Hahnemann

 Mag een christen zich inlaten met Hahnemann?
Door Samuël Pfeiffer, Dr. Medicus.

Voorwoord.
Deze brochure is opnieuw uitgeven omdat in ’evangelische kringen’ weinig inzicht is over de achtergronden van de homeopathie. Bij een pijntje of een griepje grijpt menigeen naar potjes en flesjes met de verdunningen uit deze kwakzalverij. Christenen, waarvan verwacht mag worden dat ze Bijbelkennis zouden hebben, nemen zonder zich af te vragen uit welke bron ze putten deze middelen in. Vaak wordt doormiddel van een z.g.n. pendel bepaald wel middel gebruikt moet worden, in andere gevallen bepaald een ’iriscopist’ door in het oog te kijken wel middel geschikt is. Naar een magnetiseur zal een Christen niet zo gemakkelijk gaan maar waarom worden er dan wel middelen gebruikt die uit de zelfde bron komen? F.A. Mesmar, het lichtende voorbeeld voor Hahnemann was magnetiseur en Hahnemann geloofde op een gegeven moment dat ’de geest’ van het middel de genezing bewerkte. Daarom is het heel verstandig om eens na te gaan waaróm een middel werkt en uit welke bron deze komt en wie de inspirator van Hahnemann was! De inspirator kennen we, er is zelfs een beschrijving van de sessies die deze man regelmatig hield. Alvorens over te gaan tot het schrijven van Dr. Peiffer eerst een beschrijving over de duistere praktijken van F.A.Mesmer.

Het dierlijk magnetisme van F. A. Mesmer.
Deze oude geneeswijze is door Franz Anton Mesmer nieuw leven ingeblazen. F.A. Mesmer leefde van 1743 - 1815 en hij geloofde in het geheimzinnige ’Fluïdum’ (her) ontdekt te hebben dat van iedere magneet uitgaat dat men tot genezing aan zou kunnen wenden. Later meende hij dat vanuit zijn lichaam eveneens deze kracht uitging, hij noemde dat ’dierlijk magnetisme’. Een patiënt van Mesmer vertelde over zijn indrukken tijdens een ’behandeling’: ’. . . . Om de tobbe zijn ernstig zwijgende mannen verzameld, tot dat Mesmer zelf binnen komt met een ijzeren staf in de hand, in een zijden rok met de waardigheid van een Oosters vorst. Hij schrijdt van de een naar de ander, nu eens hem naar de kwaal vraagt en hem de pijnlijke plek aanraakt, dan weer alleen het voorhoofd van de patiënt aanraakt en hem strak aankijkt. Het duurt niet lang meer of de patiënten beginnen te zweten, ieder kent het dagelijks gesprek.
Het doel van de magnetische behandeling is een crisis, heftige stuiptrekkingen en een algehele extase die de genezing naderbij brengt. Van één der handen die aan de rand van de tobbe verenigd zijn, springt de opwinding als een vonk over op de volgende. Steeds meer zieken krijgen krampen, het zweet breekt hen uit, ze beginnen schel te lachen, te huilen en sommigen dansen als wilden, anderen rollen over de vloer en sommigen slapen rustig en onbekommerd met een zalige glimlach op hun lippen. Een schokkend beeld van demonie. Deze door F. A. Mesmer verkondigde ’magneet-therapie’, waarvoor hij om wetenschappelijke erkenning streed, geldt tegenwoordig als de oorsprong van de ’hypnosetherapie’. Lees de kleine advertenties in de kranten maar eens door, u zal deze therapie regelmatig tegen komen.

Wat is eigenlijk homeopathie?
De basisdefinitie werd door Samuël Hahnemann (1755-1843) opgesteld: ”Het eendere wordt door het eendere genezen” (Gelijksoor-tigheidsbeginsel), of zoals het eens anders geformuleerd werd: ”De homeopathie is de behandeling, die hieruit bestaat, dat de zieke een medicijn krijgt, dat bij toepassing op gezonden de zelfde symptomen veroorzaakt, als bij de zieke aanwezig zijn.”

