Wat weldra geschieden moe

Wat weldra geschieden moet.

Wij zijn een nieuw jaar binnen gegaan, een jaar waarvan ik persoonlijk verwacht dat het heel ingrijpend zal zijn. De mensheid komt steeds meer in de knel, onrust, oorlogen, aanslagen en economische problemen achtervolgen ons al een aantal jaren. Ik kan onmogelijk zeggen dat de Here dit jaar zal komen om Zijn gemeente te halen, wel kan ik zeggen dat het voor hen die in de Here de behoudenis gezocht hebben het steeds nijpender op aarde gaat worden.

Vanavond willen wij een gedeelte van de komende grote verdrukking met elkaar bestuderen, Daniël de profeet schreef:

“Te dien tijde zal Michael opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden. Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos. Maar gij, Daniel, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen.”  Daniël 12:1-4

In het laatste vers lezen wij dat de kennis zal vermeerderen in de eindtijd, hier wordt naar mijn mening niet alleen “kennis van de Woord” bedoeld maar vooral “kennis” op maatschappelijk gebied, zoals in de techniek. De ontwikkelingen van de eindtijd welke Daniël, Ezechiël, de apostel Johannes en anderen mochten zien kunnen alleen maar door grote uitvindingen en ontwikkelingen plaats vinden.

Ook in de Schriftkennis is de kennis enorm vermeerderd, maar ook dit was pas mogelijk nadat de wetenschap tot op grote hoogte was gekomen, denk maar eens aan de archeologie waardoor wij weten dat b.v. Daniël of Elia echt hebben geleefd en gestreden hebben tegen de afvallige Babylonische afgodendienst. Toch sloeg de “kennis” regelmatig om door in vergezochte conclusies, vooral vanaf 1970 kregen wij een stortvloed aan “profetische boeken” over ons heen. Sinds de boeken van Hall Lindsey dachten wij een “kant-en-klaar spoorboekje” in handen te hebben, we bedachten een ons passende volgorde van gebeurtenissen, enz.

Zo zagen wij door toedoen van enkele Amerikaanse uitleggers de toenmalige EEG als de tien staten bond, een uitleg waar ik momenteel ernstige twijfels over heb. Sinds de uitbreiding van de Europese Unie klopt dat niet helemaal meer, áls het al in de profetieën hád gepast. Zeer waarschijnlijk zullen die tien staten, waarvan Daniël en Openbaringen spreken, rond de Middellandse Zee gezocht moeten worden, vooral omdat daar het vroegere Romeinse Rijk te vinden zal was.

“Hij sprak aldus: Dat vierde dier is het vierde koninkrijk, dat op aarde zal zijn, dat verschillen zal van alle [andere] koninkrijken, en dat de gehele aarde zal verslinden en haar zal vertreden en vermorzelen. En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen. Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd.”  Daniël 7:23-25

“En de tien horens, die gij zaagt, zijn tien koningen, die nog geen koningschap hebben ontvangen, maar een uur ontvangen zij macht als koningen met het beest. Dezen zijn een van zin en geven hun kracht en macht aan het beest. Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen(want Hij is de Here der heren en de Koning der koningen) en zij, die met Hem zijn, de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen.”  Openbaring 17:12-14

Voor de Gemeente is het niet belangrijk hoe het daadwerkelijk zal gaan tijdens de grote verdrukking of wie de antichrist zal zijn, nee de Gemeente wordt bevolen de Here elke dag te verwachten:

“Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.”  Openbaring 3:10-11

In Openbaring 3:10-11 wordt ons duidelijk gemaakt dat wanneer wij het bevel van de Here opvolgen, Hem te verwachten, wij ook niets te vrezen hebben voor hetgeen wij vanavond wij vanavond bestuderen. Verwacht vanavond geen afgerond verhaal van mij, daar is de materie te complex voor (geworden) want door de vele en snelle veranderingen in de wereld is het onmogelijk de Bijbel als spoorboekje gebruiken. Het enige wat ik vanavond voor ons, de Gemeente, wil duidelijk maken lezen wij in Openbaring 22:6-7;

“En Hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Here, de God van de geesten der profeten, heeft zijn engel gezonden, om zijn knechten te tonen, hetgeen weldra geschieden moet. En zie, Ik kom spoedig. Zalig hij, die de woorden der profetie van dit boek bewaart!”  Openbaring 22:6-7

In deze studie wil ik in gaan op de huidige situatie in het licht van de Bijbel, de tijd wordt ons als het ware uit de handen gewrongen, het lijkt soms alsof de uren en minuten steeds korter worden. De wereld waarin wij leven lijkt per dag waanzinniger te worden, Israël komt steeds meer in de knel terwijl de gemeente van Christus schijnt weinig zicht schijnt te hebben op de komende dingen.

Laten wij Lukas 21;29-37 lezen, ondanks dat het gedeelte niet slaat op de toekomst Gemeente van Christus Jezus Christus willen wij het toch lezen als aanwijzing, als richtlijn.

“En Hij sprak een gelijkenis tot hen: Let op de vijgeboom en op al de bomen. Zodra zij uitlopen, weet gij uit uzelf, omdat gij het ziet, dat de zomer reeds nabij is. Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat alles geschiedt. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud, en die dag niet plotseling over u kome, als een strik. Want hij zal komen over allen, die gezeten zijn op het oppervlak der ganse aarde. Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen. Overdag leerde Hij in de tempel, doch de nachten bracht Hij buiten door op de berg, Olijfberg genaamd.” 
Lukas 21:29-37

De opmerking van de Here betreffende “de vijgeboom en op al de bomen” wil zeggen dat wij op Israël moeten letten en al de volken op aarde en dan speciaal de volken rond Israël. Er zijn twee belangrijke markeringspunten met betrekking tot de heidenvolken aan te wijzen in de jongste geschiedenis, de eerste is de 2e wereldoorlog en de tweede is de ramp 11 september 2001. Eigenlijk is het voor ons onwezenlijk dat een gebeurtenis van nog geen 2 jaren geleden nu al aangewezen kan worden als een keerpunt in de geschiedenis.

