Het eschatologische tijdperk

Het eschatologische tijdperk
(De eindtijd)

“We doen er goed aan te beseffen, dat we het eschatologische tijdperk zijn binnengetreden,  het gaat naar de openbaring van het scheppingsplan Gods. Zoals eenmaal de grote Exodus voor het joodse volk uit Egypte zich voltrok, zo staat de grote Exodus voor de Gemeente van onze Here Jezus Christus voor de deur. Zijn wij klaar voor die tijd?”

In 1987 schreef wijlen Br. A. Luyben uit Soest deze woorden in “De Oogst der aarde”, een boekje met een schat aan tekstmateriaal. In dit schrijven zal ik met enige citaten van zijn ervaring en kennis gebruiken, vooral omdat het Woord van de Here tijdloos – en niet aan slijtage onderhevig is. In deze studie is wisselend gebruik gemaakt van de Staten Vertaling en de NBG Vertaling.

Wij zien rondom ons heen mensen die zich “gelovig” noemen terwijl ze geen zicht op de profetieën hebben. Laat staan dat ze zich zouden druk maken om de komst van de Here Jezus Christus terwijl de Bijbel hier over heel duidelijk is. De tijd dringt, de Here kan heel spoedig komen om Zijn Gemeente weg te nemen en velen die zich christen noemen zien het niet, óf willen het niet zien omdat ze zoals de vrouw van Lot de wereld niet los kunnen laten.

Uit een enquête binnen de E.O achterban blijkt dat veel mensen zich drukker hebben gemaakt om de millenniumwissel dan om hetgeen in deze dagen is te zien. Zo dacht 46% van de ondervraagden twee jaren geleden nog dat de Here Jezus spoedig zou komen en op dit moment is dat nog maar 35%. Dit wil zeggen dat de toekomst verwachting, de hoop de hereniging met de Here, met 9% is achteruit gegaan! Het was in 1999 al een minderheid die dacht dat de Here spoedig komen zou en dat is dan nu teruggezakt tot bijna 1/3 van de “gelovigen”. De voorzitter van de E.O, Ds. Van der Veer, noemde de uitslag “opvallend” en hij voegde er aan toe: “Wij liggen met elkaar toch nog behoorlijk te slapen”.

Stel dat het volk Israël “lag te slapen” toen Mozes met hen zou vertrekken uit Egypte, wat was er dan gebeurd? Had de Farao hen vóór de Schelfzee ingehaald en verslagen? Had de Here hen dan wel “meegenomen” omdat ze Hem ongehoorzaam waren, dat ze Zijn bevel niet opvolgde? De opdracht voor Israël was duidelijk, ze zouden verlost worden, maar op de wijze die de Here voorschreef!

“En aldus zult gij het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand; overhaast zult gij het eten; het is een Pascha voor de Here.”  Exodus 12:11

De Gemeente zal bewaard worden voor de ure der beproeving, maar wél op de voorwaarden van de Here Jezus Christus! Wij zullen aan Hem gehoorzaam moeten zijn en Hem elke dag, elk moment, moeten verwachten. De Here Jezus riep de Gemeente van Filadelfia op om Hem te verwachten, ja Hij gaf zelfs het bevel volgens de NBG vertaling om hem te verwachten én verbond Hij daar een belofte aan:

“Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme”.  Openbaring 3:10-11

Van de achterban van de E.O was “vroeger” bekend dat ze erg Bijbelvast was en ondanks verschillende kerkelijke achtergronden de Bijbel serieus nam. Dit schijnt momenteel niet meer het geval te zijn, de Bijbel wordt gelezen naar gelang het past in de kerkleer of het persoonlijke denken. Wie de Bijbel, en daarmee de Here, serieus neemt kán niet anders dan uit te zien naar de hereniging met de Hem. Wij gaan wij een onvoorstelbare toekomst tegemoet. Maranatha! Ja, kom Here Jezus! Enorme gebeurtenissen staan ons te wachten. Grote omwentelingen zullen plaats grijpen, niet alleen op aarde met de opname van de Gemeente, maar veel meer zullen de Hemelen bewogen worden.

Openbaring 12: 7-12 (Staten vertaling) zegt:
“En er werd krijg in den hemel: Michaël en zijn engelen krijgden tegen den draak, en de draak krijgde ook en zijn engelen. En zij hebben niet vermocht, en hun plaats is niet meer gevonden in den hemel. En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen. En ik hoorde een grote stem, zeggende in den hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden onzes Gods; en de macht van Zijn Christus; want de aanklager onzer broederen, die hen verklaagde voor onzen God dag en nacht, is nedergeworpen. En zij hebben hem overwonnen door het bloed des Lams, en door het woord hunner getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot den dood toe. Hierom bedrijft vreugde, gij hemelen, en gij, die daarin woont! Wee degenen, die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is tot u afgekomen, en heeft grote toorn, wetende, dat hij een kleine tijd heeft.”

