Dienen en dienstknechten (1)

Dienen en dienstknechten


 


In Gods Woord lezen we, zowel in het OT als het NT, over vele dienaren of dienstknechten van God. Aan de hand van wat opgetekend staat over een bekende dienstknecht van God uit het NT, Paulus, willen we in dit artikel een aantal kenmerken van dienaren van God nagaan omdat dit ons veel leert over de wijze waarop wij als dienstknecht van God kunnen functioneren.


 


Een bijzonder belangrijk kenmerk is dat Paulus een persoonlijke ontmoeting met de opgestane Heer heeft gehad. Deze ontmoeting met God Zelf heeft Paulus dusdanig geraakt dat zijn hele leven op de kop is gezet. Hij was zo enorm onder de indruk van de verschijning van de Heer dat er direct een totale ommekeer in zijn leven kwam. In plaats van de gemeente te vervolgen (o.a. Hand. 9:4) werd hij de belangrijkste verkondiger van het evangelie. Het was het diepe en intense verlangen van Paulus geworden om het evangelie van de genade van de Here Jezus Christus bekend te maken in de wereld.


 


Paulus is letterlijk ’gegrepen’ door Christus. Fil 3:11 ’omdat ik ook door Christus Jezus gegrepen ben’. Het Griekse woord voor gegrepen ’katalambano’ betekent grijpen om tot zijn eigendom te maken. Dit is precies wat er is gebeurd met Paulus: hij werd door de Heer gegrepen en het eigendom van de Heer, hij kwam radicaal tot bekering omdat hij gezien en geproefd had hoe geweldig groot de liefde van God, zélfs voor hem de vervolger van de gemeente, was.


 


Paulus heeft, toen de Heer zich aan hem openbaarde de macht, majesteit en grootheid van God geproefd waardoor hij nog maar één verlangen had en dat was God beter te leren kennen en Hem te dienen. In Handelingen 22:8 e.v. doet Paulus verslag van zijn bekering en hij vermeldt in dit gedeelte twee vragen die hij stelde toen hij de Heer ontmoette. De eerste vraag was (vs.8) Wie zijt Gij, Here? En de tweede vraag was (vs.10) Here, wat moet ik doen? Deze twee vragen hebben Paulus zijn hele leven bezig gehouden, hij heeft zich voortdurend ingespannen om de Heer beter te leren kennen én om Hem te dienen (Here, wat moet ik doen?).


 


In Fil. 3:4 e.v. staat dat Paulus alles heeft achtergelaten en zich alleen maar richt op het beter leren kennen van de Here Jezus: ’omdat de kennis van Christus, mijn Here, dat alles te boven gaat’ en vs. 10: ’Dit alles om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding’. Op Paulus, maar eigenlijk op iedere dienaar van Christus, is het vers uit het lied van Johannes de Heer van toepassing ’welk een omkeer heeft God in mijn leven gewrocht, sinds Jezus nu woont in mijn hart’.


 


Christus dienen was voor Paulus niet een loodzware plicht maar juist een bijzonder vreugde omdat Hij had ingezien en begreep hoe geweldig lief de ware Dienstknecht van God, de Here Jezus Christus, hem had. Hij was tot in het diepst van zijn hart geraakt en letterlijk gegrepen toen hij iets begreep van de ontstellend diepe weg van vernedering en lijden die de Heer had moeten gaan om hem (en ons!) te kunnen verlossen. Het hart van Paulus was vol vreugde en dankbaarheid voor wat de Here had gedaan. ’O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen’.


 


Het was het intense verlangen van Paulus geworden de veelkleurige wijsheid van God, niet alleen voor zichzelf te houden, maar bekend te maken aan een wereld in nood. Zijn hele leven na zijn bekering, heeft hij aan God gegeven en zodoende zich door Hem laten gebruiken om het evangelie te verkondigen. En wat een geweldige zegen heeft Paulus hierop mogen ervaren. Hij heeft ook veel geleden, maar het waas het hem waard, de liefde voor Zijn Meester was zó groot, dat hij het lijden voor lief nam. Paulus heeft ervaren, dat in de Heer in goede en slechte tijden nabij was, Fil. 4:11 e.v.


 


Wij zijn niet allemaal Paulussen, we hebben allemaal onze eigen bekeringsgeschiedenis.  Sommigen herkennen misschien veel in de radicale bekering van Paulus, anderen hebben meer de ervaring van Timotheus. Timotheus had een gelovige moeder en grootmoeder, het geloof is hem a.h.w. met de paplepel ingegoten. Het maakt niet uit hoe we tot bekering zijn gekomen, als er maar een moment in ons leven is geweest waarin we de opgestane Heer hebben ontmoet en waarin we, net als Paulus, zijn gegrepen door zijn overweldigende liefde, zodat ons hart vol van Hem is geworden. En we kennen het (Bijbelse) spreekwoord (Matth. 12:34) waar het hart vol van is loopt de mond van over.


 


Dat ook u en ik Hem dagelijks met vreugde en een dankbaar hart zullen dienen uit liefde voor datgene wat Hij voor ons heeft gedaan, dagelijks doet en nog zal doen!

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.