Na de 2e wereldoorlog is de maatschappij ontzettend snel veranderd, volken maakten zich vrij van de koloniale bezetters, oude landsgrenzen werden hersteld, enz. Sinds 1945 veranderde de wereld razend snel en in 1948 ontsproot de vijgeboom, Israël, in mei zal dat 55 jaren geleden zijn. Het uitverkoren volk vestigde zich opnieuw op de plaats welke de Here duizenden jaren geleden had aangewezen als woonplaats.

Maar . . . . .  mét Israël ontsproten ook de andere bomen, volken!

Islamitische landen werden na eeuwen kolonisatie zelfstandig, koningshuizen werden opgericht of in ere hersteld, de Islam werd zelfbewust. Dit zelfbewustzijn kwam op 11 september 2001 tot een gewelddadige climax in de aanslag op het WTC in New York en sinds dien is er géén dag voorbij gegaan zonder dat ergens ter wereld een Islamitische aanslag is geweest. Denk maar eens aan: De Palestijnen in Israël, Jemen waar Amerikanen gedood worden, Russische Islamitische staten waar bommen ontploffen en dagelijks Joden en Christenen het slachtoffer van aanslagen zijn, Indonesië, enz.

Naar mijn gevoel, en met mij vele mensen, is op 11 september 2001 de laatste fase ingezet van de wereld zoals wij deze ooit gekend hebben. Daarom gaan wij vanavond Ezechiël 38, en eventuele parallelle teksten aan de hedendaagse situatie met elkaar bestuderen.

“Het woord des Heren kwam tot mij: Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van Mesek en Tubal; profeteer tegen hem, En zeg: zo zegt de Here Here: zie, ik zal u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal!
Ezechiël 38: 1-2a;

Waar wij Gog en Magog zouden moeten situeren was jaren lang een vaststaand gegeven voor de uitleggers van de profetieën maar langzamerhand begin ik te twijfelen aan de uitleg.

“Gij nu, mensenkind, profeteer tegen Gog en zeg: Zo zegt de Here Here: zie, Ik zal u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! Ik zal u komen halen en u voortdrijven, u doen optrekken uit het verre noorden en brengen op de bergen van Israel. Dan zal Ik de boog uit uw linkerhand slaan en de pijlen uit uw rechterhand doen vallen. Op de bergen van Israel zult gij vallen, gij met al uw krijgsbenden en de volken die met u zijn; aan roofvogels, vogels van allerlei gevederte, en aan het gedierte des velds zal Ik u tot voedsel geven; Op het open veld zult gij vallen, want Ik heb het gesproken, luidt het woord van de Here Here. Ik zal vuur werpen in Magog en onder hen die in gerustheid de kustlanden bewonen; en zij zullen weten, dat Ik de Here ben. Ik zal mijn heilige naam bekendmaken onder mijn volk Israel; Ik zal mijn heilige naam niet meer laten ontheiligen; en de volken zullen weten, dat Ik de Here ben, heilig in Israel.”  Ezechiël 39:1-7

Wat Ezechiël 39:1-7 betreft zouden wij Gog, Magog, Tubal en Mesek in combinatie met de kustlanden, waaronder Europa moeten zoeken. We hadden alles zo mooi op een rij, maar sinds de val van de Berlijnse muur is onze prachtige theorie danig aan het wankelen gebracht. Gog en Magog zouden in het Oostblok gezocht moeten worden, ondanks dat we dan op Ezechiël 38 en 39 een “andere uitleg” toe zouden moeten dan in Openbaring 20:8 waar we lezen:

“En hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee.”  Openbaring 20:8

Volgens de “oude Bijbel uitlegers” moeten wij Ezechiël 38 en 39 en Openbaring 20:8 elk uit een andere gezichtshoek moeten uitleggen maar dat gaat mij te ver, als de Bijbel spreekt over Gog en Magog blijft dit voor mij één en het zelfde, vooral omdat dit eigennamen zijn. Wanneer wij op deze twee Bijbelboeken een verschillende uitleg toepassen zijn we bezig met inlegkunde, iets wat juist de “oude uitleggers” zo verfoeiden.

Laten wij eerst eens de “oude” uitleg bekijken en het frappante is dat zowel de Bijbel als ook de Koran spreken over deze namen en plaatsen:

Gog en Magog. (Oude uitleg)
Een ander groot teken met betrekking tot de Beloofde Messias zijn de voorspellingen betreffende Gog en Magog. In de Bijbel worden Gog en Magog heel duidelijk beschreven, en er bestaat geen enkele twijfel over hun identiteit:

Lezen: Ezechiël 38:1‑4

’En het woord des Heren kwam tot mij, zeggende: Mensenzoon, richt uw aangezicht tegen Gog van het land Magog, de grootvorst van Rosh, Mesech en Tubal en profeteer tegen hem, en zeg:zo zegt de here God, ik ben tegen u, o Gog, grootvorst van Rosh, Mesech en Tubal. Ik zal u stellig omwenden en haken in uw kaken slaan...’

Hier wordt Gog duidelijk vermeldt. Hij wordt de leider van Rusland, Moskou en Tubal genoemd. Verder wordt er niet over Magog, maar wél over het land van Magog gesproken.  De drie namen die in de Bijbel vermeldt worden, zijn Rosh (Rusland), Mesech (Moskou) en Tubal (Tobolsk). Rusland is de naam van het land en Moskwa en Tobol zijn de namen van twee rivieren ten noorden van de berg Kaukasus. Moskou ligt aan de eerstgenoemde rivier, Tobolsk aan de laatstgenoemde; dit zijn de twee bekende steden in Rusland die vermeld worden. Het is dus duidelijk dat Gog Rusland is, het woongebied van het Slavische volk. Over deze Gog wordt geschreven dat hij in het gebied van Magog woont.

Nu bestaat de bevolking van het gebied waarin het Europese gedeelte van Rusland gelegen is uit twee belangrijke rassen, nl. de Slaven en Teutonen (en hun verwanten, de Angelsaksen).  Onder laatstgenoemde categorie vallen ook de Engelsen en de Duitsers.