Michaël betekend „Wie is als God’. Als hoogste gezant van God is hij uitvoerder om satan uit de Hemel te stoten. Het gaat hier om twee zaken die gelijktijdig geschieden:

  1. Satan wordt met zijn engelen uit de Hemel gestoten, maar we lezen ook door wie de overwinning behaald wordt.
  2. Nadat de Gemeente des Heren is weggerukt van deze aarde, wordt ons ook een ander feit duidelijk, wat we beschreven vinden in vers twaalf. Als één stem van duizend watervallen zal de jubel klinken dat de overwinning behaald is door: “Het bloed van het Lam’. Dan zal een uitzonderlijk loflied de hemelgewelven doortrillen met een nooit aflatende vreugde.

De Here Jezus sprak tot Zijn discipelen in Lucas 10:18: “En Hij zeide tot hen: Ik zag de satan, als een bliksem, uit de hemel vallen”.

En de psalmist profeteerde over het toekomstige feest in Psalm 47:
“Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. Al gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang. Want de Heere, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot koning over de ganse aarde. Hij brengt de volken onder ons, en de natiën onder onze voeten. Hij verkiest voor ons onze erfenis, de heerlijkheid van Jacob, die Hij heeft liefgehad. God vaart op met gejuich, de Heere met geklank der bazuin. Psalmzingt Gode, psalmzingt! Psalmzingt onzen Koning, psalmzingt! Want God is een Koning der ganse aarde; psalmzingt met een onderwijzing!
God regeert over de heidenen; God zit op de troon Zijner heiligheid. De edelen der volken zijn verzameld tot het volk van de God van Abraham; want de schilden der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven!”

Een Joodse rabbijn zei eens in een interview dat hij pas achteraf kan zeggen of iets wel of niet aan de profetieën in het Oude Testament voldoet. Soms denk ik dat de man volkomen gelijk heeft, naar menselijke maatstaven gemeten zou men kunnen zeggen dat de satan uit de hemel gestoten is en dat de aartsengel Michaël met de zijnen de strijd aangebonden heeft. Hoe graag wij het ook zouden willen, wij kunnen niet exact bepalen wat er aan de hand is op het wereldtoneel. Als we de ellende om ons heen zien kan het ons niet koud laten, wereldwijd zien we menselijke drama’s, sinds 1945 is het moord en doodslag in vele landen en als we het nieuws volgen ontdekken wij dat het merendeel van deze drama’s de schuld van het Westen zijn. Hoe ver van God moet de gemiddelde Westerse mens wel niet gezonken zijn! Als wij ons geld en goed maar hebben laat ons de rest van de wereld koud, broeders en zusters worden op de meest vreselijke wijze omgebracht en wij maken ons alleen maar druk om ons gezapige leventje. Sommige broeders en zusters in Afrikaanse landen hebben tijdens hun leven geen dag vrede gekend en zijn in bittere armoede hun hele leven al op de vlucht omdat rijke multinationals uit zijn op de grondstoffen in hun land.

Het moet worden gezegd, de Amerikanen die denken een patent op de Here God te hebben lopen voorop in de hebzucht. Amerikaanse bedrijven exploiteren de rijkdom in Afrika en het Midden Oosten en als men daarvan uiteindelijk de wrange vruchten plukt, zoals de WTC-gebouwen, hangt Amerika tot beschamens-toe overvol vlaggen en citeert de president Bijbelteksten. Dán koopt men Bijbels, zelfs zo veel dat de verkoop met meer dan 50% gestegen is!

Deze wereld, onder leiding van de VN, is afgegleden naar de komende Armageddon. De hebzucht heeft de mensheid ingehaald, het dagelijks brood was niet genoeg. Binnenkort zullen de profetieën vervuld worden en stort de mensheid zich door toedoen van satan in een diepe afgrond van oorlogen en geweld.

In veel kerken en gezinnen wordt met grote regelmaat “Het Onze Vader” gebeden, men smeekt daarin als het ware om het dagelijks brood, voeding dus. Maar in dat gebed wordt niet gesproken over geld, meer geld en heel veel meer geld! Daar zegt de Here van:

“En Ik zeg u: Maakt u vrienden met behulp van de onrechtvaardige Mammon, opdat, wanneer deze u ontvalt, men u opneme in de eeuwige tenten. Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw. En wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaardig. Indien gij dus niet getrouw geweest zijt ten aanzien van de onrechtvaardige Mammon, wie zal u dan het ware goed toevertrouwen? En indien gij niet getrouw geweest zijt ten aanzien van het goed van een ander, wie zal u het onze geven? Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon. Dit alles hoorden de Farizeeën, die geldzuchtig waren, en zij hoonden Hem. En Hij zeide tot hen: Gij zijt het, die voor rechtvaardig wilt doorgaan voor de mensen, maar God kent uw harten. Want wat hoog is bij mensen, is een gruwel voor God”.  Lucas 16:9-15

Het zal je maar gezegd worden: “Gij zijt het, die voor rechtvaardig wilt doorgaan voor de mensen, maar God kent uw harten”. Stel je voor dat je elke zondag trouw naar de kerk of samenkomst gaat en door de week niet trouw bent ten aanzien van de onrechtvaardige Mammon! Een paar jaren geleden waren de z.g.n. “piramide” spelen” erg populair, met een kleine inleg werd je rijk volgens de organisatoren. Dit was waar voor mensen die “vroeg in stapten”, bij de start van het “spel” worden deze mensen ontzettend rijk over de ruggen heen van hen die een poosje later verleidt worden om mee te doen.

