De Bijbel
De Bijbel - Het Woord van God
Het hiernavolgende artikel, uit onbekende bron, sluit prachtig aan bij onze studie over ontkrachting van de Bijbel door moderne theologen. Uit de studie blijkt duidelijk dat Gods’ Woord Zichzelf bewijst als het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord.
De Bijbel is het onfeilbare Woord van God. Het is een Boek dat wij ontvangen hebben uit de hand van God Zelf: iedere student en leraar dient ten volle van dit feit overtuigd te zijn. Er zijn twee vormen van bewijsvoering:
A. Het innerlijk bewijs: De Bijbel zelf getuigt, dat hij de waarheid bevat.
B. Het uiterlijk bewijs: Vele bijzonderheden omtrent de Bijbel moeten als onomstotelijke feiten worden erkend en geven getuigenis van zijn bovennatuurlijke oorsprong en samenstelling;
Het innerlijk bewijs:
Op honderden plaatsen verklaart de Bijbel van zichzelf, het Woord van God te zijn;
Psalm 12:7; Psalm 93:5; Psalm 119:17, 99, 100,101,105,130; Jesaja 55:10,11; Jeremia 23:29; Romeinen10:17
Psalm 19:8-12 verklaart, dat het Oude Testament het Woord van Jehovah is. Zes voortreffelijkheden van dat Woord worden hier opgesomd met zes corresponderende veranderingen die dat Woord teweegbrengt. Ook in Hebreeën 1:1 lezen wij, dat God in het Oude Testament spreekt door de profeten en in het Nieuwe Testament door Zijn Zoon.
Het uiterlijk bewijs:
Als wij zoeken naar het uitwendig bewijs, dat de Bijbel het Woord van God is, dan is het Boek in één woord een wonder. De grootste scepticus onder de mensen kan dit niet tegen spreken. Men lette daar bij op de volgende feiten:
1. De continuïteit
De Bijbel verschijnt in één volume, waarin de volmaakte samenstelling duidelijk te bespeuren is en waarin de historische lijn duidelijk te volgen is vanaf de schepping tot aan de nieuwe hemel en de nieuwe aarde; een volmaakte ontvouwing van de waarheid vanaf de kiem tot het volle koren in de aar; van type tot anti-type; van profetie tot vervulling; en van de verwachting, de komst, het leven en de verheerlijking van de volmaaktste Mens op de aarde of in de hemel.
Toch is dit ene Boek, dat de meest volmaakte harmonie van gedachte tentoonspreidt en waarin de Goddelijke draad geen enkele maal wordt onderbroken, een verzameling van 66 boeken door ongeveer 40 verschillende schrijvers geschreven: koningen, boeren, denkers, vissers, dokters, staatslieden, geleerden, poëten en ploegers. Zij hebben slechts weinig van elkaar geweten, want zij woonden in verschillende landen en hun geschriften breiden zich uit over minstens 60 generaties van menselijke geschiedenis, die een periode van minstens 1600, maar waarschijnlijk 4000, jaren omvatten.
2. De volledigheid der openbaring
In het ontvouwen der waarheid is de Bijbel onuitputtelijk:
Als een telescoop (zien) doorzoekt hij het heelal van de hoogte des hemels tot de diepte der hel en volgt hij Gods werken vanaf het begin tot het einde.
Als een microscoop (zien) doet hij ons de kleinste bijzonderheden zien van het plan en de bedoelingen Gods en de volmaaktheid van Zijn schepping. Als een stethoscoop (horen) brengt hij alle dingen, hetzij in de hemel, hetzij op de aarde, in de juiste verhouding tot elkaar. Hoewel geschreven in een tijd, waarin de menselijke kennis niet zo ver reikte als nu, is hij toch nimmer in tegenspraak met de ontdekkingen die later door de mens gedaan zijn.
3. Zijn grote verbreidheid
Alle menselijke rassen hebben de Bijbel als hun eigendom beschouwd. Geen ander boek kan zo gemakkelijk in iedere taal worden overgezet. In meer dan 1000 verschillende talen en dialecten is hij reeds verschenen. Veertig genootschappen hebben zich gespecialiseerd in Zijn uitgave. Meer dan 40-miljoen worden er jaarlijks uitgegeven.
