Het beste kleed

Het beste kleed

De verloren zoon uit de gelijkenis in Lucas 15 is een beeld van een zondaar, die tot inkeer komt, zijn zonden belijdt en door de Vader liefdevol wordt aangenomen. Nadat de vader de zoon in zijn armen heeft gesloten is het eerste wat hij doet zijn zoon bekleden met het beste kleed.

In dit artikel willen we bekijken wat het wil zeggen om met het beste kleed te worden bekleed. De eerste keer dat we lezen over het bekleed worden is in Genesis 3. Adam en Eva hebben gezondigd en nadat de Here een dier heeft geslacht vervangt Hij hun eigen gemaakte bekleding met de vellen van het dier. De eerste overeenkomst met Lukas 15 is dat het Gód is die de mens die heeft gezondigd bekleed, Hij neemt het initiatief. De vader in de gelijkenis van Lukas 15 is immers een beeld van God de Vader. De tweede overeenkomst is dat Adam en Eva in Genesis 3 en de verloren zoon in Lukas 15 bekleed worden. Hij bekleedt de zondaren, in de gelijkenis in Lukas doet de vader, naast het beste kleed bovendien nog een ring aan de hand van de zoon, schoenen aan zijn voeten en laat hij het gemeste kalf slachten. Dit alles spreekt van vergeving én van rijke zegen.

In het boek Jesaja hoofdstuk 61 vers 10, staat “gij hebt mij bekleed met de klederen des heils en met de mantel der gerechtigheid”. Hier wordt gesproken over de “aard” van de klederen, klederen van heil, d.w.z. van herstel. Bovendien is hier sprake van een “mantel der gerechtigheid”, met andere woorden de mantel van rechtvaardigheid. Je zou kunnen zeggen dat deze uitdrukkingen de kwaliteit van de mantel aangeven. Dit sluit aan bij datgene wat de vader in Lukas 15 zegt. De vader heeft het namelijk over het beste kleed. Als we het gedeelte uit Jesaja in zijn geheel bekijken, dan zien we dat vers 10, waar staat “want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, met de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld”, betrekking heeft op mensen die genoemd worden “gebrokenen van hart”, “gevangenen” en “treurenden”, vers 1 en 2.  De gebroken harten zijn hersteld, de gevangenen worden vrijgelaten en de treurenden zijn getroost. Er is sprake van een hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw en een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest, vers 3. Dit alles spreekt weer van vergeving en van zegen, zoals we ook al zagen in de gedeelten uit Genesis en Lukas. Er wordt ook nog gezegd “gij zult priesters des Heren heten” Jes. 61:6, hierop kom ik later terug.

Zacharia 3 vers 1 tot 7. We zien de hogepriester Jozua staan voor de Engel des Heren, terwijl de satan hem aanklaagt. Ook wij worden aangeklaagd, door de aanklager der broederen. Wij hebben van nature ook vuile klederen aan, we zijn onrein, zondig.  Maar wij hebben gelukkig ook een Voorspraak, Iemand die het voor ons opneemt, onze Advocaat. De vuile klederen van Jozua worden uitgedaan, vergelijk de bladeren uit Genesis en de smerige kleding van de jongste zoon, en hij krijgt feestklederen aangetrokken. Een reine tulband wordt op zijn hoofd gezet en hij krijgt een staatsiegewaad aan. De tulband spreekt van het priesterschap en het staatsiegewaad van het koningschap.

Gaan we nu naar het n.t. dan lezen we in Galaten 3:27 “Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed”. Hier blijkt waar het uiteindelijk om gaat. In het o.t. is in de verschillende tekstgedeelten telkens wel enigszins geopenbaard waar het bekleden betrekking op heeft, maar in dit vers wordt volkomen duidelijk wat er werd bedoeld. We zijn met Christus bekleed. Hij is ons kleed van het heil, Hij is onze mantel van gerechtigheid, Hij is het beste kleed. Nadat we onze zonden hebben beleden, toen we tot geloof kwamen, vergaf Hij al onze schuld én bekleedde Hij ons met zijn beste kleed, met de Here Jezus zelf. Als God nu naar ons kijkt, dan ziet Hij niet meer ons, maar Christus. Wij zijn in Hem. Dat betekent dat God dan Zijn rechtvaardigheid en heiligheid ziet, omdat Hij ons “omhult”.

Wij zijn dus met Christus bekleed, met het beste kleed. Dat betekent dat we Zijn kleed der gerechtigheid, eigenlijk Hemzelf, verontreinigen als we zondigen. Dit moeten we diep op ons laten inwerken, Híj wordt besmeurd als wij zondigen!

Als we begrijpen dat we met Hem zijn bekleed, dan beseffen we dat het oude inderdaad voorbij is gegaan en dat alles nieuw is geworden. We bevinden ons in een totaal nieuwe situatie. In Hem is ons alles geschonken, Rom. 8: 32. Dit gaat veel en veel verder dan alleen vergeving van zonden, hoewel dat op zich al geweldig zou zijn. Naast de vergeving van al onze zonden heeft God ons alles geschonken in Zijn Zoon, daarvan spreekt het bekleed worden met het beste kleed.

Verder zagen we in de gedeelten uit het o.t. dat er sprake was van priesterkleding en koningskleding. Dit kunnen we ook toepassen op onze n.t. situatie, want Hij heeft ons gemaakt tot een priesterlijk koningschap, 1 Pet. 2 vers 9. We kunnen nu uit de grond van ons hart beamen, dat we net als de hogepriester Jozua, uit het vuur (oordeel) gerukt zijn, en dat Hij ons heeft bekleed met Zijn beste kleed, de Priester en Koning onze Here Jezus Christus.


 

 

 

 

 


 

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.