De vruchten van de Geest (1)

De vruchten van de Geest
A. Lievers

Inleiding

Deze artikelen zijn oorspronkelijk geschreven voor een radioprogramma voor de lokale omroep in Hengelo. De teksten zijn enigszins aangepast om de spreektaal wat te onderdrukken. Toch draagt het resultaat duidelijk de sporen van haar oorsprong. Dat wil zeggen dat de stijl tamelijk ’los’ is en dat belangrijke begrippen vaak meerdere keren worden herhaald, telkens in iets andere bewoordingen. Deze stijlkenmerken heb ik bewust zo gelaten. Op deze manier hoop ik dat er gemakkelijk leesbare artikelen zijn ontstaan, waarbij de lezer zich op de denkbeelden kan concentreren, zonder door een beknopte stijl te worden afgeleid.

Het zou fijn zijn wanneer deze artikelen er toe zouden bijdragen dat het beeld van de Heere Jezus voor iedereen duidelijker zichtbaar zou worden in ons die geloven.

”Maar de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Gal. 5:22).

Liefde

Christelijke liefde

Liefde is een woord dat voor veel mensen een wrange bijsmaak heeft. Sommigen krijgen de kriebels van dat gepraat over liefde, zeker als het door christenen gebeurt. Zij hebben wel andere ervaringen met die lui. Anderen hebben er van vroeger, vanuit hun jeugd, allerlei nare ervaringen aan overgehouden. Nooit was er warmte, nooit een aanmoedigend woord. Altijd moest er gepresteerd worden en op een complimentje kon je lang wachten. Voor weer anderen is liefde iets waarvan je zoveel mogelijk moet genieten. Zij hébben geen liefde meer, zij bedríjven haar. Vreemd is dat eigenlijk, al die verschillende belevingen van een en hetzelfde woord: liefde.

Wij willen in dit hoofdstuk eens wat verder nadenken over wat liefde nu eigenlijk is. En dan zullen wij het hebben over échte liefde en dat is de christelijke liefde. Echte liefde is de liefde van God, Die Hij, God, heeft gegeven aan alle ware christenen. Het toonbeeld van Gods liefde is vanzelfsprekend Zijn Zoon, de Heere Jezus. Liefde was voor de Heere Jezus nooit iets abstracts, iets waarover je zou kunnen filosoferen. Voor Hem was het iets dat je moest tonen, dat je zichtbaar moest maken in je leven. ”Niemand heeft meer liefde”, zei Hij, ”dan diegene die zijn leven geeft voor zijn vrienden”. Ware liefde is niet een mooi gevoel dat je voor iemand hebt. Nee, wanneer je iemand liefhebt, dan is dat volgens de Heere Jezus in de eerste plaats een houding. Het is de houding van iemand die zijn leven voor zijn vrienden wil geven. Het is de houding van iemand die alles voor zijn vrienden over heeft. Ware liefde is de houding van iemand, die zich opoffert voor zijn vrienden.

Ziet u dat de christelijke liefde heel wat anders is dan de puur egoïstische houding van ”voel ik mij er goed bij”? Het is juist het tegenovergestelde. Christelijke liefde denkt niet: ”Vind ik het fijn?”, maar zij denkt: ”Hoe kan ik het voor de ander fijn maken”. Dat ligt ons mensen niet zo. Wij zijn in de grond van ons wezen allemaal egoïsten. Wij willen allemaal het beste voor onszelf en het geluk van anderen kan ons niet zoveel schelen. O, zeker, ik weet best dat wij er geen enkel bezwaar tegen hebben als de anderen ook gelukkig zijn, zolang het ons maar niet belemmert.

De Heere Jezus

Laten wij nog weer eens naar de Heere Jezus gaan kijken. Voor Hem was ”je leven willen geven voor je vrienden” geen loze kreet. Wij weten dat Hij gestorven is voor u en voor mij, enkel en alleen omdat Hij niet wilde dat wij met ons versprutste leven voor een rechtvaardige God zouden moeten verschijnen. Hij heeft in de meest letterlijke zin Zijn leven gegeven.

En voor wie heeft Hij dat gedaan? Heeft Hij Zijn leven gegeven voor Zijn vrienden? Wanneer je in de Bijbel leest over de manier waarop Hij is gestorven, dan valt het op hoe weinig vrienden Hij had. En die paar vrienden die Hij had, stonden op een veilige afstand toe te kijken hoe Zijn vijanden Hem bespotten. Nee, toen Hij stierf was Hij niet omgeven door Zijn vrienden. De Bijbel zegt in Rom. 5:6: ”Want toen wij nog krachteloos waren, is Christus te rechter tijd voor goddelozen gestorven. Want ternauwernood zal iemand voor een rechtvaardige sterven; immers, voor de goede heeft misschien iemand nog wel de moed te sterven. Maar God bevstigt Zijn liefde tot ons hierin, dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren”.

Wat staat hier nu eigenlijk?

Christus, de Heere Jezus, is voor ons gestorven toen wij nog zondaren waren. Hij heeft ons wel een heel groot voorbeeld gegeven hoever de liefde van God gaat. God gaf Zijn Zoon niet om te sterven voor Zijn vrienden. Nee, de Heere Jezus kwam en stierf voor zondaars, voor mensen die niets met Hem te maken wilden hebben. Dat is, tussen twee haakjes, ook de reden dat wij zeker kunnen zijn van het feit dat wij met God in het reine zijn gekomen. Een paar verzen verderop zegt Paulus letterlijk: ”Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, veel meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven”.

Gods liefde was zo groot dat Hij Zijn Zoon gaf voor ons. De liefde van de Heere Jezus, de Zoon van God, was zo groot dat Hij zelfs voor zondaars, voor Zijn vijanden wilde sterven. Maar dat is niet het einde van het verhaal. De Heere Jezus is niet dood! Hij is dood geweest, maar Hij is uit de dood weer levend geworden. En dat feit, dat Hij nu leeft, geeft ons de zekerheid dat wij wat onze verhouding met God betreft, geen problemen meer hebben. Zijn dood bracht voor ons de verzoening met God teweeg, Zijn leven geeft ons de zekerheid dat wij ook behouden zullen worden.

De ware liefde

Wij hebben gezien dat de Heere Jezus als het ware het begrip liefde binnenste buiten keerde. Hij liet zien dat ware liefde niet uit is op het eigen belang, maar dat het haar te doen is om het geluk van de anderen”. Dat Hij het niet bij vrome woorden alleen heeft gelaten is ook duidelijk. Hij is immers gestorven voor zijn vrienden op het moment dat die nog helemaal niets met Hem te maken wilden hebben. Als er iemand recht van spreken heeft, dan is Hij het.

