelaten hebben. Dit genadeaanbod is voor elk mens, er wordt door de Here geen uitzondering gemaakt, de apostel zegt dan ook:
’Daarom, broeders, zijn wij geen kinderen ener slavin, maar van de vrije.’
Die vrijheid mogen wij vanavond gedenken, wij denken vanavond niet aan het kerstfeest dat voor de deur staat, maar aan het doel waarvoor de Here Jezus Christus op aarde is gekomen. Hij kwam naar de aarde om de mensheid met God te verzoenen, dát was de hoofdreden van Zijn komst op aarde en het werd des te zwaarder gemaakt voor Hem omdat juist uit de kring van vertrouwelingen het verraad kwam:
Lezen: Mattheus 26: 17-25
’Op de eerste dag van het feest der ongezuurde broden, kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden: Waar wilt Gij, dat wij toebereidselen maken voor U om het Pascha te eten? Hij zeide: Gaat naar de stad tot die-en-die en zegt tot hem: De Meester zegt: Mijn tijd is nabij; bij u houd Ik met mijn discipelen het Pascha. En de discipelen deden, zoals Jezus hun had opgedragen, en zij maakten het Pascha gereed. Toen het avond geworden was, lag Hij aan met de twaalf discipelen. En terwijl zij aten, zeide Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat één van u Mij verraden zal. En zeer bedroefd, begonnen zij, een voor een, tot Hem te zeggen: Ik ben het toch niet, Here? Hij antwoordde hun en zeide: Die zijn hand met Mij in de schotel heeft gedoopt, die zal Mij verraden. De Zoon des mensen gaat wel heen gelijk van Hem geschreven staat, doch wee die mens, door wie de Zoon des mensen verraden wordt. Het ware voor die mens goed geweest, als hij niet geboren was. Judas, zijn verrader, antwoordde en zeide: Ik ben het toch niet, Rabbi? Hij zeide tot hem: Gij hebt het gezegd.’
Judas liet zich gebruiken door satan, Judas verwachtte dat de Here Jezus als koning zou regeren over Israël, de Romeinen uit het land zou schoppen en dat hij een top-positie zou krijgen. De Here zegt hier dat het voor een mens beter geweest zou zijn dat hij niet was geboren als hij de Here zou verraden, is het ook niet zo dat mensen die zelfde zonde begaan als ze de Gemeente van de Here vervolgen? Neem nu eens de Islamieten die zeggen dat ’God geen Zoon heeft’, met andere woorden dat verlossing door de Here Jezus niet mogelijk is?
De satan heeft, zonder te beseffen, zijn eigen ondergang in de hand gewerkt door de Here te laten vervolgen en te kruisigen door mensen die slaaf van de zonde waren.
Satan beseft niet dat hij wéér meewerkt aan de plannen van de Here God, door Israël te verdrukken brengt hij de finale eindstrijd op gang, een eindstrijd die uitloopt op een totale overwinning voor de Here in twee fasen:
1e fase:
De Gemeente wordt weggenomen.
2e fase:
Israël zal haar Schepper en God accepteren na een tijd van verdrukking en nood.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.

