Opening der Schriften

Opening der Schriften, opening der tijden.

”Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan [zullen] [wij] [zien] aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben.”   1 Corinthe 13: 12
Dit wil zeggen dat we het volle zicht (nog) niet op het Woord en het doen en laten van onze Here hebben.

Opening der Schriften.
Er wordt wel eens gezegd dat Israël onze oudere broer is. Dat is correct:
”Dan zult gij tot Farao zeggen: Zo zegt de Here: Israël is mijn eerstgeboren zoon; Daarom zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij diene; zoudt gij echter weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden.”   Exodus 4:22-23

Maar dat betekent tegelijkertijd dat wij diens jongste broer zijn. En hoe het daarmee is gegaan, vinden we duidelijk beschreven in Lukas 15:11-32. In een tijdsbestek van nog geen 300 jaar was deze jongste broer bij de ”Grote Hoer” (Babylon/Rome L.B.) terechtgekomen met haar drieëenheids uitleg over zijn VADER. Op zekere dag had hij genoeg van de draf die de zwijnen (heidenen) aten - en niemand die hem gaf - en overlegde bij zichzelf dat het verstandiger was om tot zijn Vader terug te keren en zich als ”huurling” beschikbaar te stellen.

In 1517 deed hij - via Luther - de eerste stap in die richting; spoedig gevolgd door meer (Calvijn, Zwingli, Methodisme, Baptisme.)
Ondertussen was de oudste zoon bijna 2000 jaar bezig geweest in eigen gerechtigheid de Vader te dienen, zonder acht te geven op het NIEUWE arbeidscontract VERBOND. In feite hadden beide zonen het zich op de ”VADER DER EEUWIGHEID” verloren. Uiteindelijk zien we hoe de Vader Zijn - op de dag van Pinksteren geboren - zoon weer in de armen sluit en deze laatste - net als Filippus in Johannes 14:9 - gewaar wordt ”die Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien” De oudste zoon moet van dit gedoe niets hebben en besluit daarom niet aan het feest deel te nemen.

Dit in het kort hoe het in de nabije toekomst zal toegaan, hoewel er een kleine uitzondering in dit verhaal is, want de apostel spreekt van een ”overblijfsel” (remnant). Dat is een klein deel van Israël (144.000, uitgedrukt in de mannelijke zoon van Openbaring 12:5) die tegelijk met de Gemeente wordt weggerukt tot God en Zijn troon, terwijl het merendeel van Israël per vliegtuig naar een beschutte plek toegaat, waar ze de laatste week van Daniëls’ jaarweek doorbrengt, tot de satan gebonden is, de Gog en Magog hun grote verlies hebben geleden en Israël tot het land der vaderen kan terugkeren om het 1000 jarige vrederijk mee te maken. Daarmee hebt u alvast een indicatie van wat er zoal gaat gebeuren, althans op de helft van Daniëls’ jaarweek. De eerste 3½ jaar zullen anders uitpakken dan heel veel mensen denken. Dat zal een periode worden van verdrukking zoals er nog niet eerder is geweest, maar dat geldt niet voor Israël. Hoe dat kan?

De eerste twee verzen van Openbaring 11 behoren niet op die plaats te staan waar ze zijn neergezet. De reden spreekt voor zichzelf. Er is immers nog geen tempel; en wanneer die er wél komt, wordt die niet direct ontheiligd en de heilige stad niet meteen vertreden. Dat gebeurt op een later tijdstip, als de VROUW (Israël) een veilig heenkomen heeft gevonden en de antichrist (alias ”HEILIGE VADER”) in de tempel gaat zitten, vertonende dat hij ”God” is. Daniëls’ jaarweek krijgt een aanvang met de opkomst van de twee getuigen. Wat die gaan doen vindt u duidelijk beschreven, maar waar ze beginnen is voor de (meeste) mensen nog een geheim. Één van de eerste dingen die op hun programma staan is het afrekenen met het derde dier van Daniël 7:6. (De Moslimwereld). En hoe gebeurt dat? Op de dag van Pinksteren (Handelingen 2) WAS HET Jeruzalem waar het WOORD des Heren uitging:

”En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de  naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des  Heiligen Geestes ontvangen”  Handelingen 2: 38.