Een voorbeeld

Wat heeft dat allemaal met ons te maken? Meer dan wij zouden denken. De Heere Jezus vraagt van iedereen die in Hem gelooft, dat hij Zijn voorbeeld zal navolgen. Dat wil zeggen dat Hij wil dat wij diezelfde liefde tonen die ook Hij heeft getoond. Hij heeft ons in feite maar één enkel gebod gegeven: ”Dit is mijn gebod, dat u elkaar liefhebt zoals Ik u heb liefgehad” (Joh. 15:12). De apostel Johannes maakt naar aanleiding hiervan in zijn Eerste Brief de hele simpele gevolgtrekking: ”Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij (dat is de Heere Jezus) Zijn leven voor ons heeft afgelegd; ook wij behoren het leven voor de broeders af te leggen” (1 Joh. 3:16). En om te voorkomen dat wij met opluchting zouden denken dat er niemand in onze kennissenkring in doodsgevaar is, voegt hij er heel praktisch aan toe: ”Wie nu aardse goederen heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden en zijn hart voor hem sluit, hoe blijft de liefde van God in hem?” (1 Joh. 3:17).

Dat wil dus zeggen dat liefde, christelijke liefde, de Goddelijke liefde die in onze harten is gegoten door God Zelf, dat die liefde een levensstijl is. Het is een houding. Het heeft in feite niets met ons gevoel te maken. Als God spreekt over liefde, dan heeft Hij het over een levensinstelling, over onzelfzuchtigheid, over onbaatzuchtigheid, over het beste zoeken voor anderen, ook al betekent dat, dat je flink op je eigen vrijheid moet interen.

Een voorbeeld voor wie?

Sommigen denken daarmee een wapen tegen anderen in handen te hebben gekregen. Wanneer de ware liefde juist op de ander is gericht, dan moeten wij elkaar dus de maximale vrijheid geven. Wij moeten immers het beste voor de ander zoeken. Daarom menen zij recht te hebben op die maximale vrijheid, die anderen hun moeten toestaan. Ware liefde laat immers vrij, welnu, zij wensen vrijgelaten te worden in alles wat zij doen. Zij lijken op mensen die onmiddellijk het grootste stuk vlees uit de pan vissen, onder het motto dat dàt nu juist het stuk was dat de anderen voor hen zouden moeten overlaten. Zo werkt dat natuurlijk niet. Liefde is niet iets waarmee wij aan anderen een door ons gewenste levensstijl kunnen opleggen. Wij kunnen niet zeggen: ”Jij moet mij liefhebben en dus moet je dit of dat doen”.

Nee, liefde is precies het tegenovergestelde. Het vraagt zich af waarmee het een ander kan verder helpen. In liefde moet ik de dingen in anderen verdragen, zelfs als die dingen helemaal tegen mijn manier van leven ingaan. En dat, terwijl ik dat niet van de ander als een soort tegensprestatie terugverwacht. Liefde gééft, altijd en onvoorwaardelijk.

Heel concreet

Nu is er nog een ding waar wij het over moeten hebben. Het is niet voldoende dat wij hebben ingezien wat de liefde van God nu eigenlijk inhoudt. Wij zullen er mee aan de slag moeten. Want, wat was ook weer het gebod dat de Heere Jezus ons heeft gegeven? Precies: ”Dit is Mijn gebod dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad”.

Wat Hij dus heel concreet van ons verwacht is, dat wij bereid zullen zijn ons leven voor de ander in te zetten. Eén van de gevolgen van een dergelijke opdracht is, dat wij ons niet meer achter ons karakter kunnen verschuilen. Want onze opdracht is niet om de ander lief te vinden, of, om het anders te stellen, onze opdracht is niet om de ander aardig te vinden. Als dat zo zou zijn geweest, dan hadden wij kunnen zeggen dat wij dat niet konden, het ging tegen ons karakter in. En daarmee was voor ons de kous af. Maar dat is het nu juist niet. Onze opdracht is simpelweg om niet aan onszelf te denken en ons helemaal op het geluk van de anderen te richten. Dat is niet eenvoudig.

Wij zouden dat ook helemaal niet kunnen, wanneer de liefde van God niet in onze harten is uitgestort. Diezelfde liefde die God heeft gedreven om Zijn Zoon te geven, precies diezelfde liefde is in onze harten uitgestort. Wij hèbben die liefde. Hier staat nu wel zo gemakkelijk ”wij”, maar dit is alleen waar voor hen die de Heere Jezus als hun persoonlijke Verlosser hebben aangenomen. Want alleen zo iemand heeft de Heilige Geest ontvangen. En ”de liefde van God is in onze harten uitgestort door de Heilige Geest, Die ons gegeven is”. Dat is geen verzinsel van mijzelf. Dat staat letterlijk zo in Gods Woord. Leest u het maar na in Rom. 5:5.

Belemmering

Wij weten dus dat wij de liefde van God in onze harten hebben en dat wij daardoor in staat zijn lief te hebben zoals ook Hij ons heeft liefgehad. Wanneer wij nu merken dat wij die liefde niet in ons leven laten zien, dan moeten wij er goed over nadenken waar de belemmering zit. Want dat er dan een belemmering zit is duidelijk. God de Vader wil niets liever dan dat Zijn kinderen de karaktertrekken vertonen van de Heere Jezus; en waar dat niet gebeurt, daar ligt dat aan onze eigenwijsheid. Of aan een zonde in ons leven die het God onmogelijk maakt Zijn kracht in ons te laten zien. Hoe dan ook, er zit maar één ding op: Belijden. Want de Bijbel zegt: ”Als wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid”. Dan zal er geen enkele reden meer zijn waarom die liefde, die God in Jezus Christus heeft getoond, niet in uw leven zichtbaar zal worden.

Blijdschap

Wat is blijdschap?

Blijdschap is een woord dat allerlei bijgedachten oproept. Praat met verschillende mensen over blijdschap en je krijgt allerlei meningen te horen. En zijn allerlei soorten van blijdschap. Misschien herinnert u zich die beelden nog wel uit Libanon, of uit Ulster of van rellen in Amsterdam bijvoorbeeld. Daar kon je een heel vreemd soort blijdschap zien. De blijdschap over het ongeluk van een ander, over de pijn van een ander. Want die ander was de vijand en als je de vijand flink kunt raken, dan mag je daar bij staan te juichen. Oorlog levert blijdschap op, grimmige blijdschap, blijdschap om de vernietiging van degene die je haat. Vreemd eigenlijk, je kunt blijkbaar blij zijn als eindelijk opgekropte aggressie en frustratie de vrije loop krijgen. Iedereen kent dat soort blijdschap wel en we weten ook dat die blijdschap bepaald niet gelukkig maakt.

Bewondering van anderen?