De Franse ongelovige filosoof Voltaire, die in 1778 stierf, voorspelde eens dat de Bijbel binnen een eeuw een zeldzaamheid zou worden. Ondanks deze voorspelling groeit het aantal Bijbels nog steeds. Gedurcnde meer dan 1900 jaar heeft hij de aanvallen van satan en van mensen weerstaan. Nooit is zijn weerstandsvermogen zo op de proef gesteld als in onze dagen, nu zij, die zich zijn vrienden en voorstanders noemen, de grondwaarheden ervan ontkennen, evenals Zijn bovennatuurlijk wezen. Denk hierbij aan de z.g.n moderne theologen die de Godheid van Christus, en een Persoonlijk God, ontkennen en vurig uitdragen in boeken en geschriften.
Door invloed van de Bijbel komen noodzakelijke veranderingen. Voor de ongelovigen is hij het Zwaard des Geestes Voor de gelovigen is Hij een reinigende, heiligende, reflecterende macht. De Bijbel is de grond van alle ware beschaving, wetten en zeden.
4. De stof waar de Bijbel over schrijft
Het bovennatuurlijk karakter van dit Boek blijkt uit het feit, dat het even vrij spreekt over het onbekende en over de dingen, die anders onmogelijk bekend zouden kunnen zijn, als over het bekende. Zij die Gods Woord volgen, worden stellig geleid in de wegen van Gods eeuwige waarheden. Geen ander boek dan de Bijbel zegt iets van degenen, die het Woord, daarin vervat, niet aannemen. Deze worden genoemd onwedergeboren mensen, die de dingen van de Geest van God niet kunnen ontvangen; zij kunnen ze niet verstaan, omdat zij allen geestelijk onderscheiden worden. (1 Corinthe 2:13) Het Woord Gods is werkelijkheid en zij die dat Woord het meest hebben bestudeerd, hebben het het meest lief.
5. De letterkundige waarde van de Bijbel
Ook als letterkundig werk staat de Bijbel bovenaan. De eenvoudige mens én de wijze worden er door bekoord. Niet aan de mensen, die hem geschreven hebben, doch aan God alleen zij al de eer.
6. Het gezag van de Bijbel
Het Boek is onbevooroordeeld en dingt niet naar de gunst van mensen. Zonder aarzelen legt het de zonde en zwakheid van de besten der mensen bloot en spreekt het oordeel uit over hen, die alleen op hun deugd en verdiensten vertrouwen.
Uit zichzelf kan een mens zo niet spreken. Het is dan ook geen boodschap van mens tot mens, maar een boodschap van God tot mensen.Het spreekt met gezag over dingen in de hemel en op de aarde; over wat gezien en wat niet gezien wordt; over God en engelen en mensen; over tijd en eeuwigheid; over leven en dood; over zonde en verlossing; over hemel en hel.
Zonder deze boodschap zou men op aarde niets weten over de eeuwige dingen. Nu wij deze boodschap hebben, is er zekerheid, vastheid en vrede.
7. Het bovennatuurlijke van de Bijbel
Het heerlijkste in dit bovennatuurlijke Boek is de openbaring van de persoonlijkheid en heerlijkheid van God en Zijn Zoon. Denk niet, dat dit bovennatuurlijke een waandenkbeeld is, een uitvinding van de menselijke geest. Neen, de wijste en heiligste mens ter wereld heeft nimmer de volmaaktheid van Christus kunnen benaderen of bevatten Als hij slechts een verdichtsel zou zijn, dan mag ieder de man die dit verdichtsel verzon verheerlijken en aanbidden.
