David in de spelonk van Adullam

David in de spelonk van Adullam. (1 Sam. 22:1/2)


David ging vandaar weg en ontkwam naar de spelonk van Adullam. Toen zijn broeders en zijn gehele familie dit hoorden, kwamen zij daar bij hem. Ook voegde zich bij hem ieder die in moeilijkheden verkeerde, ieder die een schuldeiser had, ieder die verbitterd was, en hij werd hun aanvoerder. Zij bleven bij hem, ongeveer vierhonderd man


David is, zoals waarschijnlijk wel bekend is, een type van Christus. Zijn naam betekent geliefde, dat verwijst bijvoorbeeld naar Christus, de geliefde Zoon. Verder was hij, evenals Christus, de man naar Gods hart. Ook in de verzen uit 1 Sam. 22 die hierboven zijn vermeld blijkt dat hij een beeld van de Here Jezus is.


David was door Samuel tot koning gezalfd (1 Sam.16), maar hij regeerde nog niet, Saul was immers aan de macht. Dit geeft de huidige situatie weer: de Here Jezus is reeds gezalfd, Hij oefent Zijn koningschap echter nog niet uit. Er is op dit moment een andere overste van deze wereld die regeert. Er zal echter een tijd komen dat de Here Jezus, net als David, daadwerkelijk zal regeren. Dit zal aanvangen aan het begin van het duizendjarig rijk, dan zal hij vanuit Jeruzalem (vgl. David!) regeren over de hele aarde.


Een andere parallel tussen David en de Here Jezus is, dat er terwijl David nog niet zichtbaar koning was, zijn broeders en familie bij hem kwamen schuilen in Adullam (= bergvesting of afgesloten plaats). Zij deelden in de verwerping en het lijden van David. ze werden daardoor ook vijanden van Saul die hen vervolgde. De Here Jezus heeft tegen Zijn discipelen gezegd dat ze in de wereld verdrukking zouden ondervinden als ze Hem zouden volgen, dat geldt ook voor ons. Kiezen voor Christus betekent direct kiezen tegen de overste van deze wereld. Maar als we bereid zijn te delen in Zijn lijden zullen we in de toekomst mogen delen in Zijn verheerlijking!


Behalve de broeders en familie van David waren er ook allerlei andere mensen die in de problemen zaten en die hun toevlucht, hun heil zochten bij David. Hierin zien we opnieuw een parallel met Christus. Ook in onze tijd zijn er mensen die vermoeid en belast zijn, die beseffen dat er bij de meerdere van David verlossing en bescherming is. Deze mensen waren van harte welkom bij David. De Here Jezus zal ook nooit iemand die zijn toevlucht bij Hem zoekt afwijzen, we mogen met al onze nood en ellende tot Hem komen. Hij zal ons altijd accepteren zoals we zijn.


Bij David in de spelonk van Adullam waren de mensen veilig. Wij moeten ook leren te schuilen bij Christus onze Rots, onze Schuilplaats dan zijn we veilig. Zorgen zullen er zijn, maar hij wil ons, als we ons op Hem verlaten, a.h.w. boven de moeilijkheden uittillen, zodat we op een andere wijze naar onze moeilijkheden kunnen kijken. We beseffen dan dat Hij overal van weet en alles in Zijn hand heeft. Dat geeft rust in het hart, ook al zijn de zorgen nog niet voorbij. Zie Nahum 1:7  “De HERE is goed, een sterkte ten dage der benauwdheid; Hij kent hen die bij Hem schuilen”.


David werd hun aanvoerder. Christus is onze Aanvoerder, Hij is onze Herder de Overste Leidsman. Hij is het hoofd van de gemeente en vanuit het hoofd wordt het hele lichaam, alle nt gelovigen, aangestuurd. Wij horen achter Hem aan te gaan zoals een lied zegt: “wandel maar stillekens achter Hem aan”. Wij moeten ons leven dagelijks stellen onder Zijn gezag, zoals de mensen in Adullam de leiding van David zochten en accepteerden.


De broeders, familie van David en al de andere mensen die naar David waren gevlucht bleven bij hem. Dat wij elke dag getrouw zullen zijn aan onze Aanvoerder. We hebben nog wel eens de neiging onze eigen weg te gaan, zonder Hem er bij te betrekken.  Er wordt op alle mogelijke manieren aan ons getrokken, we kunnen meegezogen worden in een verlangen naar meer materiele welvaart,  hobby’s, etc. Deze zaken kunnen dan belangrijker worden dan onze relatie met Christus, we blijven niet meer bij Hem. Op zichzelf is materiele welvaart of een hobby natuurlijk niet verkeerd, het gaat er om hoe we er mee omgaan. Het moet geen afgod voor ons worden, dus iets wat ons van God aftrekt.


De mensen die hun heil bij David hadden gezocht  werden door David omgevormd tot een groot leger. Dit leger wordt zelfs een leger Gods genoemd in 1 Kron. 12:22. Wij mogen als christenen deelnemen aan de strijd onder Zijn aanvoering, samen vormen we een groot “leger”. Wij horen de “goede strijd” te strijden. We moeten strijden met de wapenrusting aan (Ef. 6:10 e.v.). Zie ook 2 Tim. 2:4 ’Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud, hij heeft (slechts) hem te voldoen, door wie hij aangeworven is’.


 

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.