Onzekere tijd. (andere gedachten over deze namen)
Als wij nu eens “Gog en Magog” plaatsen in de huidige en onzekere tijd, Rusland en haar satellieten, die voor Gog en Magog gehouden worden, zijn misschien wel enigszins buiten beeld geplaatst door de ontmanteling van het Oostblok.  Zou het kunnen zijn dat de genoemde Gog en Magog in het Noorden van Klein-Azië gezocht moeten worden, samen met de Islamitische staten uit o.a. Rusland? Wij zien b.v. in het verdere verloop van Ezechiël 38 de Perzen (Iran) genoemd.

Daar komt bij dat in de eindtijdprofetie van het boek Openbaring de stad Babel wordt genoemd, Babel ligt in Irak, het was ooit de hoofdstad van het Medo-Perzisch rijk (het tegenwoordige Irak én Iran) waarheen de profeet Daniël verbannen was en ook de profetieën over de eindtijd ontving. Irak lijkt momenteel een verzwakte staat, maar wel met onmetelijke haat ten opzichte van Israël, evenals Iran dat haar haat dagelijks ten opzichte van Israël en Amerika etaleert. Als wij naar de hedendaagse ontwikkelingen kijken zouden we voorzichtig kunnen stellen dat met “Gog en Magog” de Islam in Azië én Europa bedoeld kan zijn, vooral omdat deze religie de laatste 2 jaren explosief groeit in aantal, haat en aanslagen.

Amerika.
In verschillende boeken en Bijbelstudie’s wordt gezegd dat Amerika in het laatst der dagen een tweede of derderang’s staat zal worden. Niet alleen Hall Lindsey heeft dit beweerd, ook andere, meer betrouwbare bronnen spreken er over. Het lijkt ons onwaarschijnlijk, maar het is zeer wel mogelijk dat Amerikaanse samenleving vervallen kan door b.v. terroristische aanslagen, een voorbeeld hebben we gezien in de aanslag op het WTC op 11 september 2001. De moslimextremisten beseffen dit maar al te goed en ze weten dat wanneer de Amerikanen een paar verschrikkelijke slagen wordt toegebracht het land reddeloos verloren is.

De derde man van de groep van Bin Laden heeft in een interview gezegd dat in Amerika zeven atoombommen ter grote van een koelkast zijn geplaatst en dat het voor de Amerikanen onmogelijk is deze dingen te vinden. Indien die dingen, welke in zeven verschillende steden staan, tot ontploffing worden gebracht is het mogelijk dat er rond de 20 miljoen doden zullen vallen in Amerika. Daar komen de, goed verborgen, sproeivliegtuigen nog bij waarmee gifgassen of pestziekten kunnen worden uitgestrooid en het doemscenario is kompleet.

Als het waar is dat de vermiste kofferbommen, verborgen zijn in Amerika is het niet de vraag óf ze tot ontploffing zullen worden gebracht, maar wanneer dit zal plaats vinden.  Terroristen zullen niet schromen hun aartsvijand Amerika, indien mogelijk, op een gruwelijke wijze uit te schakelen, ze beschouwen dit als de opdracht van de Islam.

Als wij verder lezen in Ezechiël 38 zien we dat een deel van de genoemde volken, Gog, Magog en de anderen, in Klein-Azië, rond Israël gezocht moeten worden:

Ezechiël 38:4-6;

Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters, allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen vertrouwd met het zwaard; Ook Perzen, Ethiopiers en Puteëers (bevolking van het Egyptische landschap bij de Rode Zee), allen met schild en helm; Gomer en al zijn krijgsbenden; Bet-togarma (ten noorden van Israël, oorspronkelijk Hethieten) ver in het noorden met al zijn krijgsbenden; vele volken met u.

Ik wil bij voorbaat graag duidelijk maken dat ik de wijsheid niet in de pacht heb maar met de voortschrijdende geschiedenis lijkt het mij haast logisch dat de moslims als het ware door de Here tot Israël getrokken zullen worden. Het lijkt er op dat de haat ten opzichte van Israël de “haken in de kaken” zal zijn.

Verder komt er nog bij dat Rusland een Aziatisch deel heeft waar fanatieke moslims de dienst uit maken. Hoe het nu ook moge zijn, het schijnt mij toe dat een deel van de Europese landen samen met Moslims uit Azië als het ware naar Israël getrokken zullen worden onder leiding van Gog, of ze dit bij voorbaat gepland hebben of niet.

In verschillende naslagwerken heb ik gezocht naar de exacte locatie van o.a. Gomer, Gog, Magog en de andere genoemde landen en leiders, alleen bij de Ethiopiers, Perzen en Putteëers lukt dat, de andere namen zullen wij moeten zoeken in een aantal Europese landen.

Terug naar Ezechiël 38:7;

Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd hebben; wees gij hun tot een leidsman (Gog).

In het Midden-Oosten zijn mensen te vinden die heel graag als leider zouden willen optreden om Israël “in de zee te drijven”, satan heeft de ogen van vele leiders totaal blind gemaakt voor de gevolgen die er achter vandaan zullen komen.

Maar uiteindelijk zal de leider, Gog, vermoedelijk uit Europa of het Aziatische deel van Rusland komen.

Ezechiël 38:8-9;

Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in toekomende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, [een] [volk] dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid.

