De hand des Heren was met hen

De hand des Heren was met hen, Hand. 11 vers 21

De eerste gemeente had te maken met verdrukking en vervolging, de gelovigen werden daardoor verstrooid. Ze werden getuigen in Jeruzalem, Judea en Samaria en God gebruikte deze vervolging om het evangelie tot het uiterste van de aarde te brengen. In Hand. 11 zijn vervolgde gelovigen in Antiochië aangekomen. Ze getuigden van wat ze hadden meegemaakt in Jeruzalem en ze verkondigden de Here Jezus. Dan staat er dat de hand van de Here met hen was. Wat een mooie woorden!

De Here was met hen en wat gebeurde er? Er komt een groot aantal mensen tot geloof en bekeerde zich tot de Here. God gebruikte de omstandigheden ten goede, Hij kan met een kromme stok rechte slagen slaan. Bij Hem is niets onmogelijk. De omstandigheden waren slecht, maar God gaat door. Het bloed van de martelaren is het zaad van de kerk wordt wel eens gezegd en dat klopt!

In Genesis wordt geschreven over Jozef, hij had het de eerste fase van zijn leven ook verschrikkelijk moeilijk: verworpen door zijn broers, verkocht aan slavenhandelaren, onschuldig in de gevangenis. Toch lezen we een aantal keren dat de Here met Jozef was in die tijd van problemen en tegenspoed (39:2 en 21). Hij was nabij, de hand des Heren was met Jozef in de problemen.

Daniel heeft in de leeuwenkuil ervaren dat de hand van de Here met hem was. De leeuwen lieten hem ongemoeid! Toen de rijks bestuurders en stadhouders in de leeuwenkuil werden geworpen ging het er heel anders aan toe: “al hun beenderen vermorzelden zij”. God was met Daniël. Hoofdstuk 6 van Daniel is trouwens een prachtig beeld van de Here Jezus. Van Hem werd aan het kruis geen been vermorzeld. Daniel kwam i.t.t. de Rijks bestuurders zonder beenbreuken uit de leeuwenkuil. In vers 4 staat van Daniel: er was een uitnemende geest in Hem, dit wijst ook naar Christus. Er werd geen enkele vorm van aanklacht tegen Daniel gevonden (vs. 5). De kuil werd verzegeld, later zou het graf van de Heer worden verzegeld. Er ging een steen voor de kuil, er ging ook een steen voor het graf. Wat een kostbaar Boek is Gods Woord toch.

De vrienden van Daniel waren in de oven en ook daar was de hand des Heren met hen. Net als bij Daniël gebeurde het (menselijkerwijze) onmogelijke: ze bleven ongedeerd! Het waren zowel voor Daniel als voor Sadrak, Mesak en Abednego ontzettend moeilijke gebeurtenissen, maar God staat boven de gebeurtenissen. Zijn hand beschermde hen. Te midden van de moeilijkheden was Hij erbij. “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad”, Rom. 8:37 of om het met OT woorden te zeggen:  “Als ik roep, antwoord mij, o God mijner gerechtigheid, die mij ruimte maakt in benauwdheid”, Psalm 4:2.

David stond tegenover Goliath, een onmogelijke situatie. De jonge schaapherder tegen een gigant die geoefend was in de strijd. Maar wat zei David? “Hij (God)  zal mij ook redden uit de hand van deze Filistijn”. (1 Sam 17:37) en zo geschiedde, de hand des Heren was met David en hij overwon Goliath. Op een ander moment zat Saul David achterna. Saul was ter ore gekomen waar David en zijn mannen zich verborgen. Het waren angstige tijden voor hem, de omstandigheden waren moeilijk,  want Saul stond op het punt David en zijn mannen te omsingelen, maar de hand des Heren was met David en Hij redde David en zijn mannen. Hoe kan het ook anders, David was gevlucht naar de Rots! 1 Sam. 23:28.

Job is een man die ontzettend veel heeft geleden. In de Bijbel is Job, na de Here Jezus, de man die verreweg de meeste ellende heeft meegemaakt. Alles was hij zo’n beetje kwijt, maar toch heeft Job ervaren dat ook toen de hand des Heren met hem was en zijn conclusie nadat hij al deze moeilijkheden, verdriet, pijn, afwijzing en zorgen heeft meegemaakt is zo ongelooflijke mooi: “Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aanschouwd”. Het had hem dichter bij God gebracht, Job had de Heer echt leren kennen, zijn oog had Hem aanschouwd. Job had a.h.w. contact van hart tot hart met zijn Schepper en dat is zo onvoorstelbaar kostbaar.

Tot slot, hoe zit dat met u en mij, kunnen wij ook getuigen dat de hand des Heren met ons is? Zijn wij net als de discipelen in Hand. 11 of als  Jozef, Daniël, David, de vrienden van David en Job? Stellen wij ons vertrouwen in alle situaties van ons leven op Hem?

De hand des Heren was met deze Bijbelse personen omdat ze op Hem vertrouwden en niet op de omstandigheden zagen. Als ze hadden gelet op bijv. het vuur in de oven dan waren ze radeloos geworden, maar ze zagen op Hem die de Almachtige is, die alles in Zijn hand heeft. Ze zagen op Hem die alle omstandigheden, goede en slechte, gebruikt om ons, net als Job, dichter bij Hemzelf te brengen. Hij verlangt naar ons, Hij wil ons graag dicht aan Zijn Vaderhart hebben en Hij wil zo graag dat we Hem met ons oog aanschouwen, ons in Hem en Hem alleen verblijden. Alles heeft Hij er voor over gehad, zelfs de dood van Zijn geliefde Zoon, om dat te bereiken. Onvoorstelbaar, maar waar!

Vertrouwen op Hem dat is waar hij naar verlangt, daar komt Hij op in. Niet altijd op de wijze zoals wij dat zouden willen, maar op Zijn wijze en Gods weg is nog steeds de beste weg, zoals dat liedje zegt. Juist door moeilijkheden brengt Hij ons vaak dichter tot Zichzelf, de vraag aan u en mij is: Hoe reageer ik op moeilijke omstandigheden. Zie ik op Hem of op de situatie. Veel vertrouwen op Hem gewenst!

 

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.