Dat ongelovige mensen dit soort geldklopperij organiseren valt enigszins te begrijpen maar dat mensen die twee keer per zondag twee uur per dienst in de Reformatorische Kerk zitten om aan te horen hoe zondig de mens wel niet is begrijp ik niet! Veel van hun kerkgenoten zitten voor de rest van hun leven diep in schulden gedompeld terwijl ze zelf er met een kleine straf of boete van af komen en kunnen “genieten” van het geld dat is weggesluisd. Ook vat ik de “zware ouderling” uit Scheveningen of Den Haag niet die  bejaarde en demente oudjes in een reformatorisch bejaardenhuis tonnen geld afhandig maakte en zich ook nog eens beriep op een halve Bijbeltekst toen familieleden van de slachtoffers deze man bij justitie aanklaagden, je zou een ouderling niet mogen beschuldigen! “Wie in het kleine niet getrouw is?” Zou voor hen het volgende Bijbelgedeelte ook van toepassing zijn?:

“Dan zal het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met tien maagden, die haar lampen namen en uittrokken, de bruidegom tegemoet. En vijf van haar waren dwaas en vijf waren wijs. Want de dwaze namen haar lampen mede, maar geen olie; Doch de wijze namen olie in haar kruiken, met haar lampen. Terwijl de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en sliepen in. En midden in de nacht klonk een geroep: De bruidegom, zie, gaat uit hem tegemoet! Toen stonden al die maagden op en brachten haar lampen in orde. En de dwaze zeiden tot de wijze: Geeft ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. Maar de wijze antwoordden en zeiden: Neen, er mocht niet genoeg zijn voor ons en voor u; gaat liever naar de verkopers en koopt voor uzelf. Doch terwijl ze heengingen om te kopen, kwam de bruidegom, en die gereed waren, gingen met hem de bruiloftszaal binnen, en de deur werd gesloten. Later kwamen ook de andere maagden en zeiden: Heer, heer, doe ons open! Maar hij antwoordde en zeide: Voorwaar, ik zeg u, ik ken u niet”.  Matthéus 25:1-12

Matthéus 25:1-12 passen wij vaak toe op onze relatie met de Here door de Heilige Geest maar we moeten wel bedenken dat wij pas een relatie kunnen krijgen met de Geest van de Here Jezus als wij ons aan Hem hebben toevertrouwd! En wij kunnen ons pas aan hem toevertrouwen als wij de wereld met haar begeren hebben losgelaten, wij kunnen niet de Here en de Mammon dienen:

“Niemand kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon. Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: Zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft”.  Matthéus 6:24-32

Met zo’n instelling kunnen wij de Here gerust verwachten, durven wij Hem verwachten want dán valt het aardse leven in het niet bij de belofte van de Here om voor eeuwig in Zijn aanwezigheid te zijn. Wij weten niet wanneer Hij komt, maar als wij de profetieën geloven zal ons hart de laatste maanden sneller zijn gaan kloppen. De voorwaarde is wel dat we “los” van de wereld staan, wél in deze wereld maar niet van de wereld. Laten wij eens bezien wat de Bijbel ons zegt over de komende dingen. Wij gaan eerst naar Elia en de profetie:

Elia en de profetie
Als we kennis nemen van hetgeen deze Godsman gepresteerd heeft door de kracht van God, is het onvoorstelbaar. De strijd die Elia voerde tegen de goddeloze koning Achab, een type van de antichrist, en Isebel van de grote hoer van de eindtijd zoals in Openbaring 17 beschreven staat. We zouden kunnen spreken van een miniatuurbeeld van Armageddon. Opvallend het in dit verband is te lezen in Openbaring 11 van de twee getuigen die in de dag van Jakob’s benauwdheid nog een belangrijke rol zullen vervullen. Hiervan lezen we in Maléachi 4:5-6 (Staten Vertaling):

“Ziet, Ik zend ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des Heeren komen zal. En hij zal bet hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla”.