Dit gedeelte verklaart zich zelf, het volk Israël heeft van een verwaarloosd en moerassig land een vruchtbaar en mooi land gemaakt. De Joden kwamen, en komen, uit alle landen van de wereld naar het land van de Here God. En ondanks alle aanslagen zal er een periode van (valse) vrede komen waarin Israël in betrekkelijk rust zal wonen. Die rust is maar betrekkelijk, de volkeren zullen het volk in grote benauwdheid brengen:

Ezechiël 38:9-13;

Dan zult gij optrekken als een opkomend onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw krijgsbenden, en vele volken met u. Zo zegt de Here Here: Te dien dage zullen er plannen in uw hart opkomen; gij zult een boze aanslag beramen. Gij zult zeggen: ik zal optrekken tegen een land van dorpen, een overval plegen op vreedzame lieden, die in gerustheid wonen, allen zonder muur, grendels of poorten. Om buit te maken en roof te plegen, om uw hand te keren tegen de weer bewoonde puinhopen en tegen een natie die uit het gebied der volken bijeengebracht is, die have en goed heeft verworven, die op de navel der aarde woont. Seba, Dedan, de handelaars en al de machtigen van Tarsis zullen tot u zeggen: Komt gij om buit te maken; hebt gij uw schare bijeengeroepen om roof te plegen, om zilver en goud weg te slepen, om have en goed te bemachtigen, om een grote buit te maken?

Alle volken der aarde zijn ten diepste jaloers op Israël want de grootse rijkdom op aarde zijn in Joodse handen. Tweederde van de Nobelprijswinnaars in de wetenschappen zijn Joodse geleerden, ook vinden we onder hen beroemde ontwerpers, bouwers en artiesten. Grote banken zijn ooit opgericht door Joodse zakenmensen en staan nog steeds onder leiding van de Joden.

Stel dat al het “Joodse geld” uit het Amerikaanse bedrijfsleven gehaald zou worden, Amerika zou in een financiële recessie geraken die zich nooit weer zou herstellen!

De zegeningen van Israël zijn zo groot dat dit wel eens de aanleiding zou kunnen worden tot de aanval op Israël, het Westen zoekt de rijkdommen van het volk en de Islamieten zijn verblind door haat, maar ook door hebzucht:

Ezechiël 38:14-16;

Daarom, profeteer, mensenkind, en zeg tot Gog: Zo zegt de Here Here: zult gij het niet gewaarworden, te dien dage als mijn volk Israel in gerustheid woont? Dan zult gij komen uit uw woonplaats uit het verre noorden, gij en vele volken met u, allen ruiters, een grote schare en een talrijk leger. En gij zult optrekken tegen mijn volk Israel als een wolk die het land bedekt. In toekomende dagen zal het geschieden, dat Ik u doe optrekken tegen mijn land, opdat de volken Mij leren kennen, wanneer Ik Mij voor hun ogen aan u, o Gog, de Heilige betonen zal.

Of Israël zichzelf ooit zal kunnen verdedigen kunnen we ons afvragen, de overmacht zal ontzettend groot zijn. Het is heel goed mogelijk, zelfs te verwachten, dat de Here God persoonlijk in zal grijpen. Tijdens de zesdaagse oorlog zijn er ook dingen gebeurd die niet te verklaren zijn, vliegtuigen van de vijand vlogen volgens ooggetuigen zelfs als het ware tegen onzichtbare muren of objecten op, het is voorgekomen dat bommenwerpers als aangeschoten vogels uit de lucht dwarrelden zonder enige actie van de Joodse kant.

Ezechiël 38:17;

Zo zegt de Here Here: Zijt gij het, van wie Ik in vroegere dagen gesproken heb door de dienst van mijn knechten, de profeten van Israel, welke in die dagen jarenlang geprofeteerd hebben, dat Ik u tegen hen zou doen optrekken?

Als we dit zo lezen zou je toch haast denken aan legers welke iets met Babel (Irak) te maken hebben want Babel zal in de eindtijd nog een grote rol spelen, vooral in de handel. De stad Babel is gerestaureerd en zou b.v. heel goed de religieuze wereldmacht van die tijd kunnen vertegenwoordigen

“Hierna zag ik een andere engel, die grote macht had, nederdalen uit de hemel, en de aarde werd door zijn lichtglans verlicht. En hij riep met sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote [stad] Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte. Omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid.”
Openbaring 18:1-3

In de eerste plaats wordt er gesproken over “de wijn van de hartstocht harer hoererij waarvan al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben” Hierbij moeten we uit gaan van geestelijke hoererij, flirten met andere godsdiensten, New-Age-gebruiken, enz. Alle volken der aarde zijn volop bezig met geestelijke hoererij, zelfs als we naar een yoga clubje gaan zoeken we andere goden en ook binnen de alternatieve genezing is het veel godendom binnen geslopen.

Geestelijk gezien is de mensheid helemaal klaar voor de anti-christ en zijn demonische religie, de mensheid is er klaar voor gemaakt. Daar komt nog bij dat zowel nu, en nog veel meer in de toekomst, de mensheid winst zoekt in vele zaken waar de Here Jezus niet bij aanwezig kan zijn. De mensheid zoekt geld en macht, en dit zal te vinden zijn in het afgodische Babylon in de eindtijd wij lezen: “de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid.”

Paulus waarschuwt voor deze hebzucht, wij lezen in 2 Timotheus 3:1-4;

“Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: Want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig. Liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede. Verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God.”  2 Timotheus 3:1-4

Het zijn niet alleen de kooplieden, de handelaren, die zelfzuchtig zouden, ja nu al zijn, maar over de gehele linie voldoet de gehele mensheid aan de opsomming van zelfzucht zoals Paulus het ons in de Timotheus brief beschrijft. Ook binnen de Gemeente van Christus ontkomen we er niet aan, vaak gaat het er niet echt grof aan toe maar veeleer subtiel en min of meer vroom.

Terug naar Ezechiël waar wij het vervolg vinden op de profetie over Gog:

Ezechiël 38:18-20;

Maar te dien dage, wanneer Gog komt in het land van Israel, luidt het woord van de Here Here, dan zal mijn grimmigheid opstijgen in mijn neus. En in mijn naijver, in het vuur mijner verbolgenheid, zal Ik spreken: Waarlijk, te dien dage zal een zware aardbeving het land van Israel teisteren. Ja, beven zullen voor Mij de vissen der zee, het gevogelte des hemels, het gedierte des velds en al het kruipend gedierte dat op de aardbodem kruipt en alle mensen die op de aarde leven; de bergen zullen neerstorten, de bergwanden zullen vallen, elke muur zal ter aarde storten.