Laten we een praktisch voorbeeld nemen: Een patiënt heeft diarree. We weten allemaal dat wonderolie bij een gezond mens ook diarree veroorzaakt. Volgens het principe van de homeopathie moet men de zieke dus ook wonderolie geven als medicijn. Zou de stakker de wonderolie echter in een normale dosering krijgen, dat zou hij waarschijnlijk de WC niet meer kunnen verlaten. Daarom moet het medicament worden verdund. Hier hebben wij een belangrijk punt van de homeopathie: ”De leer der verdunningen”. Oppervlakkig beschouwd gaat het er in de homeopathie om, met de kleinst mogelijke hoeveelheid van het medicament resultaat te bereiken.

Hun verdunningen duiden zij aan met de letter ”D” voor ”decimaal”, daar achter staat een cijfer, dat het aantal nullen achter de één aangeeft. Een verdunning D10 is dus een verhouding van 1 kubieke centimeter op 10.000.000.000 kubieke centimeter, of een theelepel op een tank zo groot als een kerktoren van 100 meter hoog. Veel homeopaten werken echter met nog sterkere verdunningen. Hahnemann zelf prefereerde de verdunning D30, een verdunning, waarbij men in een fles geen enkel molecuul van het geneesmiddel terug zou vinden. Om te verklaren, waarom het middel desondanks nog werkzaam is, moeten we tot een derde belangrijk principe van de homeopathie overgaan, het potentiëren, dat ons regelrecht doet belanden in de wereld van astrologie, boeddhisme en het hindoeïsme.

Als een homeopaat een middel vervaardigt, dan bereidt hij eerst een ”oertinctuur”; b.v. uit fijngehakte brandnetels, waarvan hij met alcohol een aftreksel maakt. Nu neemt hij een deel van deze oertinctuur, verdunt dat met negen delen oplosmiddel en mengt deze oplossing in een glas.
Hij heeft nu een verdunning van een tiende, dus van D1, of zoals hij dat noemt, de ”potentie D1”  Om nu D2 te verkrijgen neemt hij weer 1 deel van de D1 oplossing en vermengt die al schuddend met negen delen oplosmiddel. Het homeopathische middel wordt dus in tien fasen verdund, hoewel men evengoed direkt één druppel oertinctuur op bv. 999.999 druppels oplosmiddel zou kunnen doseren om de verdunning D6 te krijgen.  Hahnemann was er van overtuigd dat zijn proces meer betekent dan louter verdunnen. Door zijn schudden (potentiëren) komt er iets dynamisch vrij. Wat de duistere Mesmer (de ontdekker van het ”dierlijke magnetisme” en de hypnose) direkt doet, bewerkt Hahnemann indirekt: via de weg van de levende mensenhand wordt hij ”be- hande - laar van zieken.” Met andere woorden: Hahnemann geloofde, dat hij bij het schuddingsproces kosmische ”levenskracht” in het homeopatische middel gevangen wordt. De kracht, die bij occulte behandelingen en handoplegging direkt bij de patiënt overgaat, wordt hier op het homeopathische middel overgedragen en indirekt doorgegeven.

Wie was Samuël Hahnemann?
Om de leer beter te begrijpen, is het dikwijls goed, het leven van de grondlegger nader te bestuderen. Bij Samuël Hahnemann blijkt bijzonder duidelijk, dat het gerechtvaardigde verzet tegen misstanden van zijn tijd niet tot een oplossing de problemen van de mensheid kan, wanneer zij vanuit een antichristelijke geest geschiedt. Hahnemann’s leven werd in verschillende biografieën uitvoerig beschreven, zodat ik mij op deze plaats tot enkele punten beperken wil. In 1755 werd hij als zoon van een porceleinschilder  in Meisen (in de voormalige DDR) geboren. Hij was een zeer begaafde leerling, zodat hem de studie medicijnen in Leipzig, Wenen en Erlangen mogelijk gemaakt werd. Verschillende pogingen, om zich een bestaan als arts op te bouwen, mislukten en hij leefde met zijn vrouw en negen kinderen meestal in grote armoede. In zijn voortdurende rusteloosheid veranderde hij meer dan twintig keer van woonplaats. Z’n levensonderhoud verdiende hij met het vertalen van boeken uit het Engels, Italiaans en Frans. Daarnaast experimenteerde hij steeds met de vervaardiging van nieuwe geneesmiddelen. Hij werd steeds meer bekend als een scherp criticus van de toenmalige medische wetenschap.