Zoals de wederkomst van Elia beschreven staat, zo vinden we ook zijn afscheid van deze wereld beschreven. Elia, de grote Godsgezant, heeft door zijn geweldige getuigenis een stempel gedrukt op het godsdienstig leven van die tijd. De God van Abraham, Izaäk en Jacob had nieuw leven en nieuwe hoop gewekt bij het joodse volk, in het bijzonder vanwege Elia’s hemelvaart”. Hiervan lezen we in 2 Koningen 2:1-13:

“Het geschiedde nu, als de Heere Elia met een onweder ten hemel opnemen zou, dat Elia met Elisa ging van Gilgal. En Elia zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de Heere heeft mij naar Beth-El gezonden. Maar Elisa zeide: Zo waarachtig als de Heere leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Alzo gingen zij af naar Beth-El. Toen gingen de zonen der profeten die te Beth-El waren, tot Elisa uit, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de Heere heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil. En Elia zeide tot hem: Elisa, blijf toch hier, want de Heere heeft mij naar Jericho gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de Heere leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten alzo kwamen zij te Jericho. Toen traden de zonen der profeten, die te Jericho waren, naar Elisa toe, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de Heere heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil. En Elia zeide tot hem: Blijf toch hier, want de Heere heeft mij naar de Jordaan gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de Heere leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! En zij beiden gingen henen. En vijftig mannen van de zonen der profeten gingen henen, en stonden tegenover van verre; en die beiden stonden aan de Jordaan. Toen nam Elia zijn mantel, en wond hem samen, en sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld; en zij beiden gingen er door op het droge. Het geschiedde nu, als zij overgekomen waren, dat Elia zeide tot Elisa: Begeer wat ik u doen zal, eer ik van bij u weggenomen worde. En Elisa zeide: Dat toch twee delen van uw geest op mi j zijn! En hij zeide: Gij hebt een harde zaak begeerd; indien gij mij zult zien, als ik van hij u weggenomen worde, het zal u alzo geschieden; doch zo niet, het zal niet geschieden. En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden, die tussen hen beiden scheiding maakten. Alzo voer Elia met een onweder ten hemel. En Elisa zag het, en hij riep: Mijn vader, mijn vader, wagen Israèls en zijn ruiteren! En hij zag hem niet meer; en hij vatte zijn klederen en scheurde ze in twee stukken. Hij hief ook Elia’s mantel op, die van hem afgevallen was, en keerde weder, en stond aan den oever van de Jordaan”.

In een onweder.
Elia werd door de Here tijdens een onweersbui weggenomen. Mensen gaan tijdens zo’n bui het liefst maar binnenshuis. Persoonlijk denk ik dat de Gemeente ook wordt weggenomen tijdens uitzonderlijk zware weersomstandigheden. In zwaar weer blijft het verkeer soms stil staan en stijgen vliegtuigen niet op of landen ze niet. Ik heb langzamerhand het sterke vermoeden dat de Gemeente wordt weggenomen in uitzonderlijke weersomstandigheden en als de bui tot bedaren  is gekomen er miljoenen mensen vermist zullen worden. Opvallend is het b.v. dat de stormen, onweersbuien en aardbevingen steeds extremer worden. Niet alleen de mensheid is veranderd, ook de natuur reageert steeds extremer.

Het is geen wonder dat de hemelvaart van Elia is blijven voortleven. Deze Godsgezant is oorzaak dat hij door zijn doen en handelen en zijn hemelvaart voor zeer velen tot een grote zegen is geweest. Geweldige perspectieven zijn door hem geopend. Eerder hebben wij gewezen op Psalm 68: 17-23. Hoogstwaarschijnlijk is David geïnspireerd om deze Psalm te dichten ter nagedachtenis van de hemelvaart van Elia, maar tevens als een profetisch vergezicht op de hemelvaart van onze gezegende Heiland, nu tweeduizend jaar geleden. Met de meeste vrijmoedigheid kunnen wij dit profetisch vergezicht van toepassing brengen op de hemelvaart van al de gezaligden van de zesduizend jaar geschiedenis, die nu bijna ten einde is. Van Adam tot de laatste bazuin die zal klinken.

Amos 3:7 zegt:
“Gewisselijk, de Heere HEERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijne verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe”.

De Here openbaart in onze dagen, bijna alleen, via het Woord van God, de Bijbel. Alleen door de Bijbel te bestuderen zullen wij zicht krijgen op de tijd waarin wij leven, de profetieën wijzen overduidelijk op de situatie van dit moment. De satan heeft niet voor niets het Woord van de Here in diskrediet gebracht, hij heeft er voor gezorgd dat de (kerk) leer boven de Heer werd gesteld! Hij gaat zelfs zo ver dat hij occultisten de waarheid laat vertellen en daardoor ontkracht hij de woorden van de Here God, hij, de satan, verteld toch ook de waarheid niet waar?

