Genade (1)

Genade


Genade is een van de rijkste woorden uit Gods Woord. We zijn in Christus op een onvoorstelbare wijze begenadigd. Genade toont ons de diepte van Gods Vaderhart. Een hart dat overstroomt van liefde. 


God is liefde, maar Hij is ook heilig. Zijn heiligheid kan nooit samengaan met zonde, zonde dient altijd te worden geoordeeld. God heeft een weg gezocht die recht deed aan Zijn liefde én aan Zijn heiligheid. Dat was de weg die Hem het allermeeste kostte, de weg van het kruis, de weg van het aller diepste lijden.  Jezus  Christus, Gods geliefde Zoon, stierf terwijl Hij geen enkele zonde had gedaan, in volkomen eenzaamheid aan het kruis van Golgotha. Hij stierf daar, als Onschuldige, omdat onze zonden op Hem werden gelegd. Hij onderging het oordeel van God in onze plaats. Op deze wijze kon Gods oneindige liefde ons toch bereiken. We hebben het niet verdiend en toch gekregen, dát is genade!


Er zijn diverse omschrijvingen van het woord genade, de volgende is van toepassing op hetgeen hierboven is geschreven: genade kost ons niets, maar heeft Hem alles gekost. Hoe meer we gaan beseffen wat het betekent dat het Hem alles heeft gekost, des te meer gaan we begrijpen van de betekenis van genade. Genade is gratis, voor ons althans. We kunnen het niet verdienen, dan is het immers geen genade meer. 


Voor ieder mens is het lastig genade te aanvaarden, het zit heel diep in ons dat we altijd iets willen doen om iets te krijgen of te verdienen. Bij genade moeten we dit loslaten: Alles is volbracht door de Here Jezus, we hoeven en kunnen er absoluut niets aan toevoegen. Sterker nog als we er iets aan zouden willen toevoegen, dan doet dit afbreuk aan het volkomen werk van de Here Jezus. We geven dan nl eigenlijk aan dat Zijn werk niet helemaal genoeg was en dat er door ons iets aan toegevoegd moet worden. Maar genade is dan geen genade meer en zoals gezegd doet dit afbreuk aan de volledigheid/compleetheid/volkomenheid/alomvattendheid van Zijn offer op het kruis van Golgotha.


Genade is krijgen wat je niet hebt verdiend en niet krijgen wat je wel hebt verdiend is ook zo’n uitspraak om eens rustig over na te denken. Krijgen wat je niet verdient, wat is dat?  Wat hebben we gekregen door genade? O.a. vergeving, verzoening, eeuwig leven. Dit alles is door Gods genade ons deel geworden, maar we hadden dit totaal niet verdiend.


En dan niet krijgen wat we wel hebben verdiend, wat is dat? Dat houdt in straf, oordeel, eeuwige verwijdering van Gods aangezicht. Dat is wat we wel hadden verdiend, maar door Gods genade worden we niet gestraft, want de Here Jezus heeft de straf voor ons, voor mij gedragen! Halleluja, prijst God!


Hoe kunnen we deel krijgen aan Gods genade? Wat is de sleutel om Zijn genade te ervaren in ons leven en daarmee ook Zijn diepe rust en vrede in ons hart? De sleutel is geloof, geloof in het offer van Zijn Zoon. Op basis van Christus’ offer worden verzoening, vergeving, verlossing etc. ons deel. De sleutel of het “middel” om hier aan deel te krijgen is zoals gezegd ons geloof. 


De eerste mens op aarde aan wie God Zijn genade betoonde was Noach. Van hem staat in Genesis 6:8 geschreven: “Maar Noach vond genade in de ogen des HEREN”. En waarom was God Noach genadig? Omdat Hij God geloofde, dat wil zeggen op God vertrouwde. Hij deed wat God had gezegd in Zijn Woord en hij toonde door zijn daden (het bouwen van de ark) dat Hij God serieus nam, en terecht! Noach is waarschijnlijk bespot door vele tijdgenoten, maar toen het begon te regenen en het water steeds hoger steeg zullen de spotters nog wel eens aan Noach en aan de God van Noach gedacht hebben. Noach bouwde de ark toen het nog niet regende, dat spreekt van rotsvast geloof.


In het NT vond o.a. Maria genade bij God, Luk. 1:30 “Wees niet bevreesd, Maria; want gij hebt genade gevonden bij God”. Voor Maria gold precies hetzelfde als voor Noach: ze geloofde God, “En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord”, Luk. 1:38.


In het OT gold vooral de wet, het principe van de wet was “doet dit en gij zult leven”. In het nieuwe testament wordt, na de dood en opstanding van de Here Jezus en de uitstorting van de Heilige Geest alles totaal anders: “want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen”. De wet was onze tuchtmeester tot op Christus. De wet toonde aan dat de mens niet in staat was Zijn wet, die heilig en goed was, te volbrengen. In deze genadetijd wil Hij Zijn wet in ons leven uitwerken. Het gaat er in deze genadetijd niet om dat wij zeggen ”alles wat de Here zegt zullen we doen”, dat is hoogmoedig, want de mens is van nature een zondaar en dus niet in staat, absoluut niet in staat Gods heilige wet te vervullen. Door Zijn Heilige Geest wil Hij (en niet wijzelf) het nieuwe leven, de vrucht openbaren tot eer van God de Vader.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.