Mettertijd voltrok zich een eigenaardige verandering in Hahnemann”s  karakter. Hij werd steeds barser, ongeduldiger, onbetrouwbaarder. Jarenlange vriendschappen brak hij af; zelfs tegen mensen die van hem hielden, kwam het tot onverwachte, ongeremde aanvallen. Steeds sterker werkte deze verandering zich ook op zijn kinderen uit. Hun lot was een reeks van drama’s. De huwelijken van drie dochters eindigden in een scheiding, twee dochters werden op een merkwaardige wijze vermoord, een ander stierf reeds op dertig jarige leeftijd. Zijn enige zoon Friedrich verliet zijn vrouw en kind en verdween spoorloos. De biograaf Fritsche dacht zelfs: ”Friedrich Hahnemann moest uitleven (dragen), wat zijn vader hem aan demonie meegaf”.

In het jaar 1810 gaf Hahnemann zijn voornaamste werk uit, het ”Das Organon der Heilkunst”. Jarenlang onderzoek was aan dit boek vooraf gegaan. Hij kwam op het spoor van de homeopathie door de berichten van de Engelse arts Cullen over de werking van kinabast tegen malaria.
Hahnemann probeerde de drug op zichzelf uit. Hij stelde daarbij symptomen vast, die gelijk aan malaria waren: koorts, koude rillingen en neerslachtigheid. Kanttekeningen bij het experiment van Hahnemann op zichzelf: Deze uitwerkingen waren later bij geen enkel experiment op gezonde mensen aan te tonen.

Daar Hahnemann als jongeman in Siebenbürgen al eens kinine ingenomen had, bestaat het vermoeden, dat hij bij het zelfexperiment allergische verschijnselen kreeg, die typischer wijze zo verlopen kunnen, als Hahnemann ze beschreef. Door hem werden ze echter als ’malasymptomen’ aangeduid. Net als bij de iris-diagnostiek is dus ook de homeopathie gegrondvest op de vergissing van de ontdekker. Twee tot drie uren duurde telkens de aanval, zodra hij het middel ingenomen had; verder maakte hij het goed. Plotseling kwam Hahnemann op het idee: ”Wat koorts bij gezonden veroorzaakte, genas de koorts bij zieken!”

Nu begon hij bij zichzelf, zijn gezin en zijn vrienden uit te proberen. Elk symtoompje, vermeend of echt, werd pijnlijk nauwkeurig geregistreerd:
1422 onderzoekssymptomen zou hij bij belladonna (extract van de wolfskers) ontdekt hebben.
1267 bij Nux vomica (braaknoot).
1163 bij de plant pulsatilla (veldanemoon of wildemanskruid)

Sterker nog: Hij legde een relatie vast tussen het ”karakter” van het geneesmiddel en het karakter van de zieke. Het zou te ver voeren, hier nader op de homeopathische karakterleer in te gaan. De chronische ziekten stelden Hahnemann voor bijzondere problemen. Waarom konden zo veel mensen niet door zijn middelen genezen worden? Een antwoord geeft hij in zijn later werk ”Die chronische Krankheiten, ihr eigentümliche Natur unt homoöpatische Heilung”. Daarin stelde hij vast: zeven-achtste  van alle chronische ziekten worden door ”psora”, ”die inwendige schurft” veroorzaakt.

