Theologische kennis en geloofskennis

Theologische kennis en geloofskennis,
of wel,
de oecumene van het hart

Uw geleerdheid brengt u tot razernij.
In dit schrijven probeer ik op eenvoudige wijze een moeilijk onderwerp enigszins duidelijk te maken omdat de afval van het Woord van God langzamerhand héél dicht bij komt. Bekende sprekers en bijbelleraren, zoals Dr. Dr. Prof. W. Ouweneel, H.P Medema en Dato Steenhuis zijn een splijtzwam geworden in Evangelisch Nederland, vooral bij hen die zichzelf als ’intellectueel’ betitelen. In hun kielzog gaan o.a. de E.O en de Evangelische Hogeschool mee en wie het niet met hen eens is wordt als een stakker gezien die ’het niet begrijpt’. Men gebruikt een ’meetlat’ die niet op Bijbelse gronden verdedigd kan worden, áls de Bijbel in z’n waarde wordt gelaten. (Hier schort het aan want men maakt tegenwoordig een scheiding tussen de geloofsbeleving en de theoretische theologie) De wijsbegeerte en de filosofie zijn de Gemeente van Christus binnen geslopen, en vanuit de theorie die men heeft bedacht zijn de zaken totaal op de kop gezet. 

Tot voor enkele jaren geleden was het ’fundamentalist zijn’ een aanbeveling binnen de evangelische beweging, de fundamentalist bouwde zijn geestelijk huis op het fundament, de Bijbel. Nu, door toedoen van de ’scheiding der geesten’, blijkt een fundamentalist ’plotseling’ zijn geloof op de Verlichting, op de ratio (het verstand) gericht te hebben. Tijdens de Verlichting in de vorige eeuw werd de Bijbel beschouwd vanuit  menselijk, rationeel denken en momenteel beweren de z.g.n. ’filosofen’ dat juist zij de Bijbel in juiste verhoudingen zien en dat de fundamentalist op de ratio, het verstand, steunt. Wereldwijd komen deze problemen momenteel voor, de (gesloten) ’Vergadering der Gelovigen’ in Nederland ondergaat op dit moment de ene scheuring na de andere, in Amerika laten complete Pinkstergemeenten zich als lid inschrijven bij Oosters Orthodoxe Kerken vanwege de mystiek. De Paus moeten we volgens de nieuwe trend van de ’Oecumene van het hart’ als broeder erkennen, dat wil zeggen dat we oecumenisch, één, kunnen zijn met allen die Christus Jezus als Heer erkennen. Op zich is hier niets op tegen maar er steekt een addertje onder het gras, als ik ’Oecumenisch’ één ben met iemand bestaat de kans dat ik zijn ’theologisch inzicht’ niet kan en mag accepteren. Zo geloof ik, op grond van de woorden van de Here Jezus, dat een mens alleen door Zijn offerdaad behouden kan worden maar een katholieke priester zegt, op grond van de Katholieke catechismus dat er nog iets bij moet! Dus naar mijn hart ben ik het met hem eens en theologisch mág ik het niet met hem eens zijn en daarom heeft men ’geloof’ en ’theologie’ van elkaar gescheiden op een filosofische wijze! Dáárom zien we regelmatig kardinalen en andere Roomse leiders in E.O-programma’s, we zijn toch vanuit ons hart met elkaar eens niet waar? Een groot aanhanger van deze dwaze filosofie is o.a. Ds. Arie Ter Veer, de voorzitter van de E.O.

Wie scherp oplet zal ontdekken dat vele, vele, leiders in de evangelische beweging naar deze kant neigen en niet alleen de evangelische, ook reformatorische voormannen zijn als een blad aan de boom omgedraaid. Neem nu eens Ds. Hegger, een ex-priester van de Roomse Kerk, vroeger was hij een echte hater van de Roomse kerk, maar sinds twee jaren is hij totaal veranderd, hij wordt zelfs ontroerd als hij de Paus zijn verontschuldigen hoort uitspreken. Ook hij maakt een verschil tussen de theologie en de ’Oecumene van het hart’. Het tij kan keren, we staan vlak voor de komst van Christus en rechtzinnige mensen veranderen, maar niet ten goede. Het klinkt vroom en rechtzinnig, men gebruikt nog steeds de oude termen maar heeft daar een filosofische en wijsbegerige draai aan. Wie meer wil weten over deze zaken kan de brochure, ’Wat is er aan de hand in de Evangelische Wereld?’, bestellen door contact op te nemen met A.P. Geelhoed, Sleedoornlaan 1, 4334 CB Middelburg. (0118-611545)