“En het geschiedde, toen wij naar de gebedsplaats gingen, dat een zekere slavin, die een waarzeggende geest had, ons tegenkwam, welke aan haar eigenaars met waarzeggen veel voordeel aanbracht. Deze liep Paulus en ons achterna, luid roepende: Deze mensen zijn dienstknechten van de allerhoogste God, die u de weg tot behoudenis boodschappen. En dit deed zij vele dagen lang. Maar toen dit Paulus verdroot, wendde hij zich tot de geest en zeide: Ik gelast u in de naam van Jezus Christus van haar uit te gaan. En hij ging uit op datzelfde uur. Toen nu haar eigenaars zagen, dat hun kans op voordeel verdwenen was, grepen zij Paulus en Silas en sleurden hen naar de markt voor de overheid”
Handelingen 16:16-19

De waarzeggende geest in de slavin vertelde voor honderd procent de waarheid, de apostelen brachten de boodschap van redding in verlossing. Als dit door was gegaan zou het volk gesterkt zijn in de waarzeggerij van de duivel, dan was de Here God op één lijn gesteld met satan!

Als de Here een tempel bouwt zet de satan er een kapel naast.
De mensheid heeft door alle eeuwen heen gezocht naar antwoorden die de Here voor zich Zelf wil houden, ter bescherming van ons, onze rust. Stel dat de Here Jezus een datum voor Zijn wederkomst had genoemd, Zijn volgelingen zouden tot die datum zorgeloos geleefd hebben en daarnaast tot vlak voor Zijn komst in angst en paniek geraakt zijn, hun oliekruik was leeg!

De satan, tegenstander van God, weet dat ook en daarom gaf hij de mensheid zijn “kennis”, dit deed hij ook in Genesis 3 waar Eva verlangde naar die kennis. In de Maya cultuur was men ontzettend ver gevorderd in de astronomie en astrologie naast beestachtige offerdiensten, mensen werden o.a levend opengesneden om het hart er kloppend uit te halen als offer voor de “goden”. De Maya’s volgden drie kalenders, één voor het lopende jaar, één voor de toekomst en één voor het einde van de wereld. Dit volk kwam tot de ontdekking dat de uiteindelijke ondergang van de beschaving rond het jaar 2000 van onze tijdstelling zou moeten liggen. Andere afgodendiensten, met dezelfde vreselijke godsdiensten, kwamen ongeveer op het zelfde uit en monniken uit de tweede en de derde eeuw berekenden óók deze tijd, het is zelfs zo ver gekomen dat een occulte monnik precies voorspeld heeft hoe de opvolgende pausen zich zouden noemen! Deze zwaar occulte man voorspelde de jaren 2000 – 2015 als het einde van de beschaving en volgens hem zou de volgende paus een duister figuur zijn die zich na een ramp, waarin Rome verwoest zou worden, in een andere plaats zou vestigen.

Adam en Eva zijn verschrikkelijk ongelukkig geworden van de “kennis” die ze van satan “ontvingen”, ook de genoemde volken hebben verschrikkelijk geleden door toedoen van satan. De duisternis heeft veel mensen op het verkeerde been gezet en angst gegeven. Wie astrologen en andere occulte mensen kent weet dat die mensen erg ongelukkig zijn ondanks de kennis die ze van satan kregen of nog steeds krijgen. De satan spreekt heel vaak de waarheid maar laat meestal óók iets achterwege, bij Adam en Eva zien we dat ze inderdaad de gevraagde kennis kregen maar dat ze óók sterfelijk werden! Dát had satan er nu net niet bij verteld!

Het is inderdaad mogelijk dat satan, enigszins, kan laten weten hoe ver het op de wereldklok is, hij wíl het de mensheid graag laten weten om angst en paniek te zaaien. Onze Here is totaal anders, die laat ons vaak in het ongewisse voor ons eigen bestwil.

De Here is totaal anders.
Aan Daniël beloofde de Here dat in de eindtijd de kennis zou vermeerderen en dat hij rustig zijn laatste adem kon uitblazen. Het is juist deze kennis waar wij ons voordeel mee kunnen doen, het is het juist vertaan van de profetieën die ons de weg wijzen:

“Te dien tijde zal Michaél opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden. Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos. Maar gij, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen”.  Daniël 12:1-5

Sinds, ongeveer, 1750 kreeg men steeds meer zicht op het Woord van God en dan speciaal op de profetieën. Bekende namen zijn o.a Dr. Spurgeon, J.N. Darby, Johannes de Heer, Jb. Klein Haneveld, Br. J. Kits en vele anderen. Door hun getrouwheid en studiezin hebben wij inzicht op de profetieën gekregen, hun sterke kant, de eschatologie (leer der laatste dingen) is tot redding van vele zielen geweest. Waarschijnlijk doelde de engel op dit soort mensen toen hij tegen Daniël zei dat de kennis zich zou vermeerderen.

Michaël, de aartsengel, liet het niet bij die mededeling, hij vertelde ook dat velen zich zullen laten reinigen, zuiveren en louteren. Dit gaat niet automatisch, vanaf de kant van de Here alleen want er staat in het volgende Bijbeldeel dat mensen zich zullen laten louteren, reinigen en zuiveren. De wil om de Here gehoorzaam te zijn moet dus wél vanuit de mens komen, de Here loutert, zuivert en reinigt en wie niet wil luisteren zal daar schade van ondervinden.

