Tucht in de gemeente/kerk

Tucht (deel 1 van 2)

Tucht staat boven dit artikeltje, dat zal wel een zwaar stuk worden. Maar dat valt mee hoewel het een zeer serieus onderwerp is.

Tucht roept vaak negatieve associaties op, maar dat is niet terecht als we de Bijbel er op naslaan. Zowel het Hebreeuwse als het Griekse woord voor tucht hebben ook de betekenis van terechtwijzing of onderwijzing in zich. Dat maakt tucht al een stuk positiever. Bijbelse tucht is altijd gericht op verandering, verbetering. Een tekst die dit heel duidelijk maakt is:

Hebreeën 12:10  “Want zij hebben ons voor luttele dagen naar hun beste weten getuchtigd, maar Hij doet het tot ons nut, opdat wij deel verkrijgen aan zijn heiligheid”. Hij (God) tuchtigt ons opdat we deel krijgen aan zijn heiligheid. Hij wil dat we steeds meer heilig worden, steeds meer gaan leven als geheel andere mensen. Om aan die heiligheid deel te krijgen brengt Hij ons bijvoorbeeld in moeilijkheden, want door moeilijkheden worden we op Hem geworpen en in moeilijkheden zijn we vaak meer “open” om echt op God te vertrouwen. In de storm leer je het beste een schip te besturen en op koers te houden zo is het ook in het geestelijk leven door levensstormen worden we op God geworpen en zodoende kan Hij ons op Zijn koers terugbrengen. Tucht kan pijn doen,  Hebr. 12:11 “Want alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart (andere vert.: verdriet/droefheid/treurigheid), te brengen doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid.

In het OT kom je precies hetzelfde tegen, bijvoorbeeld in Job 5:17  “Zie, welzalig de mens, die God kastijdt; versmaad daarom de tucht des Almachtigen niet”. Tucht wordt ook hier positief gebracht “welzalig” (andere vert. het is goed als God je straft/welgelukzalig/een zegen is het voor de mens als God hem straft/gelukkig de mens die….) én versmaad (of wijs niet af/weiger niet/verwerp) de tucht van de Almachtige niet. Een dubbele waarschuwing dus! Je ziet in het OT vaak dat God Zijn volk Israël tuchtigt door vijanden op hen af te zenden. (Bijv. Hosea 10:10) Het gevolg is dan dat ze zich realiseren waar ze mee bezig zijn, zich bekeren van hun verkeerde wandel en zich weer op God richten. Of Hij zendt richters of profeten die het volk nadrukkelijk aanspreken, op hun zonden wijzen en aangeven dat ze zich moeten bekeren. Hier is dus sprake van collectieve tuchtiging, en heel volk wordt getuchtigd en het doel is: verandering/verbetering van hun wandel. Hij wil graag dat Zijn volk met Hem wandelt en Zijn weg gaat.

Tucht is voor iedere gelovige nodig om ons te corrigeren omdat we van nature niet geneigd zijn om Gods weg te gaan. Daar waar we afwijken tuchtigt Hij ons omdat Hij ons graag wil zien groeien naar het beeld van Zijn Zoon. Hij doet dit altijd vanuit Zijn liefde. (Hebreeën 12:6  want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here).  Een goede vader of moeder tuchtigt of voedt ook op uit liefde. Straffen, tuchtigen uit boosheid of woede is nooit goed. Een correctie moet altijd bedoeld zijn om het kind te beschermen of verbeteren. Bijbelse tucht is altijd gericht op de toekomst!

Spreuken 4:13  Houd vast aan de tucht, laat haar niet los, bewaar haar, want zij is uw leven. Of Spreuken 6:23 “de vermaningen der tucht zijn een weg ten leven”. (Zie ook Spr. 15:5 en 23) Tuchtiging is goed en nuttig voor iedere gelovige, want zij is uw leven staat er geschreven. Door tuchtiging, zorgt God ervoor dat we tot het doel komen dat Hij heeft, dat we echt gaan leven zoals Hij het heeft bedoeld. We zouden niet bedroefd moeten zijn als we worden getuchtigd maar zelfs blij. Dit stond eigenlijk ook al in Hebr. 12:11 hierboven. Op het moment van tuchtiging is het niet fijn, maar later zijn we er dankbaar voor. Ook Spreuken 1:7 leert ons dat tucht goed en nuttig is “de dwazen verachten wijsheid en tucht”.

Elke gelovige krijgt te maken met de tucht van de Here in zijn/haar leven, dat is normaal. Hij wil ons als een geweldig liefhebbende Vader corrigeren zodat we steeds meer op het beeld van Zijn Zoon gaan lijken. Naast deze “individuele” tucht is er ook sprake van gemeentelijke tucht, daarover in een volgend thema-artikeltje.

 

Tucht (deel 2 van2), Tucht in de plaatselijke kerk/gemeente

De vorige keer ging het over tucht in zijn algemeenheid. Bijbelse tucht is altijd opbouwend bedoeld, met de hoop/verwachting op verbetering. Dit keer bekijken we tucht wat dichterbij, het gaat over tucht in de plaatselijke kerk/gemeente.

