Toronto: Zegen of verdriet?
Toronto: Zegen of verdriet?
De afgelopen maanden werden wij regelmatig benaderd door mensen die ons bezorgd vroegen wat wij van de zgn. ’Toronto Zegen’ vonden - het vallen, lachen, brullen en schudden ’in de geest’ -, die met veel publiciteit door Jeugd met een Opdracht en de Vineyard-beweging van Wimber in Nederland ge‹ntroduceerd werd. We zien ook gemeentes waar grote verdeeldheid ontstaat over deze ’zegeningen’. Reden genoeg om het te onderzoeken door middel van ’Toronto’ lectuur en een dag door te brengen in de IJselhallen in Zwolle, waar de zegen door mensen uit Toronto aan het grote publiek gepresenteerd werd.
Voor verslag te doen van de zaken die in Zwolle plaatsvonden en een evaluatie te maken van de nieuwe leer die daar gebracht werd, wil ik stellen dat ik ervan overtuigd ben, dat de mensen die ik daar bezig zag volkomen oprecht waren in hun verlangen de HERE te dienen. jammergenoeg is daarmee zo ongeveer al het positieve van dit evenement gezegd.
Bizarre uitspraken
De ochtendsamenkomst op 1 december begon met bijna zo’n 35 minuten van zingen van aanbiddingsliederen. Na het zingen vertelde een Nederlandse voorganger over zijn belevenissen in Toronto, en hoe hij de ’zegen’ die hij daar ontvangen had, doorgaf aan zijn gemeente in Nederland. Daarvoor belegden ze nu twee keer per maand een speciale dienst, ’waar we de Heilige Geest uitnodigen.’ Verbijsterend zo’n uitspraak, want betekent dit nu dat Gods Geest in normale diensten niet aanwezig is en slecht ’op afroep’ komt wanneer men verschijnselen van opwekking wil organiseren? Zijn verslag zette de toon voor de rest van de ochtendsamenkomst, want alles wat er verder gezegd werd, was grotendeels gericht op de ’manifestaties’: ’vallen, lachen, schudden, dronken zijn in de geest’.
John Arnott, Vineyard-voorganger uit Toronto en hoofdspreker, riep enkele mensen op het podium om te getuigen van wat zij de avond tevoren hadden ervaren. Eerst een voorganger met een extatisch verhaal, die herhaalde dat hij ’nog meer’ wilde. ’Wees niet nuchter!’ gaf hij de zaal als advies mee. John Arnott ging voor hem bidden: Heer geef hem meer! Nadat ze de man schuddend hebben neergelegd zegt Arnott: Op deze manier wil God jullie land veranderen. Een andere man die een getuigenis geeft, begint, nadat hij wat is aangemoedigd, te springen. Later ligt ook hij op de grond te rollen en spastische bewegingen te maken. Close-ups van zijn zegen worden van tijd tot tijd getoond op het grote videoscherm. Is dit werkelijk wat er nodig is om Nederland te veranderen? Hebben we niet eerder bekering en heiliging nodig?
Foutief Bijbelgebruik
Er wordt doorgaans enthousiast op gereageerd en steeds vaker zijn er hinderlijke lachpartij en op verschillende plaatsen in de zaal, ook wanneer Arnott aan zijn preek over Johannes 7:38 begint. Hij gaat goed van start, door te zeggen dat het niet in de bedoeling ligt mensen naar een ervaring te leiden maar naar Jezus. Jammergenoeg wordt die intentie gelogenstraft door alles wat er daarna volgt. De rest van de preek gaat over de vreemde verschijnselen. Toen de mensen in onze kerk begonnen te lachen en rollen en schudden, sloten we onmiddellijk uit dat het emotionele uitingen waren. stelt Arnott, zonder aan te geven op grond waarvan zij die conclusie trokken.