”En vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jacobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.”  Jesaja 2:3

Dat recept raakte de jongste zoon (de Gemeente. L.B.), kwijt en kwam aan lager wal. In dat zelfde Jeruzalem zal opnieuw des Heren Woord uitgaan; te beginnen waar eens de voorhang scheurde. Te verwachten valt een soort herhaling van wat eens op de Karmel gebeurde, toen Elia uitriep: ”Antwoord mij, JHWH, antwoord mij ….” Maar die JHWH is nu de Spruit van Jeremia 23:5-6:

”Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig  handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land. In zijn dagen zal Juda behouden worden en Israël veilig wonen; en dit is zijn naam, waarmede men hem zal noemen: de Here onze gerechtigheid”  Jeremia 23:5-6

Vandaar dat bij de gebeurtenis in Jeremia 23:5-6 de volledige Naam Jeshua Hamasjiach Wemelech Hajehudim (JHWH) kan worden aangeroepen (Ezechiël 39:7-7), zodra Israël weet Wie haar God is en de Moslimwereld dat Allah zijn heiligdommen niet kan beschermen. Vooral wanneer de rest van de moskeeën op dezelfde wijze tegen de vlakte gaat. (Want dat zijn de broeinesten van de moderne Filistijnen). Ze willen dan wel het land kruipend verlaten, terwijl in Israël een rouwklage zal worden aangeheven omdat het volk zal weten dat hun GOD en MESSIAS één en de Zelfde is:

”Ik, Ik ben de Here, en buiten Mij is er geen Verlosser.”  Jesaja 43:11.

”Voorwaar, Gij zijt een God, die Zich verborgen houdt, de God van Israël, een Verlosser.”  Jesaja 45:15.

Tegelijkertijd zal de Here Zich over Zijn volk ontfermen en hun ongerechtigheid op één dag wegnemen:

”Voorwaar zie, van de steen die Ik voor Jozua neerleg (op die ene steen zijn  zeven ogen) zal Ik zelf het graveersel graveren, luidt het woord van de Here der heerscharen, en Ik zal op één dag de ongerechtigheid van dit land wegdoen.”   Zacharia 3:9

Er zal geen leugen meer worden gesproken en de Here zal Zich weer over Zijn volk kunnen verheugen. (Zefanja 3:12-20) Terzelfder tijd komt voor de rest van de wereld het vierde dier van Daniël 7:7 in actie. Mensen zullen dan niet meer kunnen kopen of verkopen zonder het nummer van de antichrist, 666, aan de rechterhand of het voorhoofd. Geen wonder dat er dan mensen zullen zijn die de slip van een Joodse man vastgrijpen en zeggen: ”Wij zullen met u gaan, want wij hebben gehoord dat God met u is.” (Zacharia 8:23) Aan het eind van de eerste 3½ jaar wordt deze periode afgesloten met een bazuin van groot geluid. De zevende engel geeft daartoe de aanzet. Vervolgens gaan er hele vreemde dingen gebeuren. Want als de Here op de wolken des hemels verschijnt en Hij Zijn engelen met bazuinen van groot geluid uitstuurt om Zijn uitverkorenen bijeen te vergaderen, denken veel mensen aan een enorm groot spektakel, waarover zelfs een lied is geschreven: ”Eens zal op die grote morgen ….” Maar Zefanja 1:14-17 geeft een heel andere beschrijving, omdat de meeste mensen zullen achterblijven, terwijl de opname, van de Gemeente, is voor mensen die gereed zijn, een kwestie is van een ogenblik, een punt des tijds en niet zonder reden:

”Nabij is de grote dag des Heren, nabij en hij nadert haastig. Hoort, de dag des Heren; bitter schreeuwt dan de held. Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis. Een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens. Dan zal Ik de mensen benauwen, zodat zij gaan als blinden, want zij hebben tegen de Here gezondigd, en hun bloed zal worden uitgestort als stof en hun ingewand als drek.”  Zefanja 1:14-17

Om dat duidelijk te maken heeft men niet eens veel fantasie nodig. Stel dat de Here boven Katwijk aan Zee in de wolken verschijnt. Hoeveel kans maken Amsterdammers en Hagenaars dan om Hem te zien?  Of …. Nog iets verder: In New York of Australië? Ook dát maakt de Here duidelijk in Matthéüs 24:27-28; maar de meeste mensen lezen daaroverheen.

”Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen.”  Matthéüs 24:27-28

Als we 1 Corinthe 15:52 mogen geloven dat is het doen opstaan van mensen een kwestie die nauwelijks een seconde vergt, inclusief het omhoog gaan van de levend overgeblevenen. Mensen dit dat zullen missen, en dat overkomt de grote massa, zullen duizend jaar moeten wachten op de volgende kans, namelijk die van het grote oordeel. Maar dát oordeel is niet gebaseerd op ”genade”, maar op hun ”werken” (Openbaring 20:21 b) Zoals u weet is de aarde rond en de grootste omtrek is 40.000. kilometer. Maar wáár de gelovigen zich ook bevinden, ze verwachten allen dat de Here boven hún woonplaats op de wolken des hemels verschijnt.

Maar kán dat ook?

In principe wel! De Here geeft n.l. aan dat Zijn komst zal zijn als de bliksem en Hij voegt er iets merkwaardigs aan toe, n.l.: dat waar het dode lichaam zal zijn, de arenden zullen worden vergaderd. Wat bedoelt Hij hier te zeggen? In Job 39:33 vindt u beschreven dat arenden hun nest in de hoogte hebben op een steenrots. Maar u leest niet dat ze door ”eventjes te fluiten” hun prooi boven krijgen. Dat moeten ze zelf doen. Welnu dat gaat de Here ook doen. Vandaar dat Hij Zich als de bliksem zal moeten verplaatsen en het omhooggaan van de Gemeente secondewerk is. Begrijpelijk dan ook dat Hij op plekken zal komen waar het dag is en mensen op het veld werken, maar ook op plekken waar het nacht is en twee op één bed zullen liggen, zonder de garantie te hebben allebei omhoog te gaan.

Een arend moet vliegen om zijn prooi in het nest te krijgen, maar bij Here werkt dat proces als een magneet. De engelen zullen de uitverkorenen bijeen vergaderen en naar de heilige stad geleiden en daar zal de grote ontmoeting plaatsvinden met de Koning der Koningen, als Hij allen heeft opgehaald die naar Zijn Naam zijn genoemd? Wel, door geboorte uit water en Geest (Johannes 3:3-5 en Handelingen 2:38 St. vertaling). Voor anderen geldt: ”Ik heb u nooit gekend” (Matthéüs 7:23).

Resumerend: De engelen kondigen de komst van de grote Koning aan met een bazuin van groot geluid (en daar hoeft de Here nog niet eens dezelfde engelen voor te gebruiken, zodat, wáár Hij ook komt het grote herautenwerk reeds heeft plaatsgevonden). Zoals gezegd, is de opname secondewerk, waarbij de plannenmakers voor het jaar 2010 en die lieden die ten vure werken en zich tevergeefs vermoeien en vlak daarvoor nog een boom hebben geplant (Habakuk 2:13 via de plannen van Luther) nog niet van verbazing bekomen als dit alles voorbij is. Als de Gemeente weg is, de antichrist zich in dat vacuüm in de tempel zet, vertonende dat hij God is. En de heidenen de heilige stad vertreden, nadat Israël met vleugelen (vliegtuigen?) het land heeft verlaten om in de woestijn de laatste 3½ jaar van spijze te worden voorzien. Een periode waarin de Here Zijn toorn zal uitgieten op de volkeren en de zon zevenvoudige hitte zal geven en de grote hoer (Katholieke systeem) zal worden geoordeeld. Dán tikt de klok verder tot de week van zeven jaar voorbij is en de satan kan worden gebonden om in het hart der aarde te worden geworpen. Waar verlorenen zich verbijsterd zullen afvragen: ”Is dit de man die de aarde beroerde, die koninkrijken deed beven? Die de wereld als woestijn stelde, enz, enz…. ?” (Jesaja 14:15-16)