De afval komt van binnenuit.
Tot voor kort verwonderde ik mij over de razendsnelle veranderingen binnen de z.g.n. ’evangelische beweging’, ik kon er met mijn verstand niet bij hoe het mogelijk kon zijn dat betrouwbare mensen plotseling omdraaiden als een blad aan de boom. Neem nu eens de Evangelische Omroep, sinds een aantal jaren is deze een anti-getuigenis geworden van het zuiverste water. Ene ’Otto’ presenteert programma’s waarvan de tenen gekruld in de schoenen staan, wie goed oplet ziet een ’internet E.O’, een ’televisie E.O’ en een ’radio E.O’. Op het internet komt de E.O luid en duidelijk op voor de pinksterbeweging en ondersteund het Flevo-festival in woord en daad. Wie naar de radio luistert hoort daar hoogdravende theologie en als we naar de Tv kijken vragen we ons welke omroep het nu werkelijk is. De E.O is verworden tot een religieuze omroep zonder een duidelijk getuigenis, nee, zelfs een propagandakanaal voor de Roomse Kerk!

Als we de grote ledenwerfactie van de E.O in gedachten nemen van een aantal jaren geleden, waardoor veel katholieken lid werden, zal ons één en ander duidelijk worden. Sinds jaren is er in ’de christelijke wereld’ ondergronds veel gaande en het schijnt dat de ’evangelische beweging’ nu aan de beurt is. In 1948 werd de Wereldraad van Kerken opgericht met de bedoeling om ’alle Christenen’ bijeen te brengen en een ’vuist’ te kunnen ballen tegen de wereld. Dat de initiatiefnemers iets anders in gedachten hadden viel het gemiddelde kerklid niet op, dat zag alleen de voordelen die werden opgesomd. De basis voor de Wereldraad van Kerken was de z.g.n. ’eenheid in Christus’, m.a.w we belijden allemaal Jezus Christus als Heer, alleen hebben we onderling enkele theologische verschillen en die mogen de ’Oecumene’ niet in de weg staan.

Uiteindelijk is de Wereldraad op het punt aangeland waar de leiders wilden zijn, namelijk een uniforme wereldgodsdienst waarin alle religies zich thuis zouden kunnen vinden. De congresgangers die de vergadering bezoeken lopen door een walm van rook, door een Sjamaan veroorzaakt om de lucht te zuiveren, als de congreszaal binnen gaan. Tijdens een gezamenlijke ’gebedsdienst’ bidt jan en alleman tot z’n eigen God, de Paus voorop en wat maakt het hem ook uit, hij heeft allerlei heiligen en zelfs ’maria’ (Semiramis) waar hij tot bidden kan. Bedenk wel dat óók orthodox bekend staande kerken lid van deze Wereldraad zijn!

De evangelische stroming bleef niet achter.
Kent u de uitdrukking ’Oecumene van het hart’? Mensen die abonnee zijn op de E.O. Tv-gids zal deze uitdrukking bekend voorkomen. Ds. Ter Veer gebruikt deze (misleidende) uitdrukking nogal eens. Het is een ander woord maar het betekend hetzelfde als de grondslag van de Wereldraad van Kerken! Dr. Dr. Professor Willem Ouweneel gebruikte dat woord in een boek van hem en Ter Veer nam het dankbaar over en strooit de Christenen zand in de ogen.