Het is niet de enige soort blijdschap waar je ongelukkig van wordt. Eigendunk, trots, is net zo verradelijk als haat. Wanneer je ingenomen bent met jezelf, dan is het niet iets waar je gelukkig van wordt. Meestal verlies je er je vrienden mee. Wanneer je wilt genieten van de bewondering van anderen, dan moet je je vreselijk inspannen om niet door de mand te vallen. Wanneer je de bron van je blijdschap wilt zoeken in de bewondering van anderen, van de rest van de groep, dan moet je je vreselijk inspannen. En vroeg of laat laten ze je toch vallen. Vroeg of laat kom je iemand tegen die beter is dan jij. Nee, trotse blijdschap is ook niet zo’n succes.

Echte blijdschap

Wanneer je er even over nadenkt, wordt ook wel duidelijk waarom deze soorten van blijdschap niet veel kans van slagen hebben. Ze zijn veel te afhankelijk van de omstandigheden. Wanneer je een beetje geluk hebt kan het wat langer duren, maar vroeg of laat veranderen de omstandigheden en je bent je blijdschap kwijt.

Nee. Echte blijdschap zit van binnen. Echte blijdschap komt niet van buiten, niet van het ongeluk van anderen en ook niet van de bewondering van anderen. Echte blijdschap lijkt wel wat op verliefdheid. Het is iets wat diep van binnen in je zit en het komt er uit, wat de omstandigheden ook zijn. Werkelijke blijdschap is een harmonie in je leven, gelukkig zijn, zelfs als je verdrietig bent. Werkelijke blijdschap is de blijdschap die God wil geven, het is de christelijke blijdschap.

De Heere Jezus

En om te zien hoe die blijdschap in de praktijk van het leven werkt, moeten we gaan kijken naar Hem Die altijd met de blijdschap van God door het leven ging, de Heere Jezus. Was er in Zijn leven geen tegenslag? Nou, in feite zou je bijna denken dat er in Zijn leven niet veel was dat werkelijk goed ging. Van Hem staat in Jes. 53:3: ”Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten en verzocht in krankheid, en een ieder was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht”. Hij was één van de eenzaamste mensen die er geleefd hebben. Zelfs temidden van Zijn vrienden vond Hij nauwelijks weerklank voor Zijn boodschap. Maar let u nu eens op hoe dat de ware blijdschap bij Hem niet weg kan nemen. Leest u maar eens in Matth. 11:25,26: ”In die tijd antwoordde Jezus en zei: Ik prijs U, Vader, Heere van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U”.

In de weg van God

Laten wij daar eens over nadenken. Het feit dat Zijn boodschap niet werd aangenomen bracht Hem niet in een depressie, want Hij wist dat Hij de wil deed van Zijn Vader Die in de hemel is, en dat Hij dus geen reden had om depressief te zijn. Zijn blijdschap werd er niet door beanvloed, dat de mensen niet naar Hem luisterden, want Hij wist dat Zijn relatie met God goed was. Hij wist dat Hij leefde volgens de bedoeling van God, Zijn Vader en dat was de bron van Zijn blijdschap. De verwerping en de verachting die Hij ondervond van de mensen waren geen dingen die Hem aan het wankelen konden brengen, Hij wist immers dat het niet kwam doordat Hij van God was afgeweken, maar juist doordat Hij in de weg van God was. En voor Hem was er maar één ding belangrijk in het leven, het doen van de wil van Hem die Hem gezonden had.

Blijvend?

Blijdschap kan dus heel verschillende oorzaken hebben. Daar zijn we mee begonnen. Het kan voortkomen uit leedvermaak, of uit wraakzucht, of uit een superiorteitsgevoel, uit wat voor een omstandigheid dan ook. Dat soort vreugde gaat vroeg of laat verloren, omdat het uit de omstandigheden voortkomt. Veranderen die omstandigheden, dan blijft er van de vreugde niet veel meer over. Het is als een sneeuwbal in de Sahara.

Innerlijke blijdschap

Maar vreugde kan ook voortkomen vanuit het innerlijk. En die blijdschap is bestand tegen de veranderende omstandigheden, omdat ze er niet van afhankelijk is. Christelijke blijdschap is bij uitstek een vreugde die niet in de omstandigheden, maar in de relatie met God verankerd is. En omdat God niet verandert, is ze veel bestendiger dan elke andere vorm van blijdschap. Christelijke blijdschap is vaster, niet omdat christenen betere mensen zijn, evenmin omdat christenen een soort onnadenkendheid aan de dag moeten leggen, maar omdat de christelijke blijdschap haar oorsprong vindt in God.

Een voorbeeld

Wij hebben al een voorbeeld gezien in de Heere Jezus, hoe Zijn blijdschap niet door de omstandigheden, de verachting van de mensen, kon worden beanvloed. Maar nu kunnen we gemakkelijk zeggen dat dat wat voor de Heere Jezus geldt, nog niet voor ons hoeft te gelden. Daarom wil ik ook een voorbeeld aanhalen van mensen die, net als u en ik, volgelingen van Hem waren.

Op een gegeven moment werden Paulus en Silas opgepakt in Filippi, omdat ze de openbare orde zouden hebben verstoord door hun prediking. Het ging er bepaald niet zachtzinnig aan toe en ze werden in een kerker gegooid, hun hele rug kapotgeslagen door de zwepen van de rechters. En wat staat er dan in Hand. 16:24 en 25? Toen de gevangenbewaarder het bevel had gekregen hen zorgvuldig te bewaken, zette hij hen in de binnenste kerker en sloot hun voeten zorgvuldig in de boeien. Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gods lof; en de gevangenen luisterden naar hen.

Dat laatste is geen wonder. Mensen die in het holst van de nacht, terwijl hun ruggen kapotgeslagen zijn, toch zingen ... daar luister je naar. Hoe is het mogelijk dat je zo blij bent, dat je moet zingen, terwijl je de hele rug zeer doet van de zweepslagen? Daar kan maar ÇÇn antwoord op zijn: Dat is mogelijk als je meer reden tot zingen hebt dan tot schreeuwen. En d.t is alleen maar mogelijk wanneer de bron van de blijdschap binnen in je zit en die blijdschap als het ware onstuitbaar omhoog komt.

Vandaag ook?

Het blijven allemaal maar voorbeelden van heel lang geleden, zult u misschien denken. En daar hebt u gelijk in. Ik wil ook helemaal niet aan komen dragen met verhalen over christenen die in de grootste moeilijkheden toch hun blijdschap bewaarden. Daar hebt u lang niet zoveel aan als aan voorbeelden uit de Bijbel, die aantonen dat onze Heere het Zelf meegemaakt heeft en dat Zijn volgelingen het ook meemaakten. Want doordat het in de Bijbel staat mogen wij verwachten dezelfde kracht te ontvangen. Maar dan moeten wij wel bedenken wat die blijdschap inhoudt.

Wat is blijdschap?

