Psalm 83

Psalm 83.

Er zijn mensen die er van uit gaan dat het boek der Psalmen parallel zou lopen met de jaartelling van de eindtijd. Dit gaat mij een beetje te ver, wél zien wij in de Psalmen profetische aanwijzingen met betrekking tot de Here Jezus én het volk Israël.

Psalm 83 is een profetische Psalm met betrekking tot Israël en zonder waarde te hechten aan de “jaartelling leer” moet ik toegeven dat sinds 1983 de strijd om Israël verhevigd is.

Psalm 83
’Want zie, Uw vijanden tieren, Uw haters steken het hoofd op; zij smeden een listige aanslag tegen Uw volk en beraadslagen tegen Uw beschermelingen. Zij zeggen: Komt, laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht. Want zij hebben eensgezind beraadslaagd, tegen U een verbond gesloten:...’ (vs. 3-6).

De oorlog sleepte zich voort in 1983. Arafat had een ontmoeting met koning Hoessein van Jordanië in een poging steun te krijgen voor zijn uiteengeslagen P.L.O. Bijna de gehele Arabische wereld is sinds die tijd Israël nog meer vijandig gezind.

Niet alleen de Arabieren hebben moeite met Israël, ook in de rest van de wereld wil men een “oplossing” voor het, wat men noemt, het Midden Oosten probleem. In persoonlijke gesprekken hoor ik vaak dat er een “oplossing” moet komen, diep in het hart ziet menigeen het einde van dit tijdperk en men voelt aan dat Israël daarvan de sleutel is.

De Arabische vijand wordt in Psalm 7-9 met name genoemd:

’de tenten van Edom en de Ismaïlieten, Moab en de Hagarenen, Gebat, Ammon en Amalek, Filistea met de inwoners van Tyrus; zelfs Assur heeft zich bij hen gevoegd. zij zijn de zonen van Lot tot steun’ (vs. 7-9).

Van belang is te weten, dat met de oude stammen: Edom, Moab en Ammon, het land Jordanië wordt bedoeld. In Jordanië wonen meer bloedverwanten van de z.g.n. Palestijnen als in Israël of waar ter wereld ook! De Ismaëlieten, nageslacht van Ismaël, vormen het grootste deel van de huidige bevolking der Arabische wereld.

De Hagarenen waren kinderen van Hagar; Sara’s slavin Hagar was Egyptische, de wortel van de vijandschap tegen Israël ligt in Egypte. De satan moet razend geweest zijn dat niet Ismaël, de oudste zoon van Abraham erfgenaam en opvolger werd maar dat dé nakomeling van Izaäk de Messias mocht voortbrengen en satan zou verslaan en vernederen.

Gebal (Gebat) was een oude stad aan de Middellandse Zee, vijfentwintig mijl ten noorden van Beirut. In de Griekse en Romeinse tijd werd deze Gebal Biblos genoemd, omdat er papyrus gemaakt werd, de benaming “Bibliotheek” (verzameling boeken) herinnert ons aan Biblos, Gebal.

De stad heet nu Jebeil.’ Het wordt samen met de inwoners van Tyrus in de Libanon genoemd.

De psalm gaat verder in Psalm 86:14:
’O God, overmoedigen maken zich tegen mij op, een bende van geweldenaars staat mij naar het leven... zij stellen U niet voor hun ogen’

Het einde van dit conflict vinden we in Psalm 94:23:

’Hij toch vergold hun het onrecht, in hun boosheid verdelgde Hij hen. Hij, de Here, onze God, verdelgde hen.’

Psalm 94 beschrijft het eind van de grote wereldbrand bij de komst van de Messias, Die Zijn koninkrijk zal vestigen.

Het getal 83 wordt gevormd door de letters ’peh’ en ’gimel’. Deze vormen het Hebreeuwse woord ’pag’, dat ’onrijpe vijgen’ betekent.

In 1948 kreeg de vijgeboom (Israël) blad, maar nu komen de vruchten te voorschijn.

Ze zijn nog niet rijp, maar we kunnen er zeker van zijn, dat Israël op het punt staat vrucht te dragen.

Psalm 1:3 zegt: ’Want hij (Israël) is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd.’

Het boek ’Hooglied’ vertelt het verhaal van de bruidegom, die zijn bruid komt halen. Hij komt ’s nachts, zeggend:
’Sta toch op, mijn liefste, mijn schone, en kom. Want zie, de winter is voorbij ... De vijgeboom laat zijn vroege vrucht zwellen...’   Hooglied 2:10-11 en 13

De bruid zegt: ’Mijn geliefde is van mij en ik ben van hem,... tot de avondwind waait en de schaduwen vlieden’
Hooglied 2:16-17

Op een dag in de nabije toekomst, wie weet hoe spoedig, zal de Here Jezus Christus verschijnen om Zijn Gemeente ’weg te rukken’, te weten het Nieuwtestamentische christendom, omdat de vijgeboom zijn vroege vrucht laat zwellen! De Bruid, Israël, begint door de druk van haar vijanden te verlangen naar haar Bruidegom, de Here God, de tijd is bijna rijp.

De christenen zullen van de aarde verdwijnen, waarop de zeven verschrikkelijke jaren zullen beginnen - jaren van gericht over de goddeloze volken en jaren, waarin Israël vrucht zal dragen.

Aan het eind van de zeven jaar zullen wij terugkeren uit het hemelse voor de viering van het huwelijk tussen de Here en Israël en zal Israël de leiding over de volken hebben!

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.