’Oecumene van het hart’ wil niets ander zeggen dat we elkaar alleen op onze Here Jezus Christus mogen beoordelen en wat er theologisch verder om de hoek komt kijken met rust moeten laten. Dáárom beveelt de E.O een boek aan van een Roomse Kardinaal, we spreken elkaar alleen aan op het geloof in Christus Jezus en verder gaan we niet. Maar dat die Kardinaal in zijn boek de z.g.n. ’biecht’ op een geraffineerde wijze uitlegt, en dat daadoor christenen op het verkeerde been worden gezet, deert de E.O schijnbaar niet. Ter Veer weet net zo goed als elke theoloog dat de Kardinaal van harte de Rooms Katholieke catechismus van Trente aanhangt, en dat daarin elke Christen wordt vervloekt die de redding en verlossing alleen van het offer van Christus Jezus verwacht:

De catechismus van Trente:
Tijdens het concilie van Trente is de Roomse catechismus opgesteld en eeuwenlang ’het wetboek’ voor ’Rome’ geweest, ja tot op de dag van heden is ze nog steeds geldig, ondanks de iets moderner taal. A.P.Geelhoed schreef in zijn studie ’Wat is er aan de hand in de evangelische wereld?’ o.a. het volgende:

De officiële leer van de Rooms Katholieke Kerk is niet veranderd. De geloofsbelijdenis van Trente is nog steeds van kracht. Volgens Canon 833 van het nieuwe RK kerkelijke wetboek dat 27 november 1983 van kracht is geworden, moeten de ambtsdrager nog steeds de eed afleggen op de ’Geloofsbelijdenis van Trente’, waarin zij verklaren zich van ganser harte te stellen achter de uitspraken van Trente.

In 1992, dus zeer recent, is de ’Catechismus van de Katholieke kerk’ uitgegeven. Dit is de officiële RK-catechismus. Deze catechismus is goedgekeurd door de Paus en bedoeld voor de gehele wereldkerk. Een deskundige op het gebied van het Rooms Katholicisme heeft die catechismus doorgelezen en zijn conclusie was ’Deze catechismus is roomser dan ooit’  De kern van de geloofsbelijdenis van Trente wordt in deze catechismus opnieuw bevestigd plus de valse leringen die de Katholieke Kerk sinds de tijd van Trente nog aan haar leer heeft toegevoegd, zoals de dogma’s over Maria en de onfeilbaarheid van de Paus. Het heeft me bij lezing van de catechismus verbaasd hoe openlijk en zonder omwegen in deze catechismus de leringen van Trente worden herhaald. Ook tijdens het Tweede Vaticaans Concilie is in principe de leer van Trente gehandhaafd alleen heeft men via allerlei omweggetjes geprobeerd die leer iets te verzachten.

De roomse kerk over het evangelie.
Het Bijbelse evangelie, het evangelie van Paulus, het evangelie van de rechtvaardiging door het geloof wordt nog immer afgewezen. Zoals hierboven aangegeven is, is de geloofsbelijdenis van Trente volgens de kerkorde (het kerkelijk wetboek) van de RK-Kerk nog steeds van kracht. Ook opnieuw is Trente bevestigd in de nieuwe officiële catechismus. Elke Rooms Katholieke priester moet, zoals staat geschreven in Canon 833 van het kerkelijke wetboek, bij zijn ambtsaanvaarding de eed afleggen op de ’geloofsbelijdenis van Trente’ waarin hij verklaart zich van harte te stellen achter alle uitspraken van Trente.

Ik citeer uit de geloofsbelijdenis van Trente:
De zesde zitting.

’Indien iemand beweert dat de mensen eigenlijk rechtvaardig zijn door de gerechtigheid van Christus, die zij vervloekt! (Canon 10)

’Indien iemand beweert dat genade slechts een gunst van God is, die zij vervloekt’ (Canon 11)

’Indien iemand beweert dat het geloof waardoor wij gerechtvaardigd worden, niets anders is dat het vertrouwen op de goddelijke barmhartigheid, die ons de zonde vergeeft omwille van Christus, of dat wij alleen door zulk een vertrouwen gerechtvaardigd worden die zij vervloekt’ (Canon 12).