Arnott noemt deze verschijnselen ’manifestaties van de Heilige Geest’ en verbindt ze met ’de openbaringen (in het engels: ’manifestations’) van de Geest in 1 Cor.12:7. Dit is misleidend, want in deze tekst gaat het om duidelijk omschreven gaven van de Geest en niet om vallen, schudden of lachen. Dit foute Schriftgebruik is kenmerkend voor de rest van zijn betoog. Op geen enkele wij ze geeft Arnott een hechte bijbelse basis voor zijn leer. Hij gebruikt hoofdzakelijk dezelfde bijbelse illustraties die ook in het boekje ’Wat gebeurt er in hemelsnaam op aarde’ (een uitgave van Vineyard over Toronto) te vinden zijn.
Daarin wordt het zgn. ’vallen in de geest’ ’bewezen’ door o.a. te wijzen op Abram die in een diepe slaap valt (Gen. 15:12), Ezechiel, Daniel en Johannes die op hun aangezicht vallen als ze met de heerlijkheid van de HERE of een engel geconfronteerd worden, Saul die in geestvervoering raakte, de soldaten die achteruitdeinsden toen zij Jezus arresteerden, enz. Het schudden wordt gerechtvaardigd aan de hand van verzen als Dan. 10:7, waar Daniel’s knechten van schrik beefden en wegvluchten; en met verzen als ’De Here is Koning. Dat de volken beven’, of Jeremia die siddert van ontzetting als Hij Gods heiligheid tegenover de zware zonde van het volk ziet, (Jer.23:9). Maar ook wordt Jak. 2:19 aangevoerd, dat spreekt over het sidderen van de demonen. Voor het lachen wordt o.a. Psalm 126 aangevoerd: ’Toen werd onze mond gevuld met lachen’. Op dezelfde manier worden verzen over huilen gebruikt: ’want het hele volk weende’ (Neh.8:10) Het is verbijsterend dat mensen dit soort Bijbel misbruik slikken, want in bijna geen enkel vers dat genoemd wordt vinden we ook maar iets dat op de zgn. ’Toronto zegen’ lijkt.
In de eerste plaats zien we dat het in de genoemde teksten om totaal andersoortige ervaringen ging, dan die door de ’Toronto blessing’ aangeprezen worden. Abram viel niet in de Geest maar sliep zeer diep. Ezechiel, Daniel en Johannes vielen niet ’in de Geest’, maar vielen op hun aangezicht uit eerbied en groot ontzag voor God. In sommige gevallen had het vallen te maken met oordeel. Het ’beven’ heeft in de aangehaalde verzen duidelijk te maken met de ’vreze des HEREN’, een diep ontzag of zelfs angst voor God. Nergens wordt dit een ’manifestatie van de Geest’ genoemd. ’Dat de volken beven’, is een oproep tot diep ontzag en heilige vrees voor God en geen oproep om op de grond te gaan liggen schudden.
In de tweede plaats gaat het in bijna alle bijbelse ’voorbeelden’ over menselijke, emotionele reacties op openbaringen van God of Zijn boodschappers. Zulke ervaring kunnen zo overweldigend zijn, dat de emotionele reactie ook een lichamelijke reactie tot gevolg heeft: knikkende knie‰n, van angst beven, een verlammende schrik. Ook de teksten die voor het lachen of huilen aangehaald worden, spreken over normale menselijk emotionele reacties op blijde c.q. droeve gebeurtenissen. Het is onzin en misleiding om zulke reacties als ’manifestaties van de Geest’ te betitelen. Nergens spreekt de Bijbel over schudden, rollen, lachen, brullen of vallen ’in de Geest’.