Ten eerste is de christelijke blijdschap niet aan bepaalde omstandigheden gebonden. Een christen kan blij zijn wanneer het hem voor de wind gaat, maar zit het hem tegen, dan maakt dat voor de beleving van de blijdschap niet veel uit. Want, en dat is het tweede dat we hebben geleerd, de blijdschap heeft zijn oorsprong niet in onze eigen inspanningen, maar in de relatie met God. Die verhouding tot God is voor altijd door de Here Jezus in orde gebracht en daarom kan Zijn blijdschap ook in alle omstandigheden reâel, waar, zijn. Om dat aan te tonen hebben we het voorbeeld van Paulus en Silas aangehaald.

Laten wij trouwens niet denken dat het christelijk geloof alleen maar uit moeilijke ogenblikken bestaat. Paulus heeft niet zijn hele leven met een bebloede rug in gevangenissen doorgebracht. Waar het om gaat is dat zälfs in dat soort moeilijke omstandigheden de blijdschap van de Heere Jezus hem niet verliet.

Maar ik heb geen blijdschap.

Wat te doen wanneer die blijdschap er niet is? Want vaak missen we de echte blijdschap van God in onze harten. Ook daarover heeft Paulus geschreven. In een Brief die hij schreef aan de gemeente in Filippi (de stad waar hij in de gevangenis had gezeten, weet u wel) schreef hij over het je verblijden in de Heere. En voor de mensen in Filippi was er ÇÇn groot voorbeeld van die blijdschap: Paulus en Silas. Want iedereen daar in Filippi herinnerde zich nog wel hoe ze daar zingend hadden gezeten en hoe de hele gevangenis in elkaar was gezakt door een aardbeving.

In de Brief die hij aan hen schrijft legt Paulus een heel direkt verband tussen het blij zijn in de Heere en het bidden. Wanneer wij de blijdschap van God, de ware christelijke blijdschap, voortdurend willen ervaren, dan moeten we ook alle dingen, altijd, samen met God doen; alles met Hem doorspreken. Lees maar wat Paulus schrijft in Fil. 4:4-7: ”Verblijdt u altijd in de Heere! Nog eens zal ik zeggen: Verblijdt u! Laat uw inschikkelijkheid aan alle mensen bekend zijn. De Heere is nabij. Weest in niets bezorgd, maar laat in alles, door gebed en smeking met dankzegging, uw verlangens bekend worden bij God. En de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus”.

Ziet u hoe hier alles met elkaar in verband gebracht wordt? De opmerking van Paulus, dat wij ons mogen verblijden, staat niet zo maar willekeurig ergens in de Bijbel. Het heeft te maken met het ”niet bezorgd”-zijn, met het ”alles bekendmaken bij God”, met het ”dankzeggen in alles”. Want wanneer wij werkelijk alles op deze manier bij God brengen en met Hem samen de omstandigheden verwerken, dan is het resultaat, dat de vrede van God in ons leven regeert. Dan zullen wij ons altijd verblijden in Hem.

Vrede

Echte vrede

Vrede, daar heeft iedereen tegenwoordig de mond van vol. Het is vreemd, maar er gaat geen dag voorbij of er wordt wel over vrede gepraat. Vredesonderhandelingen hier, een bestand daar, een bemiddelingspoging die weer mislukt is, terwijl ergens anders weer een nieuwe aanzet tot onderhandelen is gegeven. En wat is er maar weinig sprake van echte vrede. Echte vrede is niet het tegengestelde van oorlog. Natuurlijk brengt oorlog een hoop ellende met zich mee, niemand zal dat ook ontkennen. Oorlog is helemaal niet iets wat met heldenmoed en ”het veld van eer” te maken heeft. Oorlog is gemeen en vuil. In een oorlog overheersen de negatieve eigenschappen van de mens. Maar zelfs midden in de oorlog kan de mens echte vrede in het hart hebben. Want echte vrede ligt niet aan de omstandigheden, echte vrede is de zekerheid op je plaats te zijn; echte vrede heb je, wanneer je weet dat je leven zin heeft; echte vrede heb je, wanneer je bestaan in overeenstemming is met de bedoeling van God. Echte vrede is de christelijke vrede. Echte vrede is een vrede die niet aan de omstandigheden ligt. Kortom, echte vrede is de vrede van God.

Niet voelen?

Nu kun je dat natuurlijk gemakkelijk zeggen, maar is er wel iemand die niet van de omstandigheden afhankelijk is? Wij zijn toch allemaal maar mensen? Omstandigheden hebben toch hun invloed op ons? Dat is natuurlijk waar. Maar het gaat er nu ook niet om dat je de omstandigheden niet zou voelen, of er niet door zou worden geraakt. Waar het om gaat is dat de vrede, de zekerheid, dat je leeft in harmonie met de bedoeling van God, dat die vrede niet van de omstandigheden afhankelijk is. Laten wij om dat te illustreren eens naar de Heere Jezus gaan kijken.

De Heere Jezus

Tegen het einde van Zijn leven had iedereen Hem verlaten. Zelfs Zijn volgelingen begrepen niet wat Hem dreef en ze waren meer aan het ruzieën over wie de belangrijkste was, dan dat ze in de gaten hadden wat er in werkelijkheid aan de hand was. Maar in de laatste nacht van Zijn leven wist de Heere Jezus heel goed wat er zou gaan gebeuren. In Joh. 13:1 staat dat Hij ”wist dat Zijn uur gekomen was”. En wat was daarvan het effekt? Ik wil u dat graag voorhouden uit het evangelie van Lukas, hoofdstuk 22:39-44: ”En Hij ging naar buiten en vertrok naar Zijn gewoonte naar de Olijfberg; ook de discipelen nu volgden Hem. Toen Hij nu op die plaats was gekomen, zei Hij tot hen: Bidt, dat u niet in verzoeking komt. En Hij verwijderde Zich van hen ongeveer een steenworp ver, en Hij knielde neer en bad de woorden: Vader, als U het wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; moge evenwel niet Mijn wil maar de Uwe gebeuren. Hem nu verscheen een engel uit de hemel die Hem sterkte. En terwijl Hij in zware strijd raakte, bad Hij des te vuriger. En Zijn zweet werd als grote bloeddruppels, die op de aarde vielen”.

Niet wat Ik wil

Als je erover nadenkt hóe Hij daar heeft gelegen op Zijn knieën, terwijl de angst Hem overspoelde en Hij heel precies voorzag wat Hem allemaal te wachten stond, dan is het helemaal niet moeilijk je een voorstelling te maken van Zijn doodsangst en de strijd die Hij daar heeft doorgemaakt. En als Hij dat had gewenst, dan zou God Hem hebben beschermd. Maar Hij heeft dat niet gewild. Hij is vrijwillig de weg gegaan die de Vader Hem had gewezen. Hij wilde niet dat doen wat Zijn eigen wil zou zijn geweest, nee, Hij wilde Zijn wil helemaal ondergeschikt maken aan de wil van de Vader. En doordat Hij dat wilde was er vrede in Zijn hart. Daardoor, doordat Hij Zijn wil ondergeschikt maakte aan die van de Vader, kon Hij in alle omstandigheden de vrede van God ondervinden. Niet wat Ik wil. En wat is daarvan het resultaat? Wanneer er een hele mensenmenigte op Hem af komt om Hem gevangen te nemen, proberen Zijn discipelen nog voor Hem vechten. Eén van hen, Petrus, zoals we uit een ander Evangelie weten, slaat zelfs iemand een oor af. Het zal daar een heel geduw en getrek en geschreeuw zijn geweest. Maar Hij maakt daaraan een einde.