De oecumene van het hart.
Natuurlijk weet Ds. Ter Veer ’donders goed’ waar de schoen wringt, de Kardinaal waar hij zo weg mee loopt heeft deze vervloekingen ’van harte onderschreven’ toen hij priester werd. Ds. Ter Veer heeft een kromme gedachtekronkel, hoe kan ik een Roomse priester de broederhand geven als deze mij vervloekt! Dit kan alleen als ik een theoretische scheiding maak tussen geloven en theologie, tussen ’geloofskennis’ en ’theologische kennis’.
Als ik dat doe kom ik tot de gedachtekronkel dat er een ’oecumene van het hart’ bestaat en een ’theologische oecumene’ Als je zó denkt en predikt kom je al gauw tot het z.g.n. ’broederschap’ met Rome en zélfs met Jehova Getuigen want die erkennen óók dat Jezus ’een zoon van God is’.

In de praktijk van dit denken zit het zo; als ik met mijn hart erken dat Jezus de Verlosser is, in welke vorm of hoedanigheid dan ook, kan ik een broeder van Ds. Ter Veer zijn. Dat ik b.v. theologisch gezien deze verlossing zelf moet bewerken door goede werken te doen ben ik in dát opzicht ver van hem vandaan en tóch kan ik door de z.g.n. oecumene van het hart samen met hem door één deur! Snapt u het, dan snap ik het ook, want dan moet hij tientallen Bijbelteksten anders uitleggen of zelfs weerleggen, dit is pure volksverlakkerij, dit is valse leringen geniepig via de achterdeur binnenbrengen! Het lijkt vroom en prachtig, maar o wee, een nieuw jasje over Babylonische afgoderij! De oecumene van het hart komt uit de pijlkoker van de duisternis, uit de pijlkoker van de Gnosis, de z.g.n. ’Kennis’ waartegen de apostel Paulus ongenadig hard van leer trok. In de dagen van Paulus waren er mensen die zich meer achten dan een ander omdat ze z.g.n. ’ingewijd’ waren, dat ze ’kennis’ hadden van zaken die een ander niet had. Dit waren meestal occulte zaken, later ging de z.g.n. ’Gnosis’ er mee aan de haal maar in principe is het precies hetzelfde als in de dagen van Paulus.

Wijsbegeerte.
In de wijsbegeerte en de psychologie wordt het mensbeeld ten opzichte van de Bijbel totaal op z’n  kop gezet, de werkelijke bron van de problemen in onze dagen binnen de evangelische beweging. De heer Geelhoed schrijft in zijn studie ’Wat is er aan de hand in de evangelische wereld’ het volgende op pagina 83 onder 12.4:

De invloed van Berkhouwer en Kiekegaard op de standpunten van de neo-evangelicals.
Ouweneel geeft zelf aan dat hij zijn schriftvisie, onder invloed van het boek ’Heilige Schrift I en II’ van G.C. Berkhouwer, heeft gewijzigd. In één van zijn lezingen zegt Ouweneel dat hij onder invloed van Berkhouwer tot inzicht is gekomen dat de traditionele visie op de onfeilbaarheid van de Bijbel is gebaseerd op verlichtingsdenken. ’Gezag van de Bijbel’, pagina 67) Toen Berkhouwer zijn boek over de Bijbel schreef, dat is dus het boek waardoor Ouweneel het ’neo-evangelicale’ licht is opgegaan, stond hij (Berkhouwer) zwaar onder invloed van Karl Barth. Barth stond op zijn beurt weer onder invloed van Kierkegaard.

Dit is de stamboom:

  1. Kierkegaard (Zet zich af tegen Hegel)
  2. Barth
  3. Berkhouwer (Beïnvloed door Barth en Dooyeweerd)
  4. Ouweneel

Kierkegaard zette zich af tegen Hegel. Hegel had een filosofisch systeem uitgedacht waarin hij een verklaring voor de totale werkelijkheid gaf. Kierkegaard zette zich daar tegen af. Kierkegaard zei: ’dat systeem is niet meer dan een loze gedachteconstructie, dat systeem heeft niets met het werkelijke leven te maken. Het heeft niets met de werkelijkheid te maken. De werkelijkheid is nooit objectief. Alle werkelijkheid is mijn werkelijkheid. Het gaat nooit om de werkelijkheid, het gaat altijd om mijn of jouw werkelijkheid.
Jij bent er, jij leeft, jij maakt keuzes, dat is de echte werkelijkheid, en niet het theoretische systeem van Hegel. Kennis van God kan alleen maar in paradoxen worden uitgedrukt. Rationeel (rationeel wil zeggen met ons verstand L.B) kunnen we niets zinnigs over God zeggen. We kunnen God wel ervaren. Waarheid is niet een ware uitspraak maar een ontmoeting met God. Waarheid is niet statisch (statisch is stilstaand/onveranderlijk/ gelijkblijvend L.B) maar dynamisch (dynamisch is voortgaand/veranderend L.B)

Kierkegaard verwierp overigens terecht de grondidee van de Verlichting die inhoudt dat de mens, startend vanuit zichzelf, al redenerend en waarnemend de wereld kan begrijpen en verklaren. Maar dat verwerpt iedere ware Christen.

Karl Barth heeft dit overgebracht naar de theologie. Zoals Kierkegaard zich afzette tegen het allesomvattende systeem van Hegel, zo zette Barth zich af tegen zowel het protestantse als het katholieke leerstellige systeem. Hij beweert dat dit menselijke bouwsels zijn die niets met de werkelijke kennis en ervaring van God te maken hebben. Hij beweert dat zowel het protestantse als de katholieke theologie scholastiek zijn. Al die theologie is, volgens Karl Barth, ontstaan door een verbinding van gedachten met filosofische/Griekse gedachten. Barth streefde er naar om de theologie weer te bevrijden van deze, door hem veronderstelde, rationele (verstandelijke L.B) banden. Om dat te bereiken voerde hij een soort religieus extentialisme (breedvoerige en verstrekkende leer L.B) in. Wat hij niet onderkende, of niet onder ogen wilde zien, is dat hij zelf de Bijbel vanuit een filosofische invalshoek las. Een invalshoek die volstrekt in strijd is met het zelfgetuigenis van de Bijbel. Barth verwerpt de idee dat de ware tekst ware uitspraken doet. (Ziet u de bron waar Ouweneel, mede, uit put? L.B) Hij, Barth, verwerpt de idee dat in de Bijbel ware informatie (dat is wat overeenkomt met de werkelijkheid) wordt doorgegeven. Hij verwerpt dus dat in de Bijbel een goed onderbouwde waarheid staat.

Berkhouwer heeft deze theorieën gedeeltelijk overgenomen en uitgewerkt in zijn Schriftvisie. Zie zijn boeken ’De Heilige schrift I & II’. Hij heeft de filosofische/theologische ideeën van Barth overgenomen en die verbonden met het uit de ’Wijsbegeerte der Wetsidee’ afkomstige schema: ’Geloofskennis/Theologischekennis’. (Dat is: Theologie van het hart en Theologie van de kennis. L.B) Zo komt Berkhouwer tot het standpunt dat we wél de inspiratie van de Bijbel moeten erkennen (het gaat dan om geloofskennis) maar dat we de inspiratieleer niet nauwkeurig kunnen formuleren. De inspiratieleer kan, volgens hem, niet geformaliseerd (nauwkeurig afgebakend en omschreven) worden.

De boeken van Berkhouwer (De Heilige Schrift I & II) zijn indertijd in het Engels vertaald en in Amerika uitgebracht. Daar hebben ze hevige beroering gewekt in orthodox reformatorische kringen én evangelische kringen. Eén van de effecten was dat er, mede door zijn boek, een partij van errantisten (zwervende gelovigen. L.B) binnen de evangelische beweging ontstond.

