Bekering

Bekering

 

Bekering een bekend woord voor een christen, maar wat houdt bekering in? Is het eenmalig of moeten we ons telkens weer bekeren en bekeren waarvan en waartoe? Zomaar wat vragen waar we in dit artikel proberen een Bijbels antwoord op te geven.

De Bijbelse betekenis van bekeren kan omschreven worden als: omkeren, terugkeren, zich wenden tot. Dus afkeren van en zich keren naar God. Het impliceert dus altijd een radicale verandering ten opzichte van de periode daarvoor. Eerst een toelichting n.a.v. een aantal teksten uit het OT, daarna volgt een korte toelichting over teksten uit het NT.

Het woord bekeren komen we de eerste keer tegen in Deuteronomium 4:30 waar staat “Wanneer het u bang zal zijn en in de toekomst al deze dingen u zullen overkomen, dan zult gij u bekeren tot de HERE, uw God, en naar Hem luisteren”. Mozes beschrijft wat er dient te gebeuren als het volk Israël zich niet houdt aan het verbond dat de Here met hen heeft gesloten.

Twee dingen zijn op basis van deze tekst duidelijk:

1.    Afgekeerd van God. Als het volk de weg die God bedoeld had met het verbond had verlaten moest men zich bekeren, afkeren van die weg. Het betekent dus een radicale breuk in hun leven, een totale wijziging.

2.    Teruggekeerd naar God. Men keerde, als men gehoorzaamde, terug naar God en Zijn voorschriften. Men liet zich weer leiden door Hem.

Bekeren heeft dus te maken met het (weer) op God richten en afwenden van het verkeerde, d.w.z. de weg zonder God.

In 2 Kronieken 6:38  staat een belangrijke toevoeging “wanneer zij zich dan tot U bekeren met hun gehele hart en met hun gehele ziel”. 

De toevoeging is dat het een zaak van het hart en de ziel is. Het raakt daarmee het diepst van ons wezen. Bekering is niet alleen iets anders doen of je op iets anders richten, maar het is vooral een zaak van het hart, van ons innerlijk. Een innerlijke keuze met heel ons wezen om God te dienen en te gehoorzamen. Dat is een belangrijk punt! Het gaat niet alleen om onze daden, maar heel ons hart moet er achter staan, er bij betrokken zijn. Als gevolg van die bewuste innerlijke keuze gaan we vanzelf dingen anders doen. Zie ook Jeremia 24:7 “wanneer zij zich van ganser harte tot Mij bekeren.

2 Kronieken 6:37  “wanneer zij het dan ter harte nemen in het land waarheen zij weggevoerd zijn, zich bekeren, tot U smeken in het land hunner gevangenschap en zeggen: wij hebben gezondigd, ongerechtigheid bedreven en goddeloos gehandeld”,

Ook dit vers geeft een nieuwe aanwijzing, want hier wordt gesproken over het belijden van al hun fouten “wij hebben gezondigd” op de weg vóór hun bekering. Dit is van groot belang, als we ons bekeren, dan hebben we ingezien dat we verkeerd bezig waren en dan moet dit worden beleden aan God. Door het belijden wordt het contact met God hersteld.

In 2 Kron. 7:14 ,  “… verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen”, wordt in relatie tot bekering gesproken over verootmoediging, weer een belangrijk gegeven. Verootmoedigen wil zeggen: zich vernederen of zich onderwerpen, Als we ons bekeren dan onderwerpen we ons aan Gods wil. Dat staat dus lijnrecht tegenover de periode voor de bekering, want toen deed men wat men zelf wilde.

 

Jona 3:8  “”Zij moeten gehuld zijn in rouwgewaden, mens en dier, en met kracht tot God roepen en zich bekeren, een ieder van zijn boze weg, en van het onrecht dat aan hun handen kleeft”.