De wraak van de Here God zal gigantisch zijn, een soortgelijke reactie zien we ook in Openbaring 11:16-19:

“En de vierentwintig oudsten, die voor God op hun tronen gezeten waren, wierpen zich op hun aangezicht en aanbaden God. Zeggende: Wij danken U, Here God, Almachtige, die is en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt aanvaard;En de volkeren waren toornig geworden, maar Uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven. En de tempel Gods, die in de hemel is, ging open en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel, en er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen en aardbeving en zware hagel.”  Openbaring 11:16-19

Wij zien in het hier na volgende dat mensen, volken en legers tegen elkaar zullen vechten, de mensheid zal volkomen verdwaasd zijn door geweldige natuurrampen, de mensheid zal niet kunnen vluchten voor het gericht van de Here God:

Ezechiël 38:21-23;

Dan zal Ik op al mijn bergen het zwaard tegen hem oproepen, luidt het woord van de Here Here; het zwaard van de een zal tegen de ander zijn. Ik zal met hem (Gog) in het gericht treden door pest en door bloed; stromende regen en hagelstenen, vuur en zwavel zal Ik doen neerregenen op hem, op zijn krijgsbenden en op de vele volken die met hem zijn; Ik zal Mij groot en heilig betonen en Mij doen kennen ten aanschouwen van vele volken; en zij zullen weten, dat Ik de Here ben.

Wij hebben maar een klein gedeelte van de grote verdrukking “gezien” in Ezechiël 38, pasklare antwoorden kan ik niet geven maar wel staat voor mij vast dat de huidige toestand in de wereld uit loopt op de komst van de Here voor de Gemeente.

De volgende pagina’s zijn overgenomen uit “De Planeet die aarde heette” door Hall Lindsey

Rusland is Gog
“De volgende keer zuilen wij geen oorlog voeren met de Arabieren, maar met de Russen.”

Generaal Mosje Dayan, 1968

“... dan zult gij komen uit uw woonplaats uit het verre noorden, gij en vele volken met u, allen ruiters, een grote schare en een talrijk leger, en gij zult optrekken tegen mijn volk Israël als een wolk die het land bedekt. In toekomende dagen zal het geschieden dat Ik u doe optrekken tegen mijn land, opdat de volken Mij leren kennen, wanneer ik Mij voor hun ogen aan u, o Gog, de Heilige betonen zal.”  Ezechiël 38:15-16, 650 v Chr.

De nieuwe staat Israël zal worden getroffen door bepaalde gebeurtenissen die duidelijk zijn voorspeld. Korte tijd nadat de Joden zich weer in het land Israël hebben gevestigd, zal in het “uiterste noorden” een onmetelijk machtige vijand opstaan. Deze vij­and zal één grote natie zijn die een aantal bondgenoten rond zich zal verza­melen. Het is deze “noordelijke confederatie” die is voorbestemd de wereld in zijn laatste grote oorlog te storten, aan het eind waarvan Jezus zal terug­keren.

Toen ik als tiener de afloop van de Tweede Wereldoorlog meemaakte en zag hoe iedereen bleef vrezen voor een volgende oorlog, vroeg ik me af hoe dit allemaal zou aflopen. Ik hoorde eens hoe een predikant tijdens een radio­programma zei, dat volgens de Bijbel de laatste oorlog op deze wereld zou worden uitgevochten tussen volkeren, die werden gesymboliseerd door een adelaar en een beer. Op zichzelf was dat interessant, maar hij gaf geen be­wijzen om zijn bewering te staven. Hoewel ik niet godsdienstig was of me voor de Bijbel interesseerde, besteedde ik uren aan discussies met mensen die even ongodsdienstig waren als ik. In die tijd besefte ik nauwelijks hoe definitief de Bijbel is in zijn uitspraken over de naties die in dat laatste drama de voornaamste rol zullen spelen. Uitspraken die zich zeker niet be­palen tot vage symbolen als een adelaar en een beer.

De drie belangrijkste profetieën over deze politieke macht in het noorden, vinden we in Ezechiël 38; 39; Daniël 11:40‑45 en Joël 2:20. Het is van het allergrootste belang de tijd te bepalen waarop deze profetieën betrekking hebben, wie de leidende natie zal zijn in de confederatie, en wie de bondgenoten zijn. Daarna zullen we zien wat deze noordelijke confederatie wil doen en hoe het zal aflopen.

Wanneer zal het zijn?
Ezechiël’s profetie bevat verscheidene aanwijzingen die aangeven op welke tijd deze betrekking heeft. In de eerste plaats wordt dit tijdstip in de profetie verscheidene malen om­schreven als “de toekomende jaren” (Ezechiël 38:8) en “de toekomende da­gen” (Ezechiël 38:16), omschrijvingen die we al eerder hebben geciteerd. Het gaat hier om definitieve termen die duidelijk aangeven dat het hier gaat om de tijd kort voor en tijdens de gebeurtenissen, waarvan het hoogtepunt wordt gevormd door de tweede komst van Jezus Christus, die dit keer zal komen als de “heersende Messias” die Gods beloofde koninkrijk zal stich­ten.

Ten tweede vinden we deze voorzegging in een context met een duidelijke chronologische opsomming van de gebeurtenissen die plaats zullen vinden. Ezechiël 36 en 37 spreken van de uiteindelijke vestiging van de Joden in het Palestijnse land, waarna ze nooit meer zullen worden verstrooid. Dit herstel onderscheidt zich door twee dingen, die bewijzen dat het hier niet gaat om de tijd toen de Joden terugkeerden uit hun Babylonische ballingschap. Ten eerste wordt gezegd dat zij zullen terugkeren na lange tijd over de we­reld verstrooid te zijn geweest (de Babylonische ballingschap duurde niet erg lang en strekte zich niet uit over de hele wereld). Ten tweede zal dit herstel onmiddellijk voorafgaan aan en in verband staan met de periode van de grote verdrukking. Deze periode veroorzaakt een grote geestelijke we­dergeboorte van de natie en de terugkeer van Jezus Christus, de Messias, die de Joden van hun vijanden komt redden. Ezechiël spreekt van het materiële herstel van de natie wanneer hij zegt: “Maar gij, bergen van Israël, zult uw takken voortbrengen en uw vruchten dragen voor mijn volk Israël, want nabij is zijn komst”(Ezechiël 36:8).