In Nederland heeft W. J. Ouweneel de kritiek op het inerrantisme overgenomen (’Het gezag van de Bijbel’, pag. 67) Dit heeft hij gedaan nadat zijn denken doorvoor rijp was gemaakt door zijn studie en aanvaarding van de ’Wijsbegeerte der Wetsidee’. Net als bij Kierkegaard, Barth en Berkhouwer zie je bij Ouweneel en de neo-evangelicals, een felle aanklacht en een zich afzetten tegen de traditionele theologie. Die, traditionele theologie, wordt verweten dat ze haar leerstellingen niet op de Bijbel maar mede op valse filosofische uitgangspunten heeft gebouwd. Ze beweren dat de aldus verkregen dogma’s het leven van de Gemeente niet te ondersteunen maar juist te verstikken. De neo-evangelicals zijn verstrikt in de valse tegenstelling tussen ’leer en leven’ en tussen ’Woord en leer’. Laat u niet voor de gek houden door al die schoonklinkende theorieën en dure woorden.
Als de neo-evangelicals iets beweren (b.v. dat de waarheid in de Bijbel geen correspondentie, dat is overeenstemming, met de werkelijkheid, zou inhouden) kijkt u dan in de Bijbel en u zult dan zien dat het volledig onbijbels is wat ze beweren. Hun alternatieve theorieën zijn in strijd met de Schrift.

Het openen van de doos van pandora.
Het overnemen van de filosofische theorieën van, Berkhouwer, van Dooyeweerd en van Ouweneel is als het openen van de doos van pandora. De ellende is losgelaten en laat zich niet meer in de doos stoppen. Mensen die deze theorieën overnemen komen terecht in het relativeren (weg- en be- redeneren van de leer totdat er niets overblijft) van de leer. De onfeilbaarheid wordt losgelaten en uiteindelijk gaat alles op de helling. Het is geen toeval dat het overnemen van de theorieën gepaard gaat met een grote openheid voor allerlei valse leringen. Openheid naar het Rooms Katholicisme, naar de oostersorthodoxe spiritualiteit, openheid naar de charismatische beweging (derde en vierde golf), openheid voor een door de Gnostiek geïnspireerd feminisme, voor een ver-psychologisering van het geloof (Jung), etc. Dit alles geïllustreerd in onder meer de persoon van W.J.Ouweneel. Er heeft zich (speciaal na het uitbrengen van het boek van Berkhouwer) en grote splitsing afgespeeld in de Engelstalige evangelische beweging. De traditionele evangelicals worden nu ’conservatieve’ evangelicals genoemd terwijl de neo-evangelicals zich openminded  evangelicals (open geest/ ruim geestige) evangelicals noemen. Er heeft zich een grote inflatie van het begrip evangelical plaats gehad.

De huidige Evangelische Alliantie.
Deze wordt in Nederland volledig gedomineerd door de neo-evangelicals. De Evangelische Alliantie is een doorgeefluik geworden van al die moderne dwalingen die in deze studie worden besproken. Alles kan, zelfs tegen valse leraren als b.v. Robert Schuller of tegen de ongelooflijke extremiteiten van Wimber en de Toronto Blessing wordt geen stelling genomen.

Als laatste citaat uit het schrijven van Geelhoed wil ik u het volgende doorgeven, vooral de opmerking van Ouweneel betreffende de beschuldiging van afgoderij:

Het licht is opgegaan bij de neo-evangelicals.
Bij neo-evangelicals is ’het licht opgegaan’. Ze hebben ’ontdekt’ dat de traditionele visie op de onfeilbaarheid van de Bijbel is gebaseerd op ’verwerpelijk verlichtingsdenken’. (Toe maar, dacht Paulus ook al niet op de traditionele wijze? Of was hij misschien, zoals gereformeerde theologen zeggen ’een kind van zijn tijd’ L.B) Ze hebben het naïeve stadium achter zich gelaten en hebben ’ontdekt’ dat ze onderscheid moeten maken tussen geloofskennis en theologische kennis.

Vanuit die ’ontdekking’ zijn ze aan het werk gegaan. Hun doel is om de Evangelische Beweging te ’redden’ uit de greep van het, door het ’verlichtingsdenken’ zwaar besmette en daarom geestelijke steriele, fundamentalisme. De toekomst van de Evangelische Beweging hangt, zo krijg je de indruk uit hun geschriften, hiervan af. ’Als we niet breken met het fundamentalisme zullen we geen aansluiting meer vinden bij de postmoderne mens’.  George Marsden heeft met de titel van zijn boek ’Reforming fundamentalism’ goed onder woorden gebracht wat er gaan is. Het hervormen van het fundamentalisme was en is de visie van de neo-evangelicals die Fuller hebben overgenomen. Dit is het grote project waar ze mee bezig zijn. Allerwegen zijn de neo-evangelicals, ook in Nederland, hun gedachtegoed aan het uitdragen. En wee de ’conservatieve (traditioneel) evangelisch gelovige die hen daarin in de weg durft te staan!