Om het ’dronken zijn in de geest’ te rechtvaardigen, wordt naar Handelingen 2 verwezen, waar volgens Arnott de apostelen ’waggelden’, toen ze vervuld werden met de Geest. Zij baseren dit op het feit dat sommigen zeiden dat ze teveel wijn op hadden. Er is echter geen enkele Bijbelse grond om te suggereren dat ze waggelden. Het is duidelijk dat de meeste mensen onder de indruk waren van het verschijnsel van tongentaal! Alleen sceptici die hier een ’natuurlijke’ verklaring voor zochten, versleten hen voor dronkaards. Op ongeoorloofde manier legt men iets in die tekst, om een verdraaide conclusie te kunnen trekken. Ef. 5:18 ’En bedrinkt u niet aan wijn ....maar wordt vervuld met de Geest.’wordt aangehaald om aan te tonen dat ’gevuld zijn met Gods Geest gelijk staat met het dronken zijn van wijn,’ en dat er dus een overeenkomst moet zijn in uiterlijke verschijnselen (waggelen, rollen, enz). Het is zeer kwalijk om zulke onzin in deze tekst te leggen. De context laat zien dat het er om gaat niet dwaas of onverstandig te zijn, maar nuchter en gericht op de dingen van God.
’Gods Geest is geen ’gentleman’, stelde Arnott, en gebruikte de geschiedenissen van Zacharias en van Ananias en Safira om aan te tonen dat Gods Geest zich niet door ons laat tegenhouden. Vreemde voorbeelden, die niets te maken hebben met zegen, maar met straf en oordeel. Ze werden echter gebruikt om te laten zien dat deze ’zegen’ ’over j e komt’ en niet tegen te houden is. Tegenstrijdig genoeg werden we wel opgeroepen om wat ’zou komen’ niet tegen te houden. Wees niet bang voor wat er gaat gebeuren. Stop het niet! Te kunt het niet stoppen! was de verwarrende instructie vanaf het podium. We moesten het vooral niet verstandelijk benaderen, maar ons er aan overgeven, werd gezegd. M.a.w. er kwam van het podium een verkapte boodschap om niet ’nuchter en waakzaam’ te zijn, noch de ’lendenen van ons verstand te omgorden’. (1Petr.1:13) Een kennis die, hoewel hij enige reserves had, op een samenkomst elders in het land met zich liet bidden voor de ontvangst van de Toronto zegen, viel niet en kreeg te horen dat hij ’een onderzoekende geest had’, die hem in de weg stond. Blijkbaar hadden de Joden het in Berea toch verkeerd gedaan!
Bedroevende taferelen
Daarna ging men over tot de ’bediening’ waar iedereen op had zitten wachten: Overal in de zaal stonden mensen men naamkaartjes, waar je heen kon voor gebed en om de zegen te ontvangen. Ineens lag er naast mij een jongen op de grond spastische bewegingen te maken en af en toe vreemde geluiden uitstotend en al gauw kon men dat overal waarnemen. Op sommige plaatsen ging het echt tekeer! Achterin was een groep die al vanaf het begin druk was, en nu helemaal uit hun dak ging: er werd gelachen, gebruld, wild geschud, gerold en gevallen. Af en toe stopte een of twee van die groep om wat uit te blazen, te praten, een slok uit een fles frisdrank te nemen, om zich daarna weer in de ervaring te storten. Blijkbaar kon men zich er zeer bewust aan overgeven. Ergens zag ik iemand als een dier over de grond kruipen, terwijl hij lacherige geluiden uitstootte en ’kopjes gaf aan een ander die half tegen de muur ’in de geest
rustte’.
Een geschokte kennis die ik tegenkwam, noemde het ’onesthetisch.’ Persoonlijk vond ik het obsceen. Een voorganger van een bekende charismatische gemeente noemde het de ’ontluistering van de mens’. Nergens in de Bijbel vinden we hier een rechtvaardiging voor. Van enige eerbied of vreze des HEREN was geen spoor. Het maakte me verdrietig mensen, die je toch je broeders en zusters noemt, zo bezig te zien. Ik kon er niets van een werk van Gods Geest in herkennen.