Wanneer het geneesmiddel één van haar geledingen raakt, groeien er heel spoedig ontelbare nieuwe.
Met een ’bijzondere woede verzet hij zich’, wanneer men haar het uiterlijke teken van het inwonende kwaad, de huiduitslag, ontneemt. Zijn advies aan allerlei chronische zieken: ”Om de 30 tot 50 dagen één enkele dosis homeopathische zwavel in nemen”.

Zelfs de biograaf Gumpert, die Hahnemann met Luther, Goethe, Kant en Bismarck vergeleek, stelt: ”Deze manier van homeopathie bedrijven, blijft een eenmalig psychisch fenomeen en vereist ver buiten de grenzen van het waarneembare een bijna Indische bekwaamheid van verdieping en concentratie”.  Hoezeer hij hiermee gelijk heeft, toont een nauwkeurig onderzoek van de filosofie achter de homeopathie, die op elk gebied met hindoeïstische en boeddhistische  voorstellingen doordrongen is.

Confucius, de rechte weg tot God?
Verschillende begrippen, die in de leer van de homeopathie steeds weer gebruikt worden, wekken achterdocht. Er is sprake van levenskracht, van harmonie met de wereldenergie, van een etherisch lichaam. Men denkt onwillekeurig aan de leringen, die door Goeroes en Yogi’s naar het westen zijn gebracht. Hoe meer men zich in de boeken van Hahnemann en zijn discipelen verdiept, des te meer moet men erkennen: De homeopathie baseert zich in alle belangrijke punten op de oosterse filosofie.

Reeds in zijn jonge jaren was Hahnemann toegetreden tot de vrijmetselaars. Deze beweging gebruikt veel christelijke termen, ja in de meeste vrijmetselaarstempels ligt zelfs een geopende Bijbel.

De boodschap van het evangelie van de verlossing van verloren mensen door de kruisdood van Jezus Christus echter wijzen de vrijmetselaars duidelijk af.  Het is daarom niet verwonderlijk, dat Hahnemann - als lid van de loge - Jezus een ”aartsdweper” noemde. Eén van de biografen schrijft: ”De aartsdweper Jezus van Nazareth, die niet de verlichten op de juiste weg naar de wijsheid voert, maar met tollenaars en zondaars de zware weg naar het koninkrijk Gods op aarde bevechten wil …. Deze man van smarten, die de duisternis van de wereld op zich nemen wil is voor de liefhebber van de etherische wijsheid een aanstoot.”

Over Confusius schrijft Hahnemann zelf in een brief: ”Daar is goddelijke wijsheid te lezen, zonder wonderen-fabelen en zonder bijgeloof. Het is een belangrijk teken van de tijd, dat Confusius bij ons gelezen kan worden. Hemzelf zal ik in het rijk van de gelukkige geesten spoedig omarmen, de weldoener der mensheid, die ons de juiste weg tot wijsheid en tot God leidde, al 650 jaar voor vóór de aartsdweper”. (Hij bedoelde Jezus Christus!)

Kan het nog duidelijker gezegd worden, aan welke geest de homeopathie ontsproten is? De verering van Oosterse wijsheid was niet alleen de stille hobby van Hahnemann. Zij vormt veeleer grondslag voor de bereiding van homeopathische geneesmiddelen.

Wetenschappelijke onderzoekingen van de homeopathie.
Als homeopatisch werkende natuurgenezers zich aan gecontroleerd onderzoek moeten onderwerpen, falen ze, of ze geven het bovennatuurlijk karakter van hun methode toe, door er op te wijzen, dat men de homeopathisch geneeskrachtige werking niet met wetenschappelijke methoden meten kan. (Wél met pendelen en mediale begaafdheid)

* Zeldzame uitzonderingen zijn er bij planten extracten in geringe potenties. Zo  wordt bv. de stof van de wolfskers (belladonna) ook in de medische wetenschap toegepast, echter homeopathisch gesproken slechts in de verdunning D 3.