8.Vergelijking tussen de Bijbel en Christus
Daar beiden een bovennatuurlijk karakter dragen, kan men vergelijkingen maken tussen het geschreven Woord en het Levende Woord, Jezus Christus. Beiden zijn van hemelse oorsprong en hebben zowel een hemels als een menselijk karakter. Beiden hebben de kracht, om hen, die geloven, te veranderen en beiden kunnen door de mensen, die niet geloven, terzijde gezet en verworpen worden. Beiden zijn de belichaming van de onbevlekte Goddelijke volmaaktheid. Wat zij openbaren is zo eenvoudig, dat een kind het begrijpen kan; tevens zo rijk als de onmetelijke schatten van Goddelijke kennis en rijkdom, en zo eeuwig blijvend, als de God, die zij openbaren.
De Bijbel - Geïnspireerd door God
De Bijbel maakt er aanspraak op. een boodschap van God aan mensen te zijn. De boeken dezer wereld kennen zichzelf geen grotere waarde toe, dan een boodschap van een mens aan zijn medemensen te zijn. De Bijbel handelt dan ook over eeuwige, oneindige dingen; dingen, die op geen andere wijze geweten kunnen worden. De Bijbel spreekt daar even vrijmoedig over als andere boeken over tijdelijke, eindige en bekende dingen.
Om de Bijbel samen te stellen heeft God menselijke schrijvers gebruikt; doch deze mensen, die misschien niet eens beseften aan welk schoon geheel zij medewerkten, hebben onder Gods machtige leiding tezamen één enkel Boek samengesteld, waarvan de inhoud een wonderbaar harmonisch geheel is. Dit bewijst dat dit Boek het werk is van één Schrijver, die de enige Auteur is. De ware leer van inspiratie houdt in dat God de menselijke auteurs zo leidde dat zij, zonder hun eigen persoonlijkheid, stijl en belangstelling te verliezen, op volmaakte wijze Zijn gedachten aan mensen weergeven. Hoever deze Goddelijke controle over de menselijke schrijvers zich uitstrekte, daarover zijn verschillende inspiratietheorieën ontstaan. Ieder, die de Bijbel bestudeert, moet hierover voor zichzelf een klaar inzicht hebben
Algemene inspiratie-theorieën
Dit is de theorie, zoals de naam reeds aanduidt, dat de Bijbel slechts een product van de menselijke geest is en geen bovennatuurlijke elementen bevat. Deze theorie, die het Woord van God naar beneden haalt en in diskrediet brengt, wordt uitsluitend aangehangen door ongelovige, onwedergeboren natuurlijke mensen.
2. De gedeeltelijke inspiratie
Deze theorie gaat er van uit, dat slechts enkele gedeelten van de Schrift geïnspireerd zijn. Als dat waar is dan zou ieder mens zijn genoodzaakt om voor zichzelf uit te maken welke gedeelten al of niet door God zijn ingegeven. Alle gezag is dan verdwenen omdat mensen van nature niet geneigd zijn om te buigen voor uitspraken die in strijd zijn met hun eigen wensen. De aanhangers van deze theorie beschouwen de woorden van Christus Zelf gewoonlijk als meer gezaghebbend dan andere Schriftgedeelten.
Zij veronachtzamen het feit, dat Christus Zelf niets geschreven heeft en dat Zijn woorden op zijn best het verslag zijn van dezelfde mensen, wiens geschriften zij op andere plaatsen in diskrediet brengen. Laten wij niet vergeten, dat Christus Zelf elk woord van het Oude Testament heeft aanvaard als het Woord van God, en dat Hij er voor zorgde, dat elk woord van het Nieuwe Testament volkomen gezag heeft.
3. Inspiratie door genade
Deze theorie neemt aan, dat de schrijvers van de Bijbel op dezelfde wijze, hoewel in meerdere mate geïnspireerd werden, als mensen die in deze tijd door de Heilige Geest gedreven worden. De geschriften van de apostel Paulus worden op een lijn gesteld met die van Calvijn en Luther. Er kunnen dus menselijke vergissingen in voorkomen. Zowel deze als de vorige theorieen worden gehuldigd door de moderne theologen van onze tijd.