De leiders van de ’Toronto’ zegen trekken een vergelijking met opwekkingen uit het verleden, zoals van Edwards en Wesley, onder wiens bedieningen mensen vielen en emotionele uitingen plaatsvonden. Deze vergelijking is absoluut onterecht. In de eerste plaats viel men in die opwekkingen niet zozeer in trance, maar waren mensen zo diep overtuigd van zonde, dat ze niet op hun voeten konden blijven staan maar onmachtig neervielen en de HERE om genade en redding smeekten; anderen knielden of vielen in grote vreugde neer voor de Here, huilden en toonden uitbundig blijdschap vanwege de grote genade van God en de redding die zij ontvingen. In de tweede plaats werden deze emotionele uitingen nooit georganiseerd, aangemoedigd of als noodzakelijk gezien en werden ze ook niet als ’manifestaties van de Geest’ betiteld. De uitingen werden niet gezien als ’de zegen’, maar als emotionele reacties erop. In het Toronto gebeuren daarentegen, worden de uitingen gezien als ’gaven van de Geest’, dus als drager van ’de zegen’ ofals een ’zegen’ zelf. Daarom richt men zich zo sterk op die uitingen. Bij opwekking zijn emoties onvermijdelijk en ook niet verkeerd. Wat wel verkeerd is, is je op die emoties richten en ze bewust op te roepen.
Bedenkelijke toetsing
Volgens John Arnott zelf kunnen de verschijnselen uit drie bronnen komen: de Heilige Geest, demonen, of de mens zelf. Het is alleen achteraf te toetsen, door te praten met degene die de zegen ontvangen heeft, aldus Arnott. Het is toch ongelooflijk na‹ef om mensen op te roepen zich over te geven aan iets, dat men pas achteraf op betrouwbaarheid kan toetsen? In de middagbijeenkomst voor leiders werd hierover een kritische vraag gesteld door een charismatische voorganger. Hij kreeg geen echt antwoord, evenals er geen recht antwoord kwam op de andere kritische vragen. Toen er teveel kritische vragen kwamen, gaf men geen gelegenheid meer tot het stellen van vragen!
We hebben hier te maken met een leer die ’uitgaat boven het geen geschreven staat’. Men tracht door het oproepen van de ’symptomen’ een soort verfrissing of opwekking te bewerken. Dit lijkt op een poging om God te manipuleren. Men rechtvaardigt het door te wijzen op de ’resultaten’: mensen die een diepe vrede ervaren of enthousiaster worden voor de HERE. Echter, met behulp hypnose en andere technieken kunnen mensen ook een ’goed gevoel’ krijgen, ’rustig gemaakt worden’ of ’nieuwe kracht’ opdoen. Het
is heel duidelijk dat in dit Toronto gebeuren niet Gods Woord, maar de ervaring normgevend is. Uit de ervaringen wordt een nieuwe leer gedestilleerd, die vervolgens ge‹llustreerd wordt met teksten uit de Bijbel, die er eigenlijk niets mee te maken hebben. Een voorbeeld van ’subjectivistisch pragmatisme! (zie pag. 10 - 11 van dit blad) De ’Toronto’ leer ondermijnt een juist gebruik van de bijbel. De evangelische beweging was hiervoor al klaar gemaakt door allerlei vreemde ’winden van leer’ die zij de afgelopen paar jaar zonder veel commentaar heeft getolereerd. Onder invloed van Vineyard leraren en andere extreme predikers werd les gegeven in het ontvangen van ’openbaringen’, werd het vallen in de Geest ge‹ntroduceerd en werd er een stroom van dubieuze profetie‰n over ons uitgestort. Het is tijd dat er duidelijke lijnen getrokken worden. Maar zal dat gebeuren? Gods Woord is voor velen helaas niet meer de toetssteen in deze zaken. Daarnaast is het hele Toronto gebeuren een schreeuwend voorbeeld van een consumptief christendom dat onze beweging
steeds meer kenmerkt. Een prachtige voedingsbodem voor de duivel om ons te verleiden met allerlei onzinnig spiritueel speelgoed en ons af te houden van belangrijke zaken. Die verleidingen zijn vaak goed verpakt: meestal een wolf in schaapskleren; ditmaal echter in een narrenpak.
H. Frinsel
Overgenomen van:
De Oogst
Maandblad tot Versterking & Verdieping van het Geestelijke Leven
Januari 1995
58e jaargang, nr. 689
Overgenomen door:
Bijbel:Aktueel!
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.