In dit vers zien we dat de mensen uit Nineve alles doen wat hierboven in een paar teksten beschreven is:

1.    De mensen van Nineve bekeerden zich van hun verkeerde “boze” weg

2.    Ze keerden zich tot God “met kracht tot God roepen”

3.    Ze waren diep in hun hart geraakt en lieten dat zien door hun daden

4.    Ze beleden hun zonden, dat toonden men door hun rouwgewaden, omkeer, berouw

5.    Ze verootmoedigden zich. Ze namen een nederige plaats in, ze onderwierpen zich volledig aan God.

In het NT vinden we teksten die precies hetzelfde zeggen:

Mattheüs 13:15  “want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen”.

Het volk is afgedwaald van God, hun hart is vet geworden en ze luisteren niet meer naar God. De oplossing is er als ze zich bekeren, hun hart omdraaien, naar God. Bij Hem is de oplossing.

Handelingen 26:20  “maar ik heb eerst hun, die te Damascus waren, en te Jeruzalem en in het gehele Joodse land en de heidenen verkondigd, dat zij met berouw zich zouden bekeren tot God en werken doen, met hun berouw in overeenstemming”.

In dit vers wordt gesproken over berouw hebben en werken doen in overeenstemming met hun berouw, dat zijn dus totaal andere werken dan voor hun bekering. Nu zijn het werken voor en met God, nadat er berouw is geweest over die verkeerde werken, de werken zonder God. En als je berouw hebt dan belijd je dat natuurlijk.

Ieder mens is van nature een zondaar en heeft daarom geen contact met God. Dit kan ook niet want de zonde zit tussen hem/haar en God in. We zijn allemaal nakomelingen van Adam en Eva die hadden gezondigd en zijn daardoor dus zondaren geworden. Alle mensen zijn dus zondaren, want  “Wat uit het vlees geboren is, is vlees”, Joh. 3:6. Eerst moet het probleem van de zonde worden opgelost, want God is heilig. Dat kan door ons te bekeren, dit is een eenmalige gebeurtenis. Het betreft dan de bekering vanuit de wereld/ongeloof tot God.

Bekering is dus omkeren van je verkeerde wandel en je tot God richten en Hem gehoorzamen. Dat kan plaatsvinden als we beseffen dat God heilig is en we inzien dat wij zelf zondig zijn dit belijden en Hem vragen om vergeving en om in ons leven te komen. Soms denken we dat we in vergelijking met anderen nog niet zo slecht zijn, maar anderen zijn niet de norm, de norm is de Here Jezus Christus. Als we Gods Woord lezen dan komen we onder de indruk van Zijn reinheid, heiligheid, wijsheid, genade, liefde etc. Als we dat zien dan zien we ook direct onze eigen tekortkomingen. Gelukkig mogen we dan weten dat Christus Zichzelf geofferd heeft om zondige mensen te redden! Wat een geweldige liefde spreekt daaruit, Hij gaf Zijn leven voor ons. Hij droeg de straf, het oordeel dat ik had verdiend. Dat mogen we van harte geloven en aannemen en dan gebeurt er iets wonderlijks Hij doet ons wedergeboren worden. We gaan anders denken en dan anders doen, omdat Zijn Geest ons van binnenuit verandert. We hebben ons bekeerd van onze verkeerde weg, van de weg zonder God. Bekering en wedergeboorte zijn als het ware twee kanten van één medaille: als wij inzien dat we verkeerd bezig zijn en ons tot Hem keren dan doet Hij ons wedergeboren worden. Opnieuw geboren uit een totaal nieuwe Bron.

Gelovigen kunnen gedurende hun levenswandel afdwalen, zij dienen zich dan te bekeren en God weer op te zoeken, Het principe is precies hetzelfde als wanneer we ons als ongelovige bekeren: omkeren naar God, belijden en God gehoorzamen. Het betreft dan bekering van dode werken, dit is iets wat telkens weer dient te gebeuren i.t.t. de bekering vanuit ongeloof tot God. Nu is, zoals gezegd, bekering een zaak van het hart. Maar we kunnen ons hart verharden en niet bereid zijn ons te bekeren. Bekering is geen vanzelfsprekendheid: Jeremia 5:3 “HERE, zien uw ogen niet naar oprechtheid? Gij hebt hen geslagen, zij voelden geen pijn; Gij hebt hen vernield, zij hebben geweigerd tuchtiging aan te nemen; zij hebben hun aangezichten harder gemaakt dan een rots, zij hebben geweigerd zich te bekeren”. Dat was in  het verleden zo en dat is nog steeds zo. God klopt aan onze deur, maar we moeten zelf opendoen en Hem binnenlaten. En het gebeurt nogal eens dat men zich niet bekeert van zijn/haar verkeerde weg. Dat is ontzettend jammer, dat doet God pijn en mensen doen zichzelf daarmee te kort.