Lukas vertelt het verhaal zó, in vers 49 tot 51: ”Toen nu zij die om Hem heen waren, zagen wat er zou gebeuren, zeiden zij: Heere, zullen wij met het zwaard slaan? En één van hen trof de slaaf van de hogepriester en sloeg zijn rechteroor af. Jezus echter antwoordde en zei: Laat het hierbij. En Hij raakte zijn oor aan en maakte hem gezond”.

Vrede in het hart van de Heere Jezus

Ziet u hoe er vrede was in het hart van de Heere Jezus, toen Hij diep in de problemen was, vlak nadat Hij in dodelijke angst tot God gebeden had? Hij was de situatie zo meester, dat Hij een bloedbad kon voorkomen. En Hij deed het laatste wonder dat Hij tijdens Zijn leven op aarde heeft gedaan. Terwijl Hij wist dat Hij zou worden bespot en zou worden uitgejouwd door diezelfde soldaten die Hem nu kwamen arresteren, heeft Hij één van hen genezen. Ziet u wat een diepe vrede er in Zijn hart was op dat moment? Een vrede die niet van de omstandigheden afhankelijk was. Een vrede die niet door de omstandigheden was aan te tasten.

Vrede met God

En die vrede is er ook voor u en voor mij. Ook wij kunnen met diezelfde vrede door het leven gaan. Want de Heere Jezus heeft ook aan ons die vrede gegeven. De Bijbel zegt in 2 Kor. 5:17: ”Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden”. En dat nieuwe leven, dat God geeft aan iedereen die wil accepteren dat zijn oude leven niet te verbeteren is, dat nieuwe leven is een leven dat gekenmerkt wordt door de vrede van Christus. En dan is er geen angst meer voor God. In dat nieuwe leven hoeven wij nooit meer bang te zijn voor God. Er is geen plaats meer voor de angst dat wij nog verloren zouden kunnen gaan, of dat wij in het oordeel van God ten onder zouden kunnen gaan. Paulus schrijft in Rom. 5:1: ”Wij dan, gerechtvaardigd op grond van geloof, hebben vrede met God door onze Heere Jezus Christus”.

Maar het feit dat wij niet meer bang hoeven te zijn voor God en voor Zijn oordeel is nog niet waar wij het nu over hebben. Wij hebben het nu over een veel dieper soort vrede; het gaat nu om de vrede die de Heere Jezus Zelf kenmerkte en die Hij belooft aan iedereen die werkelijk een leven wil leiden volgens de wil van God.

Wij hebben het er over gehad dat de Heere Jezus in de afschuwelijke nacht toen Hij werd gearresteerd en Zijn dood tegemoet ging, een geweldige angst heeft gekend. Hij zag al het lijden voor Zich, tot in de finesses, en dat lijden, en niet in het minst de zonden die Hij zou moeten dragen, vervulde Hem met afschuw. Maar toch onderwierp Hij Zijn eigen wil helemaal aan de wil van God de Vader. Hij wilde dat doen wat God wilde dat Hij doen zou.

Wij hebben daar ook de uitwerking van gezien. Toen het zover kwam dat de tierende meute op Hem afkwam, met stokken en zwaarden, alsof ze een gevaarlijke bandiet moesten inrekenen, was Hij het die de rust herstelde en was Hij het die de gewonde soldaat genas. Pas daama gaf Hij Zichzelf gevangen. Die vrede die uit zo’n houding spreekt kan ook voor ons een realiteit worden. Want de Heere Jezus zegt in Joh. 14:27: ”Vrede laat Ik u; Mijn vrede geef ik u”.

Twee soorten van vrede

Dat zijn twee soorten van vrede om het zo maar eens te zeggen. De eerste soort vrede is de vrede die de Here Jezus geeft doordat Hij voor ons is gestorven aan het kruis van Golgotha. Daar heeft Hij alle zonden van de mensen die in Hem geloven gedragen en dus is er vrede voor hen. Vrede met God. ledereen die in Hem gelooft, hoeft niet meer bang voor God te zijn.

Mijn vrede

Maar er is nòg een andere soort vrede. De vrede die de Heere Jezus Mijn vrede noemt. Dat is de vrede die Hij kende toen Hij midden in die verwarring het oor van de soldaat genas. Op dat moment was Hij volledig verzoend met het lot dat Hem te wachten stond. Hij had Zijn wil helemaal overgegeven aan God de Vader en wilde alleen maar dat doen wat Zijn Vader zou verheerlijken. Hij wist dat Zijn leven zó was als God het had bedoeld. En die vrede, de vrede die God kenmerkt en de vrede die hen kenmerkt die een leven leiden dat in harmonie is met de bedoeling die God met hen heeft, die vrede, zegt Hij, geef Ik u. Dat wil zeggen dat die vrede er ook voor u is. Wanneer u uw vertrouwen alleen maar stelt op het offer van de Heere Jezus, dan is die vrede er ook voor u.

En hoe kun je dan die vrede ook in de praktijk van het dagelijkse leven krijgen? Het antwoord is in feite heel simpel. Wij lezen het in Fil. 4:6,7: ”Weest in niets bezorgd, maar laat in alles, door gebed en smeking met dankzegging, uw verlangens bekend worden bij God. En de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus”.

Lankmoedigheid

Lankmoedigheid is één van de woorden die we in het dagelijks leven niet veel gebruiken. Je kunt gerust zeggen dat we het helemaal niet meer gebruiken. In feite wordt het woord ”lankmoedigheid” alleen nog maar gebruikt in preken en andere godsdienstige praatjes. Het heeft in het dagelijks leven geen functie meer. Dat heeft weer tot gevolg dat niemand zich een goede voorstelling kan maken van wat ”lankmoedigheid” nu eigenlijk betekent. Er hangt alleen een wat muf luchtje omheen. Toch is lankmoedigheid een begrip wat we allemaal kennen, namelijk geduld.

Geduld.