Dan zal JHWH mijn GOD (Jeshua???) komen en al de heiligen (Gemeente) met u o Here! . Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg (Zacharia 14:5b, vs 4), maar Hij zal dan ook door de Gouden Poort gaan (Ezechiël 43:4), zoals Hij dat bijna 2000 jaar geleden, via Zacharia 9:9, deed. Ja, zelfs de oude deuren van die poort zullen zich verheffen (Psalm 24:7-10 St. Vertaling) (Ja, die poorten zijn er nog). Daarna zal er zich iets merkwaardigs voordoen. Mensen die de duizend jaren van vrede ingaan, zullen niet onsterfelijk worden, maar wel onverderfelijk. Iemand die als jongeling die periode zal ingaan, zal zijn uiterlijk blijven behouden, ook als hij op honderd jarige leeftijd zal sterven, terwijl een zondaar - die deze periode ingaat, ook al kan hij dan niet meer zondigen omdat de grote verleider vastzit - zal worden vervloekt. Mensen zullen zelfs ouder kunnen worden als Methusalem, omdat de duivel na de duizend jaar nog weer zal ontbonden worden om - via Gog en Magog (= Moskou) - de mensen te bewegen een keuze voor hem te maken, door zijn koninkrijk nog mooier voor te stellen dat wat we in de duizend jaar hebben gehad. Pas wanneer iedereen een persoonlijke keus heeft gemaakt, komt het grote oordeel, waarbij alles direct al in twee groepen wordt opgesplitst. (Schapen en bokken / mensen die een kans maken en de ”geestelijk doden”, waarvan de Here zei: ”Laten de doden hun doden begraven”) Volgens Matthéüs 25:31-34 zal de Koning de schapen en de bokken scheiden. En deze Koning heet Jeshua.

In Openbaring 20:11-12 lezen we dat de doden, klein en groot voor God zullen staan, waarbij de boeken worden geopend (het ene waaruit de mensen hun vonnis krijgen te horen; het andere aangeduid als het ”boek des levens”

”En JHWH zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te dien
dage zal JHWH één zijn en Zijn NAAM één zijn.
(Zacharia 14:9)

Het tetragrammaton (JHWH) bestaat uit vier initialen, zoals eerder in deze brief aangetoond, met als betekenis: Jeshua de Messias en Koning der Joden.

”Gijlieden zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik  uitverkoren heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, [dat] voor Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal. Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.”   Jesaja 43:10-11(St.vert)

”Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, en zijn Verlosser, de HEERE der heerscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God.”  Jesaja 44:6 (St. vert.)

”En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste. En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle  eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.”  Openbaring 1:17-18(St. vert.)

Het zou niemand hoeven te verwonderen dat de periode waarin de satan wordt losgelaten na duizend jaar (Openbaring 20:7-10) wel eens zeven jaar, of langer, kan duren (Ezechiël 39:9-24), want zoveel tijd rest nu niet meer voor de wederkomst.

Als het oordeel is geweest en de veroordeelden hun plaats in het binnenste van onze aardbol hebben ingenomen, gaat de Here het aardoppervlak met vuur bewerken, zo zelfs dat de elementen zullen branden en versmelten. Dat betekent in feite dat de Gemeente en zij die behouden zijn geworden nog eenmaal van de aarde worden gelicht. Pas wanneer het aardoppervlak in een nieuwe jas is gestoken, wordt deze opnieuw bewoond en zal zelfs de Heilige Stad nederdalen op de plek waar zich nu het oude Jeruzalem bevindt. Het zal de plaats zijn van de troon des Heren, alwaar Hij zal wonen in het midden van de kinderen Israëls, in eeuwigheid (Ezechiël 43:7). De hemel zal dan worden toegerold als een dus doek (Hebreeën 1:10-12). En met deze gegevens zullen wij het voorlopig moeten doen. Wél is het duidelijk dat degenen die hun kans hebben gemist eeuwig wroeging zullen hebben, omdat hun geweten (worm) het niet met rust zal laten (Jesaja 66:24), vooral wanneer ze op hun tongen moeten kauwen van pijn (Mathéüs 25:41-46)
Mag de Here u zegenen.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.