De beschuldiging van afgoderij.
Laten we als illustratie Ouweneel nemen. Hij is zelf van inzicht veranderd maar daarmee is hij niet tevreden. Hij ziet het nu als taak om de evangelische theologie te zuiveren van door hem verondersteld rationalisme (geloven met de ratio, het verstand). Ouweneel roept op om tot een herbezinning op de Schriftvisie, de traditionele Schriftvisie moet volgens hem gezuiverd worden van rationalisme. (’Boodschap en kloof’. Pag. 64). Hij wil de Evangelische Beweging voeren op een derde weg (’Boodschap en kloof’. Pag. 64). Degenen die hem in de weg staan worden beschuldigd van fundamentalisme, rationalisme en van ’door en door naïeve standpunten’. (’Boodschap en kloof’. Pag. 57)

Bij zijn streven schroomt Ouweneel niet om traditionele evangelicals van afgoderij te beschuldigen als ze niet voetstoots meegaan met b.v. zijn her-interpretatie van de onfeilbaarheid van de Bijbel en met zijn relativering van alle dogma. In zijn boek ’Geestelijke strijd’ schrijft Ouweneel over de antichrist. Het Griekse anti betekent letterlijk ’in plaats van’. Een antichrist is dus alles wat in de plaats van Christus (in de plaats van God) wordt gesteld.

In dat verband schrijft hij het volgende op pagina 156 van het genoemde boek: ’Je kunt zelfs van de Bijbel een afgod maken die de plaats van Christus inneemt. Allerlei mensen maken zich vreselijk druk over de precieze betekenis van de inspiratie of van de onfeilbaarheid van de Bijbel. Als je het met hun theorieën niet eens bent, ben je niet ’bijbelgetrouw’. Ook bij zulke mensen nemen de visies op de Bijbel in feite de plaats van Christus in’. (Vet gedrukte delen van mij. L.B) Tot zo ver het schrijven van Geelhoed.

Het is verschrikkelijk dat een mens durft te zeggen dat een Christen, die gelooft dat de Bijbel het door God geïnspireerde Woord is, de Bijbel de plaats van Christus laat innemen! Wij weten heel goed dat de Bijbel, ondanks haar woorden van redding en verlossing, het genade aanbod van Christus niet kan vervangen. Een analfabeet die geen letter in de Bijbel kan lezen kan wél behouden worden door het bloed van Christus en wil Willem Ouweneel in zijn ’geleerdheid’ ons dát afnemen? Als hij filosofen en wijsgeren volgt in zijn denken en daardoor tot ’nieuwe inzichten’ komt kán het niet anders dan dat hij de fundamenten los laat. Niet alleen Willem Ouweneel is deze heilloze weg opgegaan, vele bekende bijbelleraren en sprekers zijn hem nagevolgd. Ik vraag me af wat we dan wel werkelijk moeten geloven, mag ik met mijn hart geloven dat Christus is gestorven en opgestaan en met mijn verstand anders denken? Mag ik dan zeggen dat Christus ’rationeel gezien’ alleen maar ’geestelijk’ is opgestaan zoals vele moderne theologen beweren? Hoe kan ik in vredesnaam een scheiding maken tussen ’geloofskennis’ en theologische kennis’? Dit is totaal onmogelijk! Of ik geloof met heel mijn hart dat Christus door Zijn dood en opstanding mijn Verlosser is, of ik denk z.g.n. ’theologisch’ en ga er vanuit dat  het de ’inspiratie van de theologie’ is die mijn geloof bepaald. Verteld mij eens, wát is dan het verschil tussen de verhalen van Nico ter Linden en de theologie van de neo-evangelische predikers?

Voor de Gemeente van Christus is er maar één credo, let op uw zaak, let op de versnijdenis en volg het levende Woord.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.