4. Woordelijke inspiratie
Deze theorie handhaaft, dat de Bijbel woord voor woord ingegeven is. Dit geldt natuurlijk alleen voor de originele manuscripten, en niet voor kopieën, vertalingen of aanhalingen ook al gaan deze terug tot het begin onzer jaartelling. Hoewel er geen enkel origineel handschrift meer bestaat, is het toch van belang op te merken, dat door zorgvuldige bestudering van deze kopieën, vertalingen en aanhalingen duidelijk is gebleken, dat de tekst van onze tegenwoordige Bijbel nagenoeg gelijk moet zijn aan die eerste handschriften. Soms hoort men ook wel beweren dat niet de woorden maar alleen de gedachte, de inhoud, geïnspireerd zou zijn. Het is echter onmogelijk om zonder geïnspireerde woorden met nauwkeurigheid een geïnspireerde gedachte weer te geven; en die nauwkeurigheid is toch voor de Bijbel een eerste vereiste. Verder blijkt uit de verklaringen van de schrijvers zelf, dat zij zich terdege bewust waren van hun verantwoordelijkheid Gods gedachte in Gods woorden weer te geven.
Verder zeide de Heere tot Mozes: Schrijf deze woorden, want naar luid dezer woorden heb ik een verbond met u en met Israel gemaakt. Exodus 34:27
De Geest des Heeren heeft door mij gesproken en Zijn rede is op mijn tong geweest 2 Samuël 32:2
Mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers Psalm 45:2
Alle rede Gods is doorlouterd… Doe niet tot Zijn woorden (toe) opdat Hij u niet bestraffe en gij leugenachtig bevonden wordt
Spreuken 30:5-6
Toen zeide ik: Wee mij, want ik verga, dewijl ik een man ben van onreine lippen en woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is…Een van de serafs vloog tot mij, en had een gloeiende kool in zijn hand, die hij met de tang van het altaar genomen had, en hij roerde mijn mond daarmee aan, en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeroerd Jesaja 6:5-8
Alles, wat Ik u gebieden zal, zult gij spreken! Jeremia 1:7
Dit woord geschiedde tot Jeremia, zeggende: Neem u een rol des boeks en schrijf daarop alle woorden, die Ik tot u gesproken heb over Israel en over Juda, en over alle volken, van de dag af, dat Ik tot u gesproken heb. Jeremia 36:1-2
Zijn het niet de woorden, welke, de Heere uitriep door de dienst der vorige profeten Zacharia 7:7
Opdat vervuld zou worden, wat gesproken was door Jesaja de profeet. Hij heeft onze krankheden op Zich genomen en onze ziekten gedragen Matthéûs 8:7
De woorden die Ik tot u spreek, spreek ik van Mij zelf niet Johannes 14:10
Die uit God is, hoort de woorden Gods
Die Mijn woorden niet ontvangt heeft, die hem oordeelt…want Ik heb uit Mijzelf niet gesproken maar de Vader, die mij gezonden heeft, die heeft Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen zal en wat Ik spreken zal. Johannes 12:48-49
De woorden die Gij Mij hebt gegeven, heb Ik hun gegeven. Johannes 17:8
Mijn rede en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid. 1 Corinthe 2:4
Gedenkt der woorden die voorzegd zijn van de apostelen onzes Heeren Jezus Christus: dat zij u gezegd hebben, dat er in de laatste tijd spotters zullen zijn. Judas 1:17-18
Toen heeft God Zich bediend van de eigen stijl en de beperkte woordkeuze van de menselijke schrijvers God is machtig om op velerlei wijze nauwkeurig te doen weergeven, wat Zijn bedoeling is, ook in de eenvoudige taal van een visser.
Wat Jezus zegt over de inspiratie
Zonder enige twijfel heeft Jezus het Oude Testament aanvaard als het geïnspireerde Woord van God. Toen Hij verklaarde Uw Woord is de waarheid (Johannes 17:17) was er nog niets van het Nieuwe Testament geschreven en zinspeelde Hij dus uitsluitend op het Oude Testament. Op dezelfde wijze werd het Nieuwe Testament geschreven overeenkomstig Zijn voorzienigheid en belofte. Hij had gezegd, dat Hij een openbaring zou geven, en dat deze openbaring na Zijn heengaan volledig zou worden gemaakt.