En dan niet zo maar wat geduld, maar een groot geduld, een geduld dat niet snel is uitgeput. Nou, daar weten we alles van. Dat wil zeggen, daar weten we in feite niets van. We hebben niet zo erg veel geduld meer in deze tijd. Alles moet snel. Alles moet onmiddellijk volgens onze inzichten geregeld worden. En als iemand niet zo snel mee kan komen, dan is dat natuurlijk jammer voor hem, maar je kunt toch niet verwachten dat wij daar op gaan staan wachten. Onze tijd is ongeduldig. Toch zegt de Bijbel dat echt geduld een vrucht is van de Geest van God, Die in de gelovigen woont. Wij zouden dan ook als christenen een voorbeeld van geduld moeten zijn. Want echt geduld is christelijk geduld.

Nu kunnen we vanzelfsprekend van alles gaan zitten vertellen over geduld. We zouden het kunnen hebben over hoeveel geduld je zou moeten hebben met anderen. We zouden het er ook over kunnen hebben wanneer je geduld ten einde zou kunnen zijn, wanneer je op je rechten zou kunnen gaan staan. Maar dat lijkt me niet de juiste benadering.

De Heere Jezus

Laten we eens gaan kijken naar de Heere Jezus. Kunnen we iets van Hem leren als het om geduld gaat? Hij is immers onze maatstaf. Het is dus vanzelfsprekend dat we eerst naar Hem gaan kijken om te zien wat God bedoelt als Hij over geduld praat. Hoe vaak is Zijn geduld niet op de proef gesteld! Telkens wanneer Hij toespelingen maakte op Zijn lijden en sterven, leek het wel of de oren van de discipelen dicht zaten. Ze begrepen er helemaal niets van.

Maria

In feite was er maar één die er iets van begreep. Maria, de zuster van Lazarus, had het begrepen. Ze had begrepen dat de Heere zou moeten sterven. Dat ze dat als praktisch enige begreep is geen wonder. Ze was de enige die het belangrijker vond naar de Heere te luisteren dan om van alles voor Hem te doen. Het is dan ook geen wonder dat het uitgerekend Maria was die er veel meer van begreep dan alle anderen bij elkaar, wanneer de Heere sprak over het feit dat Hij in Jeruzalem zou moeten sterven. En ze nam haar maatregelen. Vlak voor het Paasfeest waarop de Heere zou sterven, nam Maria een fles van de kostbaarste parfum. ”Toen nu Jezus in Bethanië was in het huis van Simon de melaatse, kwam bij Hem een vrouw met een albasten fles met zeer kostbare balsem en goot die uit op Zijn hoofd, terwijl Hij aanlag. Toen de discipelen dit zagen, naaamen zij het haar zeer kwalijk en zeiden: Waartoe die verkwisting? Want deze had duur verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden” (Matth. 26:6-9). Nee, geduld, begrip, lankmoedigheid, hadden de discipelen niet veel. Ze hadden meteen hun oordeel klaar.

Zijn reactie

Nu moet u zich eens voorstellen hoe de Heere Jezus dat moet hebben aangevoeld. Eindelijk wàs er iemand die Hem een klein beetje begreep, eindelijk wàs er iemand die Hem wilde troosten, en wat zeggen al die mensen die er niets van hebben begrepen? Ze hebben alleen maar kritiek. Er is alleen maar een soort van morele verontwaardiging. Ze vallen uit tegen die vrouw, tegen Maria, en zeggen als het ware tegen haar: ”Als je nu toch zo nodig iets had willen doen met die dure parfum, dan had je die tenminste nog kunnen verkopen! Denk je eens in wat een goeds we met al dat geld hadden kunnen doen”! Wat ze in feite zeiden was, dat het geld nu verspild was. Zo’n dure parfum, en dan zomaar weggooien in een onbezonnen daad van toewijding. Nee, de discipelen hadden bepaald geen geduld met die arme vrouw, maar de Heere Jezus had wel geduld met hèn.

Zijn geduld met ons

Wanneer ù nu nadenkt over uw eigen leven, denkt u dan dat de Heere meer tevreden over u zou kunnen zijn dan over die discipelen? Wanneer we vandaag kijken naar de levens van al die mensen die zich christenen noemen en die zich in feite maar heel weinig gelegen laten liggen aan de wensen van de Heere Jezus, denkt u dan dat Hij minder geduld nodig heeft als toen? Het lijkt me dat het antwoord bijna vanzelfsprekend is. We hebben als christenheid niet zo heel veel om ons op te beroemen. Wanneer we eerlijk in de Bijbel lezen blijkt dat we er maar schamel af komen. En wanneer we eerlijk in ons eigen leven kijken dan is het duidelijk dat dat geen verschijnsel is dat ons voorbijgaat. We hebben allemaal dingen die we voor de Heere moeten belijden. En toch verdraagt de Heere ons. Wanneer we over ons eigen leven nadenken, dan begrijpen we niet waarom de Heere ons nog niet aan de kant heeft geschoven. Het is hetzelfde geduld dat de Heere met Zijn discipelen had, dat Hij nu ook nog met ons heeft. Een geduld dat onuitputtelijk is. Een geduld dat nooit ophoudt. Een geduld dat nooit de ander verwerpt.

Hetzelfde geduld in ons

En het wonderlijke is nu, dat precies dàt geduld als de uitwerking van de Geest van God in ons leven wordt genoemd. God wil als het ware dat geduld, die lankmoedigheid, om die term nog maar eens te gebruiken, in ons leven geven. Hij wil ons veranderen, zodat we gaan lijken op de Heere Jezus, zodat we ook dat geduld met anderen kunnen hebben, dat Hij iedere dag weer met ons heeft. En over dat geduld willen we het hebben. Want we hebben het over het geduld, over de lankmoedigheid, als vrucht van de Geest. Blijkbaar is dat geduld, die lankmoedigheid, een uitwerking van de aanwezigheid van de Geest van de Heree in al die mensen die in Hem geloven. We hebben in feite bitter weinig excuus wanneer we geen geduld met mensen hebben, want hetzelfde geduld dat de Heere met ons heeft, kunnen wij met de mensen hebben, het is immers een vrucht van de Geest die in ons woont.

Elkaar geduldig verdragen

En om nu te voorkomen dat u gaat denken dat dat allemaal wel mooi klinkt, maar dat dat in de praktijk niet werkt, wil ik u een klein stukje laten lezen uit de Brief die Paulus aan de Efeziërs heeft geschreven. ”Ik vermaan u dan, ik, de gevangene in de Heere, dat u wandelt waardig de roeping waarmee u bent geroepen, terwijl u in alle nederigheid en zachtmoedigheid met lankmoedigheid elkaar in liefde verdraagt en u te beijvert de eenheid van de Geest te bewaren in de band van de vrede” (4:1-3). Ziet u hoe het hier door Paulus allemaal bij elkaar wordt gebracht? We moeten leven op een manier die christenen waardig is. We moeten leven op een manier die Christus waardig is. En dan noemt Paulus een paar kenmerken op van dat christelijke leven. En één van die kenmerken is dat we elkaar geduldig en liefdevol moeten verdragen. Daar moeten we het nu nog over hebben.