Ook de volgende woorden zijn van Ezechiël: “Ik zal u weghalen uit de vol­ken en u bijeen vergaderen uit alle landen, en Ik zal u brengen naar uw eigen land” (Ezechiël 36:24).

Vervolgens voorspelt Ezechiël de geestelijke wedergeboorte van het volk, die zal plaatshebben nadat het als natie is hersteld; hij zegt: “Ik zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen; een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam ver­wijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt”. (Ezechiël 36:25‑27).

De gelijkenis in Ezechiël 37 beschrijft dezelfde gebeurtenissen in een overeenkomstige volgorde: eerst het materiële herstel van de natie in het vader­land en daarna de geestelijke wedergeboorte van het volk. Ezechiël verdui­delijkt het profetische visioen, wanneer hij zegt dat met de “dorre beenderen” waarvan sprake is, “het gehele huis Israël” wordt bedoeld, dat hopeloos verspreid is over alle landen van de wereld (Ezechiël 37:11). De beenderen die weer een skelet gaan vormen en weer worden omgeven door spieren en pezen, verzinnebeelden het volk dat terugkeert naar het land dat in materieel opzicht weer is hersteld als natie, en wel in Palestina.

Is het niet fascine­rend hoe aanschouwelijk deze vergelijking met het lichaam is? Ezechiël’s visie echter beperkt zich niet tot het materiële. Hij zegt: “... maar geest was er nog niet in hen” (Ezechiël 37:8). Dit wijst erop dat het ware geestelijke leven pas zou komen met de wedergeboorte van het volk, na het materiële herstel. Deze restauratie en de geestelijke wedergeboorte van de natie vormen het begin van het eeuwigdurende koninkrijk dat de Messias beloofde te brengen. Ezechiël zegt: “Ik zal met hen een verbond des vredes sluiten, een eeuwig verbond met hen zal het zijn... Ik zal mijn heiligdom voor eeuwig te mid­den van hen stellen” (Ezechiël 37:26).

Kijkt u eens naar Ezechiël 38 en 39. De voornaamste schakel in deze keten van gebeurtenissen wordt hier gelegd. In deze hoofdstukken wordt er met zekerheid op gewezen, dat na het materiële herstel van de natie, maar vóór de geestelijke wedergeboorte, de machtige vijand uit het noorden Israël zal aan­vallen (Ezechiël 38:8, 16). Daarna zal God op bovennatuurlijke wijze recht spreken over de aanvallers uit het noorden, een daad waardoor het Israëlische volk zijn ware Messias, Jezus Christus, zal herkennen en in Hem geloven (Ezechiël 39:6‑8). Zacharia geeft een prachtige beschrijving van deze ge­beurtenis, wanneer hij profeteert wat God zegt: “Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem uitgieten de Geest der genade en der gebe­den; zij zullen Hem aanschouwen die zij doorstoken hebben, en over Hem een rouwklacht aanheffen als over een enig kind ....” (Zacharia 12:10). In hoofdstuk 40 tot en met 48 spreekt Ezechiël over een nieuwe eredienst die zal worden ingesteld nadat Jezus Christus, de Messias, zal zijn gekomen om te regeren over het koninkrijk Gods op aarde.

Sinds Israël in 1948 als natie werd hersteld, leven wij in de meest betekenisvolle periode van de profetische geschiedenis. We leven in de tijd die Ezechiël voorzegde in zijn hoofdstukken 38 en 39. In 1854 wees een geleerde die Chamberlain heette, op de essentie van wat we net hebben besproken. Als commentaar op Ezechiël 38 merkte hij op:

“Voor zover ik het begrijp zal de komende restauratie van Israël zich aan­vankelijk geleidelijk en vreedzaam voltrekken; een herstel dat wordt toege­staan, of zelfs bijgestaan, aangemoedigd of beschermd. Zij zullen terugke­ren en het hele land in bezit nemen, zowel de steden als de dorpen; eenmaal daar gevestigd zullen zij een welvarend volk worden dat in rijkdom toe­neemt vóór deze machtige confederatie van volken uit het noorden zich tegen hen zal keren”.

Bedenk eens dat Chamberlain dit meer dan honderd jaar geleden schreef, lang voordat Israël een land was dat door andere landen `werd bijgestaan en aangemoedigd”.

Wie is de aanvoerder van de volken uit het noorden?
Eeuwenlang, lange tijd voor de huidige gebeurtenissen de ideeën zouden hebben kunnen beïnvloeden van mannen die de Bijbel verklaarden, heeft men al erkend dat Ezechiël in zijn profetie over het land dat de noordelijke volken aankondigde, op Rusland doelde.

Dr. John Cumming schreef in 1864:

“Ik vermoed dat deze koning uit het noorden de autocraat van Rusland is... dat Rusland in het profetische woord een plaats inneemt, en een zeer betekenisvolle plaats, wordt erkend door bijna alle onderzoekers”.

Welke zijn de bewijzen hiervoor?
Ezechiël beschrijft deze aanvoerder uit het noorden als “Gog, uit het land Magog, de voornaamste heerser van Ros, grootvorst van Mesek en Tubal”. (Ezechiël 38:2). Dit geeft ons een inzicht in de etnische achtergrond van dit volk en zijn aanvoerder. Met andere woorden: de profeet geeft ons de stamboom van deze noordelijke aanvoerder, zodat we de afstammelingen van deze stam in hun levensloop kunnen volgen tot aan de moderne natie zoals we die nu kennen.

Gog is de symbolische naam van de leider van de natie en Magog heet zijn land. Hij is bovendien de vorst van oude volken die Ros, Mesek en Tubal heetten. In het bijbelse hoofdstuk dat door geleerden gewoonlijk de “Volkenlijst” wordt genoemd, vinden we deze namen terug. (zie: Genesis 10). Zij worden omschreven als de kleinzoons van Noach en de zonen van Jafet, met uitzondering van Ros (Genesis 10:1,2). Magog is de tweede zoon, Tubal de vijfde en Mesek de zesde.

