Verzoeking


Verzoeking


Jacobus 1: 14 ’Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort.’


Verzoeking komt voort uit onze begeerte, onze eigen natuurlijke verlangens. Ieder mens heeft hier mee te maken. Dit is al zo sinds het paradijs. Eva en daarna Adam zondigden omdat ze luisterden naar en in gesprek gingen met de slang die inspeelde op hun begeerte(n).


De fout die Adam en Eva maakten was dat ze in discussie gingen met de slang. Ze vertrouwden niet onvoorwaardelijk op wat God had gezegd! Doordat ze dit deden begaven ze zich op glad ijs en het resultaat is bekend. Wij als nt gelovigen kennen deze geschiedenis en wij kunnen hieruit leren, dat we altijd onverkort moeten vasthouden aan datgene wat God in Zijn Woord zegt en daar niet over in discussie moeten gaan.


De slang zei: ’God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?’. De slang komt met een halve waarheid en een halve waarheid is een hele leugen. Zo zal er in ons persoonlijk leven, als we verzocht worden, altijd wel iets positiefs te bedenken zijn, want ons hart is arglistig. Maar om weerstand te kunnen bieden aan verzoekingen moeten we het Woord van God kennen én gezaghebbend laten zijn in ons leven. Daarom is het bezoeken van de gemeentelijke samenkomsten, bijbelstudies, bidstonden en het houden van stille tijd zo belangrijk. Want dan worden we gevoed vanuit Gods Woord en kunnen we elkaar opbouwen, zodat we gaan groeien in ons vertrouwen op God. Ook kunnen we elkaar bemoedigen of vermanen. Vermanen in het Grieks impliceert óók vertroosten. Dit is iets waar we als gemeente in moeten groeien, vooral het in positieve zin acht geven op elkaar in een houding van liefde en zorgzaamheid.


De slang speelde door zijn aanpak in op de begeerte van Adam en Eva, de boom was begeerlijk om te zien. Verder probeerde hij jaloersheid op te wekken: ’gij zult aan God gelijk zijn’. Johannes schrijft vele eeuwen later in zijn eerste brief ’al wat in de wereld is is de begeerte van de ogen, de begeerte van het vlees en de hoogmoed’. Wij zijn niet beter dan Adam en Eva, wij hebben nu nog steeds dezelfde begeerten die ons danig parten kunnen spelen.


De ’begeerte van de ogen’ is waar in onze tijd enorm aan wordt geappelleerd. We leven in de tijd van de beeldcultuur. Er komt in hoog tempo van alles op ons af via de tv, dvd, grote billboards langs de wegen, internet, tijdschriften, kranten etc. wat een beroep doet op onze begeerte. De hele reclamewereld bestaat bij de gratie van begeerte. Beelden dringen diep door in ons leven en kunnen lang blijven ’hangen’. Daarom is het goed om hier bewust mee om te gaan. Een voorbeeld. U surft over het Internet, op een gegeven moment belandt u per ongeluk op een site waar u als christen beter niet kunt komen. U wordt aangetrokken door wat u ziet, maar in plaats van het venster te sluiten, klikt u nog verder door… Ongeveer hetzelfde kan natuurlijk gebeuren als u gaat zappen op de tv. (De moderne mens wordt wel eens de ’Homo Zappiens’ genoemd).


In het bovenstaande voorbeeld zien we gebeuren wat Jacobus beschrijft: door te surfen of te zappen kunnen we beelden te zien krijgen die onze begeerte oproepen. Laten we die beelden toe en zetten we de tv niet uit dan wordt de begeerte bevrucht. We komen in de greep van de begeerte, dit is een fase verder. Dan baart de begeerte zonde, dat is het resultaat van de bevruchting. Tot slot brengt het de dood voort, d.w.z. de relatie met God wordt verstoord. De relatie wordt pas hersteld als we deze zonde belijden. Tot die tijd zijn we onbruikbaar en dus ook onvruchtbaar voor God. We zien dit heel duidelijk in de geschiedenis van David en Bathseba. David zag Bathseba en komt vervolgens in de greep van zijn begeerte met alle gevolgen van dien. Zijn zonde had tot gevolg dat de gemeenschap met God verstoord werd. Psalm 32 laat ons zien hoe ellendig hij zich voelde nadat hij gezondigd had. Het punt waar David de fout inging was toen hij zijn ogen niet van Bathseba af wilde wenden, hij ging toen van kwaad tot erger.


We moeten hier elke dag attent op zijn en alert reageren als we merken dat we meegezogen worden door onze begeerte. Het beste is om dit dan direct bij God te brengen en Hem om hulp en kracht te vragen de begeerte te weerstaan. Een ander praktische mogelijkheid is om iets anders te gaan doen, waardoor onze gedachten worden afgeleid. Met begeerte is het als met vuur, één lucifer kun je nog gemakkelijk doven, maar als je met de lucifer de gordijnen aansteekt wordt het al heel wat lastiger om het vuur te blussen, als het nog verder gaat met de brand is er vaak geen redden meer aan! Het is dus van belang dat we, zodra we worden verzocht, er zo snel mogelijk iets aan doen door het bij God te brengen zodat de begeerte ons niet in zijn greep krijgt. Naarmate we langer wachten wordt het steeds moeilijker om te stoppen!


Zoals gesteld leven we in een wereld waarin heel veel op ons af kan komen, terwijl we het helemaal niet zochten. De vraag is dan hoe we daarmee omgaan. Corrie ten Boom schrijft dat je het niet kunt helpen dat er vogels boven je hoofd vliegen, maar wel dat ze een nestje op ons hoofd bouwen! Ze bedoelde hier natuurlijk mee dat je makkelijk met van alles geconfronteerd kunt worden, maar sta niet toe dat je door de begeerte meegetrokken en tot zonde verleid wordt!


Ons leven bestaat voortdurend uit het maken van keuzes. Alleen door echt met God te leven zullen we de juiste keuzes maken. Hoe beter we Hem kennen en liefhebben des te meer zullen we in ons dagelijks leven rekening met Hem houden en Hem er bij betrekken als we merken dat we last hebben van onze begeerte. ’Mijn spijze is de wil te doen desgenen, die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen’ zei de Here Jezus (Johannes 4:34), moge dat steeds meer ons verlangen worden.



Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.