Verdragen in liefde en met geduld

We zijn daar niet van die sterren in, in dat elkaar verdragen, en helemaal niet in het elkaar geduldig verdragen. Wij kunnen wat dat betreft nog een heleboel leren van de Heere Jezus. Vaak zijn we nauwelijks in staat iemand te verdragen, soms kost het ons al onze zelfbeheersing om niet ongeduldig tegen iemand uit te vallen. Maar dat is niet zoals de Heere het bedoelt. Hij vraagt van ons dat we de anderen, en helemaal de andere gelovigen, verdragen in liefde en met alle geduld. Geduld is een vrucht van de Geest, het is niet iets wat u zelf kunt opbrengen, maar het is wel iets wat God u geven wil. Er blijft dus maar één vraag over voor u en voor mij: Wilt u werkelijk dat geduld van God in uw leven laten rijpen als een vrucht van Zijn Geest? God zoekt deze vrucht in uw leven, maar hoe staat het met u? Bent u bereid God de toestemming te geven om alle dingen, die niet in orde zijn, uit uw leven weg te halen? Dan gaat uw leven er anders uitzien.

Goedertierenheid

Goedertierenheid is ook een woord dat wij in onze gewone taal niet meer gebruiken. We kunnen ook ”vriendelijkheid” zeggen. Goedertierenheid is in feite een woord dat wij het best gaan begrijpen als wij gaan nadenken over het tegenovergestelde woord. Net zoals ”koud” tegenover ”warm” staat en zoals ”haat” tegenover ”liefde” staat, zo staan er tegenover ”goedertierenheid” ook een paar woorden. En wanneer je daar over nadenkt, ga je een idee krijgen van wat ”goedertierenheid” of ”vriendelijkheid” eigenlijk inhoudt. Tegenover ”vriendelijkheid” staan ”ruwheid” en ”scherpte”.

Wat mankeert er aan?

U kent vast ook wel van die mensen die altijd kortaf zijn, die altijd iets aan te merken hebben en die altijd met een moreel meetlatje klaarstaan om te kijken of er werkelijk niets aan mankeert. Ze zijn streng. Ze hebben heel duidelijke ideeën over hoe het moet gaan en ze houden daar ook heel streng aan vast. Ze zijn totaal niet vriendelijk, er is niets zachts aan.

Niet afschrikken

Dat is dus zo ongeveer het tegenovergestelde van vriendelijkheid, van goedertierenheid. Vriendelijkheid wil zeggen dat je toegankelijk bent voor mensen, dat je de mensen niet afschrikt door je uitingen, door je gedrag, Dat de scherpe kantjes van je optreden er af zijn en dat je mensen geen pijn doet. Vriendelijkheid is dus een houding waarmee wij de anderen tegemoet treden, het is een houding waardoor wij de ander op zijn gemak stellen, zodat hij werkelijk zonder angst met ons kan praten.

Eigenschap van God

Vriendelijkheid is in de Bijbel bij uitstek een eigenschap van God. Dat had u misschien niet zo gedacht. Veel mensen hebben de indruk dat God streng is en dat Hij er zoveel mogelijk op uit is ons het leven zuur te maken. Voor hen is de houding van God veel meer het tegenovergestelde van vriendelijk: God is in hun gedachten streng en wel zo overdreven streng, dat het bijna onrechtvaardig is.

God is ook streng. Niemand zal dat ontkennen. In Rom. 11:22 staat iets heel merkwaardigs. Het gaat daar over het feit dat God het volk Israël gedurende een bepaalde periode aan de kant heeft gezet. Dat was overigens geen willekeur van Hem, maar dat kwam door het ongeloof van het volk, waardoor God hen niet kon behouden. Er staat: ”Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God: strengheid over hen die gevallen zijn, maar goedertierenheid van God over u”.

God is streng

Gods optreden wordt door twee dingen gekenmerkt. Door strengheid, rigoreusheid, en door vriendelijkheid. Hoe kan dat? Is dat een soort van willekeur van God? Is Hij onbetrouwbaar in Zijn optreden? Vanzelfsprekend niet! Wij moeten goed in de gaten houden tegenover wie Hij streng is. Streng is Hij tegenover de mensen die de Heere Jezus hebben afgewezen. Dat geldt ook voor u. Wanneer u de Heere Jezus afwijst, dat wil zeggen, wanneer u niet wilt aannemen dat Hij voor uw zonden moest sterven, wanneer u er niet áán wilt, dat Gods Zoon in uw plaats moest sterven, omdat u uzelf totaal niet kon redden, dan zult u wel God ontmoeten, maar niet de vriendelijke God waar we het over willen hebben; u zult dan een strenge rechter ontmoeten die zonder pardon zal oordelen. En dat is niet onrechtvaardig! U wìlt immers niet anders. Als u zich nu niet wilt laten verzoenen met God, dan zult u er straks alleen voor staan, onverzoend, met een heel pakket zonden. En de God die u zult ontmoeten zal beslist niet vriendelijk zijn.

God is vriendelijk

Maar God is niet enkel maar streng. Hij is vriendelijk tegenover iedereen die bij Hem komt met zijn verknoeide leven. Hij is verdraagzaam wanneer er iemand naar Hem toe komt om zijn zonden te belijden en om te bekennen dat het in zijn leven in feite een puinhoop is. God heeft maar één wens in dit opzicht en dat is, dat de mensen tot Hem komen met hun verknoeide leven, zodat Hij hun een nieuw leven kan geven. In de Brief van Paulus aan een medewerker van hem, aan Titus, schrijft Paulus over ”de goedertierenheid en mensenliefde van God onze Heiland”. God is vriendelijk en Hij heeft de mensen lief, Hij wil niet dat iemand verloren gaat. Zijn wens is dat de mensen behouden worden. Wanneer we het over vriendelijkheid of goedertierenheid willen hebben, dan moeten we dus gaan kijken naar God, naar de manier waarop Hij met ons omgaat.

De vader en zijn zonen

De Heere Jezus heeft eens een verhaal verteld over een vader die twee zonen had. De jongste had niet veel zin in het saaie leven thuis en vertrok, nadat hij van zijn vader alvast zijn erfenis had losgepeuterd, naar het buitenland, op zoek naar het opwindende leven. Nou, daar heeft hij van genoten. Vrienden volop en aan plezier geen gebrek. We kunnen ons dat heel goed voorstellen. Hij leidde een losbandig leven. Maar, zoals dat altijd gaat, dat leven en die vrienden kostten hem veel. In de eerste plaats al zijn geld, en toen dat op was, ook nog eens al zijn eigenwaarde. Hij raakte op een geweldige manier in de knoei. Om in leven te blijven moest hij het smerigste werk doen dat er was.