Meer werkende stoffen in groenten dan in homeopatische middelen.
Wanneer onze ziekten werkelijk slechts veroorzaakt zouden worden door het ontbreken van bepaalde sporenelementen en mineraalstoffen, dan is het niet te begrijpen waarom wij nog homeopathische middelen in zouden nemen. Want ”verontreinigingen” die ondanks alle keukentechnische maatregelen aan onze dagelijkse voedingsmiddelen kleven bevatten meer ”calcarea” (kalkaarde), ”cilicea” (kiezelzuren), ”carbonicum” (koolstof), en andere in de homeopathie gebruikte middelen dan onder deze naam gebruikte medicijnen. Waarom al deze homeopathische middelen, waarvan de werkzame stoffen reeds in onze natuurlijke omgeving voorkomen?

Een argument, dat graag door homeopaten als bewijs van hun leer gebruikt wordt, is de inenting. Hier wordt werkelijk ’het eendere met het eendere’ (een klein beetje, in afgezwakte vorm, van het ziekmakende virus) genezen. De gedode of afgezwakte virussen worden onderhuids ingespoten en beschermen de ingeënten tegen juist deze virussen. Dat deze preventieve voorzorgsmaatregelen op slecht enkele van de 10.000 bekende ziekten toe te passen is, wordt daarbij wel wijselijk verzwegen. Evenmin doet men moeite de afweerreactie van het lichaam, die door enten geactiveerd wordt, ook bij het gebruik van homeopathische middelen aan te tonen. Dat zou ook zinloos zijn, want zij doen zich daar niet gelden. Het voorbeeld laat ons echter ook zien, hoe onbezwaard wetenschappelijke uitspraken uit hun verband gerukt worden, om deze absurde leer te onderbouwen.

Wanneer een religieuze groep de uitspraken van de Bijbel op deze wijze toe zou passen, om Hindoeïstisch of Boeddhistisch gedachtegoed een Christelijk tintje te geven, dan zou zij spoedig aan de kant gezet worden en in het sektenboek belanden. De homeopaten genieten echter in brede kringen van de Christelijke gemeente méér aanzien dan de macht van het gebed!

Waarom heeft de homeopathie dan zo’n succes?
Er bestaat geen twijfel aan, dat de homeopathie op succes kan bogen. Allen die dit lezen zullen wel verhalen van bekenden en familie gehoord hebben, die door een homeopathisch middel, dat een natuurarts hen gegeven heeft, fantastisch genezen zijn. Ik wil deze berichten niet eenvoudig van tafel vegen. De vraag is slechts: ”Waardoor zijn zij werkelijk genezen?” Door het middel? Door de kosmische, occulte krachten van het medicament? Door de begeleidende maatregelen, zoals rookverbod, geen genotmiddelen en uitrusten? Of door het geloof in de natuurarts, respectievelijk zijn middelen? Het is algemeen bekend, dat lichamelijke ziekten door psychische invloeden veroorzaakt kunnen worden. Denk maar eens aan de buikpijn na een schokkende ervaring. Moeilijkheden in de familie kunnen migraine veroorzaken, en liefdesverdriet kan zich ook wel eens in een onverklaarbare diarree uiten. Zelfs bij kanker zou men psychische factoren als verwekkende oorzaak gevonden hebben. Omgekeerd echter kunnen ook psychische invloeden tot genezing van zieken leiden. Herinnert u zich nog, hoe u als klein kind met een schram naar moeder liep? Hoe goed heeft de aandacht gedaan, wat een wonder bewerkte de pleister. Welnu, wij volwassenen hebben misschien iets gecompliceerdere behandelingsmethoden nodig; in principe echter reageren wij, ook wanneer wij dat niet willen weten, net zo dan een kind met een schram. Reeds in de afgelopen eeuw heeft men experimenten met placebo’s gedaan, met medicamenten dus, die absoluut geen werkzame stof bevatten. Men heeft ontdekt, dat belangrijker dan de werking van de substantie van het medicijn het geloof is, dat het middel werkt.