In het OT heeft God hele concrete aanwijzingen gegeven voor de bouw van de tabernakel en later de tempel. Daarnaast zijn er tal van voorschriften aangaande de priesterdienst, offerdienst en allerlei reinigingswetten. (Blader bijv. het boek Leviticus maar eens door). Het was immers Zijn huis (tabernakel en tempel) en Hij en Hij alleen bepaalde hoe het er daar aan toe zou gaan. Bij overtreding van deze door Hem ingestelde regels waren er passende maatregelen. Alles hield verband met de grootheid en heiligheid van God. Zie Ex. 40. Mozes was volkomen (7x) gehoorzaam geweest aan God: “zoals de Here Mozes geboden had” lezen we telkens in dit hoofdstuk. Toen Mozes het werk had voleindigd vervulde de heerlijkheid des Heren de tabernakel. Wat moet dat een geweldige belevenis zijn geweest!  (Zie ook 1 Kon. 8:10/11 bij de bouw van de tempel door Salomo). Gehoorzamen aan Gods Woord brengt zegen, dat kun je ook in je eigen leven ervaren. Afwijken van Gods Woord zorgt dat we zegen missen.

In het NT is de kerk/gemeente het huis van God. Ook hierover vinden we in de Bijbel en dan met name in het NT allerlei voorschriften omtrent hoe Hij wil dat de gemeente er uit ziet en functioneert. (1 Tim. 3:15 “Dit schrijf ik u … ..hoe men zich behoort te gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God”).  Het is dus, net als in het OT, logisch dat we in de gemeente luisteren naar hoe Hij wil dat de gemeente er uit ziet en hoe Hij wil dat de gemeente functioneert. Ook hier gaat het, evenals in het OT, om de heiligheid van God.

In het NT lezen we over oudsten of opzieners die er op dienen toe te zien dat er op Bijbelse wijze wordt samengekomen. Daar waar dat niet het geval is komt tucht om de hoek kijken. Nu klinkt dat weer direct heel zwaar maar dat kan in de praktijk meevallen. Soms, niet altijd, helaas. Hierover zo dadelijk wat meer.

Stel er is sprake van zonde (dit moet dan natuurlijk wel duidelijk openbaar zijn gekomen). Dan zullen er normaal gesproken gesprekken tussen een oudste* en de desbetreffende persoon plaatsvinden.  Doel moet altijd zijn de ander weer terug te brengen bij de Herder van de schapen, door berouw en belijdenis. Als dit geen verandering teweeg brengt zullen er met 1 of 2 anderen erbij gesprekken worden gevoerd met precies hetzelfde doel. Als er geen berouw en belijdenis komt kan dit worden meegedeeld in de gemeente, zie Matth. 18:17. Dit is natuurlijk niet fijn voor de betrokkene, maar dit kan, hopelijk al voordat het zover is, wel inkeer bewerken. Een ander aspect is dat de gemeente dan ook geïnformeerd is over de gesprekken die hebben plaats gevonden. Dit zijn natuurlijk altijd zaken waarvan je hoopt dat het niet nodig zal zijn! Deze gesprekken dienen door de oudsten in de gezindheid van Gal. 6:1 te worden gevoerd: Galaten 6:1  “Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.  Deze gesprekken zullen in grote afhankelijkheid aan God en met een biddend hart gevoerd dienen te worden.

Natuurlijk is alles er op gericht de betrokkenen door belijdenis van de zonden terug te brengen bij de Here. Mocht dit helaas niet lukken dan zijn er enkele mogelijkheden die ingezet kunnen worden om inkeer te bewerkstelligen. Als gesprekken niets hebben opgeleverd kan besloten worden door de oudsten om iemand die bewust blijft volharden in de zonde (tijdelijk) te weigeren aan de maaltijd van de Heer, het avondmaal. Deze  tafel van de Heer is bedoeld voor gelovigen. Gelovigen worden van harte door de Heer aan Zijn tafel uitgenodigd, mits zij op waardige wijze (dus niet als er zonde speelt in iemands leven), deel te nemen aan de maaltijd. Het niet mogen deelnemen aan de maaltijd van de Heer kan iemands hart raken, zodat er toch besef van zonde gaat komen.

Als er  bij een persoon die in zonde leeft geen enkele berouw of belijdenis van zonde is kan, maar dat is een alleruiterste maatregel, die persoon worden verzocht de gemeente (totdat er verandering is) niet meer te bezoeken.

Zie bijv. 1 Cor. 5: 1, dit soort situaties zijn natuurlijk volstrekt onacceptabel in de gemeente van God. Of 1 Cor. 5:7. “doet het oude zuurdeeg weg”. Als er oud zuurdeeg is, dus als er zonde is die willens en wetens niet wordt beleden moet er helaas een zeer stevige maatregel worden ingezet. Zie ook Matth. 18 vers 17. Als iemand een oprecht christen is, maar door omstandigheden of zwakte, ernstig zondigt dan kan het zo zijn dat als hij/zij de diensten niet meer mag bezoeken na verloop van tijd het geweten gaat werken en er alsnog berouw komt.

 Tucht is niet bedacht door oudsten/ouderlingen, maar is een voluit Bijbels gegeven met als doel de samenkomsten rein en zuiver te houden. We hebben immers te maken met God die heilig is. In onze tijd zien we veel on-Bijbelse zaken plaatsvinden, ook in kerken en gemeentes, daarom wil ik uw gebed vragen voor hen die in alle zwakte en afhankelijkheid aan God proberen te bewaken dat gelovigen samenkomen op een voluit Bijbelse wijze.

*Dit hoeft natuurlijk niet uitsluitend een oudste/ouderling te zijn. Als een gemeentelid weet dat een ander gemeentelid in zonde leeft, dan is de beste weg dat hij/zij dit zelf op een liefdevolle wijze en in de juiste gezindheid (Gal. 6:1) rechtstreeks bespreekt met de persoon die in zonde leeft.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.