Nu zult u zich waarschijnlijk afvragen wat deze Magog, Mesek en Tubal met het tegenwoordige Rusland te maken hebben? Laat de schrijver u d verzekeren dat deze namen geen fictie zijn, maar dat ze opdoken bij vele archeologische vondsten en in zeer vroege geschriften uit de oudheid. Een van de oorzaken ervan is dat de families van deze voorvaderen de naam van Magog, Tubal en Mesek aannamen als stamnaam. De familie die afstamde stamde van Magog, werd bekend als de stam van Magog, enzovoort.

De doden hebben ons veel te vertellen
Het is noodzakelijk dat we op de nu volgende bladzijden wat bewijsmateriaal aanvoeren uit de oude geschiedenis. Sommige mensen vinden dit onderwerp, om het zachtjes uit te drukken, een beetje saai. Als dit bij u het geval is, zult u misschien alleen de belangrijkste punten uit het nu volgende er uit willen pikken. Anderen zullen het de moeite waard vinden zorgvuldig na te gaan op welke gronden onze visie van de historie is gebaseerd.

Herodotus, de Griekse filosoof uit de vijfde eeuw vóór Christus, zou de namen van Mesek en Tubal reeds hebben genoemd. Hij identificeerde hen met een volk dat de Samaritanen en Muskovieten werd genoemd en indertijd leefde in de oude provincie Pontus in noordelijk Klein‑Azië. Josephus, een Joods historicus uit de eerste eeuw, zegt dat de volken die in zijn tijd bekend stonden als de Moskevi en de Thobelieten afstamden van respectievelijk Mesek en Tubal. Hij zei: “Magog wordt door de Grieken de Scythen genoemd”. Verder zei hij nog dat deze volken leefden in de streken nog noordelijker dan het Kaukasusgebergte. Plinius, een bekend Romeinse schrijver uit vroegchristelijke tijden zei “Hiërapolis dat door de Scythen werd ingenomen, werd later Magog genoemd”. Hiermee toont hij aan dat het gevreesde barbarenvolk van de Scythen werd geïdentificeerd met hun oude stamnaam. Elk goed historisch boek uit de oudheid geeft aanwijzingen dat de Scythen een voornaam deel vormden van het volk dat nu in het moderne Rusland leeft.

Wilhelm Gesenius, een groot Hebreeuws geleerde uit het begin van de negentiende eeuw, bespreekt deze uitspraken in zijn ongeëvenaarde Hebreeuwse Lexicon. “Mesek”, zegt hij, “. . . stichtte het barbarenvolk Moschi, dat in het Moskovisch gebergte woonde”.

Verder verklaarde deze geleerde dat de Griekse naam Moschi, ontleend aan de Hebreeuwse naam Mesek, de basis vormde voor de naam van de stad Moskou. Over Tubal zei hij: “Tubal is de zoon van Rifat, de stichter van de Tibereni, een volk dat woont aan de kust van de Zwarte Zee ten westen van de Moschi”.

Gesenius besluit door te zeggen dat het tegenwoordige Russische volk on­getwijfeld afstamt van deze volkeren. Er is nog een naam die wij in onze bewijsvoering moeten bespreken. Dat is het Hebreeuwse woord `Ros’, dat in Ezechiël 38:2 wordt vertaald met `aan­voerder’. In het Hebreeuws betekent dit woord letterlijk het `hoogste punt’ of de `top’ van iets. Volgens de meeste geleerden wordt dit woord hier ge­bruikt als eigennaam, niet als equivalent van het woord `vorst’.

Na een zorgvuldige grammaticale analyse zegt de Duitse geleerde dr. Keil dat het moet worden vertaald als een eigennaam, dus als Ros. Hij zegt: `By­zantijnse en Arabische schrijvers spreken vaak van een volk dat zij Ros en Rus noemen. Dit volk zou wonen in het land van Taurus en tot de Scythische stammen worden gerekend’.

In zijn Hebreeuwse Lexicon zegt dr. Gesenius: `. . . Ros was een aanduiding voor de stammen die in die tijd leefden ten noorden van het Taurusgebergte, in de buurt van de Wolga’. Gezien in het licht van het overvloedige bewijs­materiaal, is het niet verwonderlijk dat er mensen waren die Ruslands rol in de historie voorzagen, lang voordat het land zijn tegenwoordige machtige positie ging bekleden. Eén van deze mannen was de Engelse bisschop Lowth. In 1710 schreef hij: “Wanneer wij het woord Ros in Ezechiël als eigennaam opvatten, duidt hij op de bewoners van Scythië, aan wie de huidige Russen hun naam hebben ontleend.’

In de achttiende en negentiende eeuw werden mannen als bisschop Lowth, dr. Cumming en dominee Chamberlain door veel van hun tijdgenoten bela­chelijk gemaakt. Wie had zich tenslotte kunnen voorstellen wat wij nu in het moderne communistische Rusland zien: een land dat is gebaseerd op het atheïsme?

Waar bevindt zich dat verre noorden?
De doorslaggevende aanwijzing voor de identificatie van deze aanvoerder uit het noorden ligt in de geografische ligging van zijn land ten opzichte van Israël. Ezechiël legt hier grote nadruk op door driemaal te verklaren, dat deze mach­tige vijand van Israël zou komen uit het `verre noorden’. Hiervan wordt gewag gemaakt in 38:6 en 15 en in 39:2. Het Hebreeuwse bijvoeglijk naam­woord bij `noorden’ betekent `uiterste’ of `extreem’.

U hoeft alleen maar de globe te nemen om deze exacte geografische plaats­bepaling te verifiëren. Er is maar één land dat ten opzichte van Israël in het uiterste noorden ligt: de USSR.