“Doch hij zeide: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd. Velen zullen zich laten reinigen en zuiveren en louteren, maar de goddelozen zullen goddeloos handelen; en geen der goddelozen zal het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan. En van de tijd af dat het dagelijks offer wordt gestaakt en een gruwel wordt opgericht, die verwoesting brengt, zijn het duizend tweehonderd en negentig dagen; Welzalig hij die blijft verwachten en duizend driehonderd vijfendertig dagen bereikt. Maar gij, ga het einde tegen, en gij zult rusten en opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen”.  Daniël 12:9-13          

Daniël mocht rusten na een zwaar leven en zal opstaan op het grote moment. Hij, die met het zicht op de Here Jezus stierf, zal opstaan op het moment dat de Here de Gemeente wegneemt van de aarde.

Elia, type van de Gemeente.
Toen de tijd voor Elia was aangebroken om ten hemel te varen, bleek dat zeer velen op de hoogte van deze gebeurtenis waren, waarvan we lezen in:

  • 2 Koningen 2: 3 De zonen der profeten te Bethel.
  • 2 Koningen 2: 5 De zonen der profeten te Jericho
  • 2 Koningen 2: 7 En vijftig mannen van de zonen der profeten aan de Jordaan.

De hemelvaart van Elia was algemeen bekend en is niet in alle stilte geschied, want we lezen dat de profeten Elia tegemoet gingen om hem in te lichten over wat er zou gaan gebeuren. We kunnen ons moeilijk voorstellen wat er in deze mensen is omgegaan toen zij Elisa alleen terug zagen komen. Het Goddelijke wonder was dus geschied. De held van de Karmel was opgevaren naar zijn eeuwig huis. Jammer genoeg lezen we dat de zonen der profeten dit niet zonder meer konden geloven. Hun zoekactie leverde geen succes op. Het is geen geringe zaak, om zulk een Goddelijk wonder eenvoudig te aanvaarden. God is vrijmachtig om door allerlei handelingen Zijn heerlijkheid te openbaren en Zijn plan te volvoeren. In Henoch en Elia hebben wij twee voorbeelden van hetgeen Gods almacht vermag.

De tegenwoordige mensheid zal na de opname der Gemeente vertwijfelt zoeken naar ouders, kinderen, vrienden en collega’s. De geruchten dat de Here God Zijn Gemeente van de aarde weg heeft genomen zullen door satans volgelingen heel snel de kop zijn ingedrukt, die zullen de meest wonderlijke verhalen ophangen over UFO’s en dergelijke die de dwarsliggers hebben weggenomen. Zij die in vroegere jaren de Bijbel gelezen hebben of als kind naar Bijbelstudieavonden zijn geweest zullen vast en zeker denken aan Henoch en Elia.

Henoch en Elia, twee machtige getuigen, die als wondertekenen en profetische tekenen de wereldgeschiedenis begeleiden tot op vandaag. En wij? Wij weten nog van een andere hemelvaart, van onze Here Jezus Christus. Bij onze christelijke feesten hebben we ook nog een dag waar de Hemelvaart herdacht wordt; een dag die wel erg stiefmoederlijk bedeeld wordt. De meeste kerken staan leeg en men heeft van de christelijke feesten een uitgaansdag gemaakt. Op enkele toogdagen na gaat niet alleen de wereld, maar ook de christenheid, geruisloos aan de Hemelvaart voorbij.

Onze wereld schijnt niet zo goed meer georiënteerd te zijn op de Bijbelse toekomst. Onze geleerden doen het anders. Men vergaapt zich aan de kennis van de mens. De raket staat in het middelpunt van de belangstelling en als zo’n ding de lucht in geschoten wordt, slaat men zich op de borst: ’Dat kan de mens’.

De mens heeft meer te betekenen dan alleen een technisch kunnen. Met niet mis te verstane woorden heeft de profeet gesproken van de grote tegenstander van God de Here:

“Uw trots is in het dodenrijk neergeworpen, de klank uwer harpen; het gewormte ligt onder u gespreid en maden zijn uw bedekking. Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster (satan), zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; Ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen. Integendeel, in het dodenrijk wordt gij neergeworpen, in het diepste der groeve”.
Jesaja 14:11-15

De hoogmoed van satan heeft de mensheid gedreven tot waanzinnige dingen, maar in werkelijkheid is het rebellie tegen God.

Wij schreven in het voorgaande dat de Hemelvaartsdag aan betekenis heeft ingeboet. Als wij Gods Woord er op na lezen, komen wij tot verrassende ontdekkingen op de Hemelvaart van Henoch en Elia, die ons als voorbeelden zijn gegeven, volgt het belangrijkste: de Hemelvaart van de Here Jezus Christus. Als we lezen in Handelingen 1 over de Hemelvaart, beseffen we niet hoe groot die betekenis is. Nadat de Here Jezus in vers 8 Zijn opdrachten aan Zijn discipelen gegeven heeft, lezen we in vers 9-11:

“En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen. En alzo zij hun ogen naar den hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in witte kleding; Welke ook zeiden: Gij Galilése mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijze gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren”.