Nog vele dingen heb ik tot u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen; maar wanneer die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in alle waarheid leiden; want Hij zal van zichzelf niet spreken, maar zowat Hij zal gehoord hebben zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen Johannes 16:12,13,16
Deze openbaring werd toevertrouwd aan bepaalde mensen.
En gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest. Johannes 15:27
Gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, die over u komen zal, en gij zult Mijn getuigen zijn. Handelingen 1:8
Gaat dan heen, onderwijst alle volken Matthéûs 28:19
Alle dingen zijn van mijn Vader overgegeven; en niemand weet wie de Zoon is dan de vader, en wie de vader is dan de Zoon, en wie de Zoon het zal openbaren. Lukas 10:22
Hij gaf aan hun woorden hetzelfde gezag als aan Zijn eigen woorden.
En zo iemand u niet ontvangen zal, noch uw woorden horen, uitgaande uit dat huis of uit die stad schut het stof uwer voeten af…. Voorwaar zeg Ik u, het zal Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn in de dag des oordeels dan die stad. Matthéûs 10:14-15
Wie u hoort, die hoort Mij; en wie u verwerpt, die verwerpt Mij; en wie Mij verwerpt, die verwerpt Dengene, Die Mij gezonden heeft.
Lukas 10:16
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo Ik iemand zende, wie [dien] ontvangt, die ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, die ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft. Johannes 13:20
Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, [alzo] heb Ik hen ook in de wereld gezonden. Johannes 17:14-18
Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? Dewelke, begonnen zijnde verkondigd te worden door de Heere, aan ons bevestigd is geworden van degenen, die [Hem] gehoord hebben; God bovendien medegetuigende door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten en bedelingen des Heiligen Geestes, naar Zijn wil. Hebreeën 2:3-4
Twee belangrijke schriftplaatsen
1.Alle Schrift is van God ingegeven 2 Timotheus 3:16
Het woord, hier vertaald door ingegeven, wordt maar eenmaal in het Nieuwe Testament gebruikt. Het betekent ’’door-God-ingeademd of door God begeesterd of door God geïnspireerd. En zoals de tekst duidelijk zegt, geldt dit van de gehele Schrift.
2.Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods van den Heilige Geest gedreven zijnde, hebben [ze] gesproken. 2 Petrus 2:21
De uitdrukking door de Heilige Geest gedreven is het wezenlijke element van deze openbaring. Letterlijk staat er, dat de schrijvers voortgetrokken werden door de Geest van God.
De uitdrukking door de Heilige Geest gedreven is het wezenlijke element van deze openbaring. Dit is het getuigenis van de Bijbel zelf wat betreft zijn eigen inspiratie.
Enkele opmerkingen
- Inspiratie houdt in, dat de boodschap onveranderd en nauwkeurig is weergegeven. Betreft het Gods waarheid, dan is zij nauwkeurig overgebracht. Betreft het Satans leugen, dan is zij ook als een leugen weergegeven; want inspiratie verandert een leugen niet in waarheid. Betreft het geschiedenis, dan is zij geheel in overeenstemming met de feiten. Betreft het profetie, dan geeft zij precies aan, wat geschieden zal.
- Inspiratie heeft betrekking op het geschrevene en niet op de schrijvers. De onfeilbare Schrift zelf vermeldt de zonden en tekortkomingen van zijn menselijke auteurs.
De Bijbel - Onderwerp en doel
Het is vanzelfsprekend dat God zich openbaart. Wanneer men het heelal aanschouwt, kan het niet anders, of men moet aannemen, dat er een Schepper is, die dit alles heeft gemaakt. Neemt men aan dat er een Schepper is, en dat de mens het schoonste is, dat Hij heeft geschapen, dan mag men redelijkerwijs verwachten, dat de Schepper Zich met Zijn Schepsel in verbinding stelt en hem Zijn bedoeling en Zijn wil bekend maakt. God de Schepper heeft dit gedaan en Zich op verschillende wijzen geopenbaard.