Voor een christen is het altijd belangrijk alert te zijn op alles wat er gebeurt in zijn/haar leven. Soms dwalen we ongemerkt af van God en is Hij bezig ons weer terug te krijgen. Hij gebruikt immers alle omstandigheden in ons leven, Hij tuchtigt ons in Zijn liefde, om ons op te voeden. Tegenslag, in welke vorm dan ook,  zou ons moeten bewegen om na te denken of de Here ons iets wil zeggen door deze tegenslag. Klaagliederen 3:40  “Laten wij onze wegen doorzoeken en doorvorsen en ons bekeren tot de HERE”. In het OT gebruikte God de omstandigheden ook om zijn volk weer terug te krijgen als ze waren afgedwaald, zie bijv. Jeremia 36:3  “Misschien zal het huis van Juda luisteren naar al de rampspoed die Ik hun denk aan te doen, opdat zij zich bekeren, een ieder van zijn boze weg, en Ik hun ongerechtigheid en zonde vergeve”. Heel vaak kunnen we lezen dat Hij hen in de moeilijkheden bracht zodat ze weer om Hem zouden gaan vragen.

Van oorsprong is elke christen een afgoden dienaar. Voordat de Here Jezus in ons leven kwam dienden we iets anders. Nu lijkt het dienen van afgoden iets van de oude tijd, maar ik denk dat dit zeker zo actueel is als in Bijbelse tijden. Johannes waarschuwt in het NT niet voor niets: “Kinderkens, wacht u voor de afgoden”, 1 Joh. 5:21. Een afgod is iets wat ons van God af trekt. Iets wat de plaats inneemt die God in zou moeten nemen. Wat is uw/jouw afgod: je geld, gezondheid, hobby, relatie, werk? Op zichzelf zijn dit helemaal geen verkeerde zaken. Maar als ze geleidelijk een te belangrijke plaats in gaan nemen in ons leven wordt het een afgod. Ieder mens heeft hier mee te maken. Het is goed jezelf te onderzoeken, dat geldt ook voor mij, om na te gaan of God echt de eerste plaats inneemt in ons leven of dat er iets anders is wat we belangrijker vinden. Als dat zo is laten we ons dan  bekeren.

Mattheüs 3:8  “Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt”. Een belangrijke tekst. Als we ons van harte bekeren dienen we vrucht voort te brengen die daarbij hoort. Vrucht, zoals beschreven in Gal 5:22. Vrucht die door Hem wordt voortgebracht omdat Hij in ons leeft.  “Noblesse oblige”, adeldom verplicht. Als we voor God kiezen dan hoort daar een veranderde levenswijze bij, ook na langere tijd. Het is goed jezelf te onderzoeken en af te vragen of er vrucht is in je leven.

1 Thessalonicenzen 1:9  “Want zelf verhalen zij van ons, hoe wij bij u ontvangen zijn en hoe gij u van de afgoden tot God bekeerd hebt, om de levende en waarachtige God te dienen”.

Bovenstaande tekst laat ons zien wat er gebeurde met de mensen In Thessalonica nadat ze het evangelie, de blijde boodschap hadden gehoord én aangenomen. Prachtig was dat, er ging een groot getuigenis van deze mensen uit. Het was een totale verandering, de afgoden werden de rug toegekeerd en ze gingen leven met God en dienden Hem.

De kern van bekering staat in dit vers, dat ook wij ons voor het eerst of bij vernieuwing zullen bekeren om de levende en waarachtige God te dienen.

 

 

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.