De Hemelvaart van de Here Jezus moeten we zien als het sluitstuk van het verlossingswerk op deze aarde, van een wereld verloren in zonde en schuld. De Here Jezus daalde neer om de zonde te verzoenen, zoals hij gesproken heeft in Johannes 3:13-17:

“En niemand is opgevaren in den hemel, dan Die uit den hemel neder gekomen is, namelijk de Zoon des mensen. Die in den hemel is. En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want alzo liefheeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden”.

De zonde.
De Here Jezus Christus is in de eerste plaats op aarde gekomen om de mensheid te verlossen van dé zonde, de zonde die de mensheid tot slaaf van satan maakte. Adam  maakte de mens door zijn ongehoorzaamheid tot slaaf der zonde. De Here Jezus bracht de mensheid verlossing door Zijn offer aan het kruishout. Hij verloste de mens van de zonde, de erfzonde, de vreselijke erfenis van Adam en Eva. De Here kocht ons vrij, wie de Here Jezus aanneemt als Verlosser is vrijgekocht uit de macht van satan.

Het zelfgetuigenis dat de Here Jezus in Johannes 6 uitspreekt sluit hier volledig bij aan:
“Ik ben het Brood des levens. Uw vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn, en zij zijn gestorven. Dit is het Brood, dat uit den hemel nederdaalt, opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld”.  Johannes 6 : 48-51

“Wat zou het dan zijn, zo gij den Zoon des mensen zaagt opvaren, daar Hij te voren was?”  Johannes 6: 62

“Jezus, wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was, en tot God heenging”.  Johannes 13:3

De Here Jezus heeft Zijn hemelse heerlijkheid verlaten, en is in de wereld gekomen; om te lijden en te sterven en op te staan. Opnieuw verlaat Hij de wereld en gaat heen tot de Vader. En zo troont de Here Jezus aan ’s Vaders rechterhand. Johannes heeft zoveel mogelijk aantekeningen gemaakt van Zijn komst in deze wereld, maar vooral ook van Zijn heengaan. Christus’ werk is hiermede niet beëindigd. Zijn werk wordt in de hemel voortgezet. We lezen daarvan in Johannes 14: 1-3, 18, 28:

Opvaren en nederdalen
“En niemand is opgevaren in den hemel, dan Die uit den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is”.  Johannes 3:13

“Wat zou het dan zijn, zo gij den Zoon des mensen zaagt opvaren daar Hij tevoren was?”  Johannes 6: 62

“Jezus wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heenging”.  Johannes 13:3

“Ik ben van den Vader uitgegaan, en ben in de wereld gekomen; wederom verlaat Ik de wereld en ga heen tot den Vader”.  Johannes 16:28

“Jezus zeide tot haar, (Maria Magdelena): Raak mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vaar op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God”. 
Johannes 20:17

“Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot u”.  Johannes 14: 18

“Gij hebt gehoord dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen en kom weder tot u”.  Johannes 14: 28

“En nu heb Ik het u gezegd eer het geschied is, opdat wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt”.
Johannes 14: 29

De opname en de gevolgen
We weten dat er over de opname der Gemeente zeer verschillend gedacht wordt. Dit zullen we niet proberen te weerleggen, maar we willen ons wel richten op wat er geschreven staat. De opname der Gemeente is van grote betekenis, want er wordt een tijdperk beëindigd, de bedeling van de genade is voorbij en de Here gaat hier na verder met Israël. Waar het hier om gaat wordt beschreven in de eerste drie hoofdstukken van Openbaring. In deze hoofdstukken wordt gesproken over de zeven Gemeenten, welke geleid worden door de zeven Geesten Gods.

“Johannes aan de zeven Gemeenten, die in Azië zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn”.  Openbaring l:4

Dat het hier niet alleen gaat om een stukje van het Midden-Oosten blijkt uit Openbaring 1:7

“Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven: ja, amen”.  Openbaring l:7

Het geldt hier alle geslachten der aarde en daarom worden de zeven Gemeenten in Klein Azië als een miniatuurbeeld van de Openbaring des Heren voorgesteld. We weten dat de Here Jezus bij Zijn afscheid gesproken heeft:

“Gaat dan benen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet. Ik ben met u lieden al de dagen tot de voleinding der wereld, Amen”.  Matthéus 28: 19-20

Een tweede bevestiging vinden we in Handelingen 1:8:
“Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jerusalem, als in geheel Judéa en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde”.