1. Door de Natuur
Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. Romeinen 1:20
Deze openbaring is evenwel begrensd. Zij zegt niets omtrent verlossing en het doel, waartoe de mens gemaakt is. De heidenen hebben echter geen verontschuldiging, wanneer zij niet erkennen, dat er een God bestaat.
2. In Christus
In de volheid der tijden (Galaten 4:4) kwam de Zoon Gods tot de mensen, om hen God te verklaren in menselijke termen en uitdrukkingen. Door Zijn menswording zijn vele waarheden omtrent de eeuwige God voor het menselijk verstand begrijpelijk gemaakt, die anders nooit tot de mensen zouden zijn doorgedrongen. Door deze openbaring worden niet alleen de Persoon en de macht van God, die in mindere mate reeds in de Schepping waren geopenbaard, aanschouwelijk gemaakt, maar in het bijzonder ook de liefde van God, blijkend uit het verzoeningswerk van de Heere Jezus. (Romeinen 5:8) Christus is het uitgedrukte Beeld van Gods zelfstandigheid. (Hebreeën 1:3) Hij is het beeld Gods, (2 Corinthe 4:4) het beeld des onzienlijken Gods. (Kolossenzen 1:15) In Hem woont al de volheid van de Vader (Kolossenzen 1:19) In Hem woont al de volheid der Godheid (Kolossenzen 2:9)
3.Door het geschreven Woord.
In dit artikel houden we ons bezig met het geschreven Woord als openbaring van God. Niet alleen is God het voornaamste onderwerp van de Bijbel, maar ook Gods bedoelingen en plannen worden er in geopenbaard. De geschreven openbaring is allesomvattend. In de Bijbel vinden we niet alleen wat de natuur ons omtrent God openbaart, of hoe God Zich in Christus aan ons openbaart, maar bovendien nog ontelbare bijzonderheden omtrent God de Vader, de Zoon de Heilige Geest, engelen, demonen, mensen, zonde, verlossing, genade en heerlijkheid.
Het doel van de Bijbel
Uit het geschreven Woord van God wordt het ons duidelijk, dat God één verheven doel voor ogen heeft Hij al wat Hij heeft gedaan of nog zal doen vanaf het begin del Schepping tot in alle eeuwigheid, hetzij in de hemel hetzij op de aarde. Tot dit doel werden de engelen geschapen, alsook het heelal en de mensen. Hoewel voor ons onbegrijpelijk, weten we toch dat zelfs de zonde werd toegelaten en de verlossing werd voorbereid, om dit heerlijke doel te bereiken.
Dit grote doel is: de verheerlijking van God.
Dat God alles zou laten gebeuren om Zichzelf te verheerlijken, zou het - vanuit menselijk standpunt gezien - op vergaande hebzucht lijken. Ons menselijk verstand is echter te klein om dit te bevatten.
In het licht der Heilige Schrift komen we tot het besluit dat God - oneindig in Zijn wezen, volmaaktheid en zaligheid - waardig is eeuwige heerlijkheid te ontvangen. En het zou een grote onrechtvaardigheid zijn, als Zijn schepping Hem niet alle eer en heerlijkheid toebracht, die Hem rechtens toekomen. God is niet zelfzuchtig; Hij, de oorsprong van alle waarheid; Hij moet trouw blijven aan Zichzelf als Schepper en Heer aller dingen.
Het is juist de mens, die zichzelf in het middelpunt stelt en die zich niets schoners voor kan stellen dan zijn eigen verheffing en eer. Het is de mens, die de juiste verhouding tussen Schepper en Schepping niet verstaat en daarom de Schepper niet die eer brengt, die Hem toekomt vanwege Zijn wezen, Zijn positie, Zijn karakter. (Exodus 24:10-17; 1 Kronieken 16:17-29; Psalm 57:11; Jesaja 6:1)
Daar de Bijbel Gods boodschap is aan mensen, is het doel van de Bijbel ook Zijn heerlijk doel, nl. dat Hij wordt verheerlijkt. De Bijbel zegt:
1. De schepping is ter verheerlijking Gods
Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem (d.w.z. tot Zijn verheerlijking) geschapen.