Bezinning

Maar op een gegeven moment komt hij tot bezinning. Dat wil zeggen, dat hij zich op een gegeven moment realiseert dat het op deze manier niet meer vol te houden is en dat er in feite maar één ding op zit: Teruggaan naar zijn vader. Maar ook daar ziet hij best goed tegenop. Hij heeft immers geen enkel recht meer op iets van thuis. De erfenis heeft hij al gehad, alles is van zijn vader en na diens dood van zijn oudste broer. Ze zullen hem zien aankomen! Het enige waar hij op kan hopen is, dat ze met hun hand over hun hart zullen strijken en hem een plekje in de zaak zullen geven als werknemer.

De Vader

Wat heeft die hele geschiedenis nu met Gods vriendelijkheid te maken? Veel meer dan u misschien denkt. De Heere Jezus vertelde het verhaal niet zozeer om over de ellende van die jongste zoon uit te weiden. Hij vertelde dat verhaal om te vertellen over de liefde, de vriendelijkheid, de goedertierenheid, van de vader, toen de jongste zoon berooid en vies en in sjofele kleren, weer voor de deur stond. Weet u wat die vader deed, toen hij zijn jongste zoon zag aankomen? Hij rende naar buiten, viel hem letterlijk om de hals en begon met de voorbereidingen van een groot feest. Voor hem deed het er niet toe dat die jongen van zijn hele leven een puinhoop had gemaakt, of dat die jongen de naam van de familie te schande had gemaakt. Wat voor hem belangrijk was, was dat hij terug was, dat hij weer in het gezin opgenomen mocht worden.

Welke zoon ben ik?

En de Heere Jezus zei: ”Dat is nu precies de reaktie van God, de Vader, wanneer één van Zijn kinderen weer terugkomt”. Want het gaat hier over u en over mij. Of wilt u soms beweren dat uw leven om door een ringetje te halen is? Is er op uw leven niets aan te merken? Mag God eigenlijk wel blij zijn met zo’n oppassende zoon of dochter? Dan lijkt u verdacht veel op de oudste zoon. Die zei, toen hij van het feest hoorde: ”Ik heb u al die jaren zonder mopperen gediend, nog nooit kon er een extraatje af, maar nou die zoon van u is teruggekomen (en hij heeft al uw geld over de balk gesmeten!) nou weet u van gekkigheid bijna niet meer wat u doet. Nee, dank u, ik ga liever met mijn vrienden een feestje bouwen”.

God is goedertieren

Ik hoop van harte dat u niet op hem lijkt. Ik hoop dat u aan den lijve hebt ondervonden dat God goedertieren is, dat Hij vriendelijk is. Ik hoop dat u als het ware Zijn armen om u heen hebt gevoeld toen u weer eens bij Hem terugkwam, met al uw problemen, met al die zonden die uw leven weer verknoeiden, met al die teleurstellingen die u aan uw eigenwijsheid te danken had.

Want God is een vriendelijke God, wanneer wij onze fouten, onze zonden belijden. Hij heeft er alles voor over gehad, om er voor te zorgen dat u niet met de brokken van uw verprutste leven zou hoeven blijven zitten. Hij staat u op te wachten, maar hoe staat het met u? Wilt u eigenlijk wel terug?

We hebben het gehad over de goedertierenheid, de vriendelijkheid, van God. We hebben het voorbeeld van Zijn vriendelijkheid aangehaald, vanuit het verhaal van de verloren zoon. Maar daar zijn we er nog niet mee. Want wij hebben het in deze artikelenserie over de vrucht van de Geest in de gelovige. Het is de bedoeling dat wij nadenken over het effect dat Gods Geest wil bewerken in ons leven.

Het werk van de Geest

Welnu, de vrucht van de Geest is goedertierenheid, vriendelijkheid. Dezelfde eigenschap die de Heere Jezus toeschreef aan God de Vader, is ook een resultaat van het werk van de Heilige Geest, in iedereen die de Heere Jezus heeft aangenomen als zijn persoonlijke Heiland en Verlosser. U zult ondertussen wel hebben begrepen dat die vriendelijkheid heel wat verder gaat dan ”iedereen vriendelijk goedendag zeggen” of ”iedereen het zijne geven” of ”wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”. De vriendelijkheid door Gods Geest heeft het belang van de ander op het oog. Zij zoekt het beste voor de ander, zonder dat zij hem al zijn verkeerde dingen nadraagt. Zij wijst de ander niet af op grond van zijn levenstijl.

Kijken bij onszelf

Wij hebben in het begin al gezegd dat vriendelijkheid het tegenovergestelde van scherpte, van hardheid, is. En nu moet u in uw eigen leven eens nagaan hoe u staat tegenover uw vrienden en kennissen, tegenover de mensen uit de Gemeente, tegenover uw kinderen (of uw ouders). Bent u echt vriendelijk, in die zin dat u echt om ze geeft, of is het allemaal toch maar wat afstandelijk? Vriendelijkheid is een vrucht van de Geest. En als u merkt dat u meer lijkt op de oudste zoon dan op de vader uit het verhaal van de Heere Jezus, dan is het tijd om u te realiseren dat u heel ver af bent van dat wat God zoekt in uw leven.

Wat wij vinden

En wie van ons zal in alle eerlijkheid durven zeggen dat het hem nooit aan die echte vriendelijkheid ontbreekt? Wij staan allemaal zo graag op onze strepen en wij hebben allemaal zo nu en dan best wel het gevoel dat het dienen van God ontzettend veel inspanning vraagt en verschrikkelijk weinig plezier geeft. Wij voelen ons gemakkelijk tekort gedaan. Wij zijn soms van die pruilende kinderen. En wanneer wij dan iemand vinden die het er nog slechter af brengt dan wij, dan hebben we daar geen verdriet van, maar dan menen we er de meest akelige dingen van te mogen zeggen. We hebben geen medelijden met christenen die in de zonde gevallen zijn, nee, we kijken op hen neer. We hebben geen mededogen met mensen die met een verknoeid leven worstelen. Nee, we vinden het fijn over hen te roddelen en de details bij de koffie te vertellen. We schudden meewarig ons hoofd en zeggen: ”Het is toch wat”.

God zoekt de vrucht van de Geest in ons leven

Maar waar zou ù blijven als God precies dezelfde houding had tegenover u? Zou er van u één spaan overblijven? Zou u werkelijk voor God kunnen bestaan, wanneer Hij u net zo behandelde als u uw medegelovigen? En laten we nu niet aan komen draven met van die uitvluchten van ”niemand is volmaakt” en ”aan iedereen mankeert wel wat”. Wat God zoekt is de vrucht van de Geest in ons leven. Daar moeten wij naar streven; om die vrucht te dragen moeten wij alles opgeven wat ons zou kunnen verhinderen die vriendelijkheid ten toon te spreiden.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.