Deze twee uitspraken van de Here Jezus zijn voldoende om de zeven Gemeenten van Klein Azië te zien als “miniatuur” van de Gemeente van Christus, door alle eeuwen heen. De strijd die deze Gemeenten moesten voeren, stemt overeen met al de aantijgingen waarmee alle gelovigen van alle tijden te maken hebben gehad. De tijd van de Gemeente wordt binnen zeer korte tijd beëindigd en dan volgt Openbaring 4:1:

“Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet”.  Openbaring 4:1

Wij moeten even de aandacht vestigen op het volgende. Ondanks dat de boodschap voor alle Gemeenten verschillend is, worden alle op dezelfde wijze besloten. “Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeente zegt.’

Paulus zegt:
“Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien énen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden”.  Romeinen 3:19

“Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods”.  Romeinen 10:17

Openbaring 4:l zegt: “Na dezen, zag ik’.

Dit is wel een bijzondere aanduiding voor een grote gebeurtenis. Nadat Johannes het doen en handelen van deze zeven Gemeenten beschreven heeft volgt zijn “Na dezen’. Het blijkt dat een einde is gekomen aan de Evangelie verkondiging. Het slot van dit vers bevestigt dit met de woorden “Ik zal u tonen hetgeen na dezen geschieden moet’.

De oogst der aarde is aangebroken! Het koren wordt in de hemelse schuur verzameld en het kaf zal worden verbrand; “en zie een deur was geopend in de hemel’. Het wekt de indruk dat de vrijgekochten des Heren hier zojuist door zijn binnengekomen. Johannes kreeg 2000 jaar geleden het inzicht dat eenmaal de hemelpoort geopend zou zijn, en omstreeks deze tijd zal het werkelijkheid worden dat alle vrijgekochten van de gehele wereld zullen binnentreden in de Hemelse Heerlijkheid.

“En de eerste stem, die ik gehoord had, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen hetgeen na dezen geschieden moet”.

De stem als van een bazuin klinkt dus voor de tweede keer. Is de eerste keer vanwege de opname der Gemeente?

“Want de Here zelf zal met een geroep, met de stem des archangels (Bazuin. NBG) en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel”. 
1 Thessalonicenzen 4: 16

Deze opname, die door de Here Jezus wordt verricht, gaat vooraf aan de tweede grote gebeurtenis, welke beschreven wordt in de hoofdstukken 4 en 5 van Openbaring.

De wereld zonder de gemeente
Met het wegrukken van de Gemeente, van de gelovigen, zijn de zeven Geesten Gods gelijktijdig meegevoerd naar de Heerlijkheid Gods, en is het werk van de Heilige Geest, dat met het Pinksterfeest begon, beëindigd. Het licht van de kandelaar is van de aarde weg.

“Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, wie de Here verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst.”
2 Thessalonicenzen 2:7-8

“De verborgenheid der ongerechtigheid’ betekent dat de zonde zich onbeschaamd en brutaal openbaart. “Die hem nu wederhoudt’ namelijk die het getuigenis van Jezus Christus hebben, door de Heilige Geest, die van de Vader en de Zoon is uitgegaan. De rem op de zonde “zal weggedaan worden’ en dan zal de “ongerechtige” geopenbaard worden.

De oordelen Gods, waarvan profeten en apostelen gesproken hebben, en die door de Here Jezus zo duidelijk zijn voorzegd, zullen de aarde treffen. Dit wil niet zeggen dat er een vuurstraal uit de hemel zal komen of een ongekende aardbeving uit het “niets” zal ontstaan, een groot deel van de oordelen kunnen heel goed ongewild door de mensheid zelf veroorzaakt zijn. Op het moment dat de heilige Geest van de aarde is weggenomen is ook elke remming van de mensen weggenomen, de kans is groot dat atoombommen worden afgeworpen, dammen opgeblazen worden of nucleaire rampen zullen plaatsvinden. Momenteel woeden er op aarde veel oorlogen en zijn mensen vaak gewelddadig, maar wat er zal gebeuren kunnen wij alleen maar gissen. Het zal een verschrikkelijke tijd worden, duisternis zal de aarde bedekken; maar er is een “totdat’, want God heeft het laatste woord. Maranatha, kom Heer Jezus, kom!

Als hier op aarde mijn werk is gedaan, en ik kom veilig in hemels kust aan,
O, dan zal daarin mijn vreugde bestaan, dat ik heel dicht bij mijn Heiland mag gaan.

Als ‘k eens de plaats, in de hemel bereid, En zo lang  door mij biddend verbeid,
Binnen treed, aan Zijne hand voortgeleid, Zal ik bij Hem wonen tot in eeuwigheid.

Als ‘k daar mijn vrienden van vroeger ontmoet, Al mijne dierb’ren daar juichend begroet
En ‘k hoor de stemmen der Engelen stoet, Dan zal ik prijzen de kracht van Zijn bloed.

O, dat maakt mij zalig en blij, O, dat maakt mij zalig en blij,
Als ik het Lam zie geslacht ook voor mij, Dat maakt mij voor eeuwig zalig en blij.

Lied 319, Bundel Johannes de Heer.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.