Kolossenzen 1:16
Engelen en mensen, het heelal en alle schepselen , alles is geschapen tot Zijn eer. De hemelen vertellen Gods eer. Psalm 19:1
2. Het volk Israel is ter verheerlijking Gods.
Want gelijk als een gordel kleeft aan de lenden eens mans, alzo heb Ik het ganse huis Israëls en het ganse huis van Juda aan Mij doen kleven, spreekt de HEERE, om Mij te zijn tot een volk, en tot een naam, en tot lof, en tot heerlijkheid; maar zij hebben niet gehoord.
Jeremia 13:11
Een ieder, die naar Mijn Naam genoemd is, en dien Ik geschapen heb tot Mijn eer, dien Ik geformeerd heb, dien Ik ook gemaakt heb. Dit volk heb ik mij geformeerd; zij zullen Mijn lof vertellen. Ik, Ik ben het die uw overtredingen uitdelg om Mijntentwil
Jesaja 43:7, 21, 25
En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan. En uw volk zullen allen te zamen rechtvaardigen zijn, zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten; zij zullen zijn een spruit Mijner plantingen, een werk Mijner handen, opdat Ik verheerlijkt worde.
Jesaja 60:1-3 & 21
3. De Verlossing is tot heerlijkheid Gods
En opdat Hij zou bekend maken den rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid? Romeinen 9:23
Ook zal zij een openbaring zijn der heerlijkheid Gods.
Opdat nu, door de Gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods.
Efeze 3:10
4. Onze wandel tot Gods verheerlijking
Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader die in de hemelen is, verheerlijken.
Mattheus 5:16
Hierin in mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn. Johannes 15:8
Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het alles ter ere Gods! 1 Corinthe 10:31
En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen, opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken die zij in u zien, God verheerlijken mogen in de dag der bezoeking. 1 Petrus 2:12
Indien iemand spreekt, die spreke als de woorden Gods; indien iemand dient, die diene als uit kracht die God verleent, opdat God in allen geprezen worde door Jezus Christus, welke toekomt de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. 1 Petrus 4:11
Indien gij gesmaad wordt om de naam van Christus, zo zijt gij zalig; want de Geest der heerlijkheid en de Geest Gods rust op u. Wat hen aangaat, hij wordt wel gelasterd, maar wat U aangaat, hij wordt verheerlijkt. 1 Petrus 4:14
De Bijbel zelf is Gods instrument, waardoor Hij Zijn kinderen voorbereidt tot alle goede werk:
Al de Schrift is van God ingegeven. is nuttig tot lering tot wederlegging, tot verbetering tot onderwijzing, die rechtvaardig is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust 2 Timotheus 3:16-17
5. Het grootste verlangen van de Christus is, dat God verheerlijkt moge worden.
Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. Romeinen 5:2
6. Zelfs de dood van de gelovige moet medewerken tot dit ene doel.
En dit zeide Hij, betekenende met hoedanige dood Hij God verheerlijken zou Johannes 21:19
Volgens mijn ernstige verwachting en hoop, dat ik in geen zaak zal beschaamd worden; maar [dat] in alle vrijmoedigheid, gelijk te allen tijd, alzo ook nu, Christus zal groot gemaakt worden in mijn lichaam, hetzij door het leven, hetzij door den dood. Fillipenzen 1:20
7. De verloste zal deel hebben aan de heerlijkheid van Christus.
En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij één zijn, gelijk als Wij één zijn. Johannes 17:22
Wanneer [nu] Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Kolossenzen 3:4
Het onderwerp van de Bijbel.
De Heere Jezus is het overheersende onderwerp van de Bijbel. Als een spiegel geeft dit Boek de heerlijkheid des Heeren weer.
En wij, de Heerlijkheid des Heeren weerspiegelende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest. 2 Corinthe 13:18
Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft, om [te] [geven] verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus. 2 Corinthe 4:6
De Heer Zelf is echter is ons geopenbaard, opdat Hij Gods heerlijkheid zou doen zien.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.