Moet een christen homeopathische middelen nemen?
Dat is natuurlijk een gewetensvraag, die iedereen voor zichzelf beantwoorden moet. Een voormalig natuurarts en magnetiseur schreef me: ’De satan heeft een reusachtige catalogus van methoden, waardoor hij ons mensen openlijk of verborgen van het heil in Jezus afhouden wil. Daarbij offreert hij juist ook diverse ’genezingsmethoden, die de zieke genezing moeten brengen’.

Het is zeer zeker zo, dat veel Christenen niet kunnen onderscheiden, of deze ”genezings-methoden” door de vijand geïnfiltreerd zijn en vallen daarbij ten prooi aan niet-serieuze natuurgenezers. Vooral wanneer men tegen elke prijs gezond wil worden, in plaats van tegen elke prijs naar Gods wil te vragen. Bij deze gelegenheid zou ik echter ook willen opmerken, dat wij niet alle genezingsmethoden bij voorbaat als occult mogen classificeren.  Het is echter zo, dat menig zogenaamde natuurgenezer op niet-serieuze wijze van deze middelen gebruik maakt, door deze magisch te belezen, opdat zij heel zeker werken. In dit geval werken dan zulke geneesmiddelen als ”contactmiddelen” van de vijand en brengen ons onder diens heerschappij en afhankelijkheid, wat zelfs tot zelfmoord leiden kan”.  Tot zo ver de mening van een man, die zelf vroeger als natuurgenezer werkzaam was. Ik persoonlijk zou na dit alles, wat ik in artikel bijeengebracht heb, geen patiënt een homeopathisch middel voorschrijven.
Dr. Med. Samuël Pfeiffer.

Tot besluit.
Dr. Pfeiffer spreekt in het voorgaande uit eigen evaring, christelijke achtergrond en opleiding als arts. Veel gebruikers hebben zijn kennis niet terwijl ze fanatieke verdedigers zijn van deze ’alternatieve’ methode. Een alternatief wil zeggen dat iets een vergelijkbare vervanging is van een reeds bestaand iets en daar kunnen we hier niet van spreken. De homeopathie heeft zo veel religieuze elementen in zich dat een christen zich wel twee maal mag bedenken voordat deze zich er mee in laat. Er bestaat geen alternatief voor het reddings- en verlossingswerk door de Here Jezus Christus en daarom alleen al is de homeopathie een verboden gebied voor een christen. Wie wil als christen gebruik maken van een, discutabele, methode die ontworpen is door een man die Christus als aartsdweper typeerde? Wanneer we als christen gebruik willen maken van andere, niet chemische, medicijnen kunnen we gebruik maken van onverdunde kruiden, in pure vorm. Dit zijn medicijnen uit de natuur die God ons heeft geschonken en wordt de Vito-therapie genoemd. Als déze middelen ons worden aangeboden mogen we er gebruik van maken. Maar zodra op de verpakking D-zus of D-zo staat moet er een belletje gaan rinkelen, dán hebben we met de homeopathie van Hahnemann te maken.

Naast elke poging tot genezing zullen we goed moeten bedenken dat we sterfelijke mensen zijn, dat we een toegemeten tijd op aarde gekregen hebben en dat onze uiteindelijke bestemming niet hier maar bij Christus Jezus is. We mogen het beste voor ons lichaam zoeken maar zodra we dit zoeken in het Oosterse denken van Hahnemann begeven we ons op een hellend vlak. Het leven van Hahnemann gleed steeds verder af naar het onbeheerste en donkere en hij sleepte zijn gezin daar in mee. We mogen ons afvragen of het ons die prijs waard is, in de meeste gevallen  is de homeopathie het begin van de zwerftocht door het alternatieve dat uitloopt in een leegheid zonder Christus. Is dat de prijs die u wil betalen?


’Bijbel:Aktueel!’, Zuidhorn, 29 januari 2000.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.