“Zo zegt de Here Here: Zijt gij het van wie Ik in vroeger dagen gesproken heb door de dienst van mijn knechten, de profeten van Israël; welke in die dagen jarenlang geprofeteerd hebben, dat Ik u tegen hen zou doen optrek­ken?”
Ezechiël 38:17

Het antwoord op deze uitdagende vraag die God eeuwen geleden via Ezechiël de wereld in het gezicht slingerde, is nu vrij duidelijk, vindt u niet? Generaal Dayans verklaring dat de Israëli’s de volgende keer geen oorlog zouden voeren tegen de Arabieren, maar tegen de Russen, krijgt nu een aanzienlijk diepere betekenis.

Afsluitend onderzoek
Bedenk eens hoe onvoorstelbaar het is wat wij hier overwogen. Hoe is het mogelijk dat Ezechiël 2600 jaar geleden zo nauwkeurig kon voorspellen welke militaire machtspositie Rusland in onze tijd zou bekleden, welke di­recte en voor de hand liggende bedoelingen het heeft met het Midden‑Oos­ten, om nog te zwijgen van het feit dat Rusland tegenwoordig een onver­zoenlijke vijand van Israël is? Trouwens, hoe konden mannen als Chamber­lain en Cummings honderd jaar geleden zo duidelijk zien, dat Rusland in de toekomst zo machtig zou worden en in onze tijd een positie zou innemen waardoor het een bedreiging vormt voor de hele wereld? Opnieuw meent de schrijver dat het antwoord voor de hand ligt. En op­nieuw bewijst Ezechiël een waarachtige profeet te zijn. Hij werd geleid door de Geest van de levende God. In de laatste brief van de apostel Petrus, die werd geschreven toen Petrus een zekere dood voor ogen had, verklaart hij de bron van de wijsheid en het inzicht van de profeet.

Petrus begint met erop te wijzen waar we de bron van de profetieën niet moeten zoeken: `Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat’ (2 Petrus 1:20). Met andere woorden: de profeten gaven niet hun eigen interpretatie van het leven en de geschiedenis. Vervolgens verklaarde Petrus waar de gave der profetie dan wel zijn oor­sprong vond:

“... want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken”  2 Petrus 1:21

Als iemand weet dat hij binnenkort zal sterven, probeert hij over het alge­meen die dingen te zeggen die hij het belangrijkst vindt. Petrus beschouwde de zekerheid en de toepasselijkheid van het profetische woord als het be­langrijkste van alles. Hij waarschuwde zelfs dat in “toekomende tijden” men­sen die zich zouden uitgeven als godsdienstige leiders binnen de kerk zou‑ den opstaan en het profetische woord verloochenen of zelfs belachelijk ma­ken (2 Petrus 2:1‑3; 2 Petrus 3:1‑18). Als u dit boek laat circuleren onder een groot aantal theologen zult u ont­dekken hoe waar deze voorzegging blijkt te zijn.

Wie zijn de bondgenoten?
Een gedeelte van de oude namen van de volken en naties die met Rusland een bondgenootschap zullen sluiten, is gecatalogiseerd in Ezechiël 38:5-6.

Perzië
Iedereen weet dat Perzië tegenwoordig Iran heet. Dit is van betekenis, aan­gezien de Verenigde Arabische Republiek probeert dit land te betrekken in zijn vijandigheid ten opzichte van Israël. De Russen proberen op dit mo­ment in de vorm van verscheidene aanbiedingen tot hulpverlening, in Iran een voet aan de grond te krijgen. Om de grootscheepse aanval te kunnen doen die door Ezechiël werd voorzegd, zou Rusland Iran als bondgenoot nodig hebben. Het is veel moeilijker een landleger over het Kaukasusgebergte te voeren dat op de grens van Turkije ligt, dan over het Elbroesgebergte op de grens van Iran. Over het algemeen is het terrein in Iran beter begaanbaar dan in Turkije. Er zullen echter transporten moeten plaatsvinden via beide landen. Let eens op de betrekkingen van Iran met Rusland en de Verenigde Arabi­sche Republiek. De schrijver gelooft dat daar binnenkort betekenisvolle ge­beurtenissen zullen plaatshebben.

Ethiopië of Kusch (de zwarte Afrikaanse landen)
Ethiopië is en vertaling van het Hebreeuwse woord Kusch. Kusch was de eerste zoon van Cham, één van Noach’s zonen. Mozes spreekt van het `land van Kusch’ dat oorspronkelijk grensde aan een gebied bij de rivieren de Eufraat en de Tigris (Genesis 2:12). Nadat de auteur veel autoriteiten op dit gebied had geraadpleegd, ontdekte hij opnieuw waarom dr. Gesenius wordt beschouwd als één van de grote historici uit de geschiedenis.

Gesenius vatte al het bewijsmateriaal als volgt samen:

  1. De Kuschieten waren negers.
  2. Zij trokken eerst naar het Ara­bisch schiereiland en vervolgens over de Rode Zee naar het gebied ten zui­den van Egypte.
  3. Alle negers van Afrika stammen af van Kusch.

Gesenius merkt op: `De volkeren die afstammen van Kusch en die worden genoemd in Genesis 10:7, moeten worden gezocht in Afrika’.

In de Bijbel wordt Kusch meerdere malen als “Ethiopië” vertaald, wat enigs‑ zins misleidend is. Vast staat dat de bevolking van het oude Ethiopië be­stond uit Kuschieten, maar volgens de geschiedenis vormen zij niet de to­tale bevolking van dit land.

We kunnen nu tot de nuchtere conclusie komen dat veel Afrikaanse naties zich zullen verenigen en alliëren met de Russen in een aanval op Israël. Dit is in overeenstemming met Daniël’s aanschouwelijke beschrijving van deze invasie (Daniël 11:36‑45).

De Russische strijdmacht wordt `koning van het noorden’ genoemd en het politieke machtsgebied waarvan de Afrikaanse (Kusch) strijdmacht deel zal uitmaken `koning van het zuiden’. Afrika is één van de gebieden waar het communistische `evangelie’ het actiefst wordt uitgedragen. Naarmate wij in de toekomst de verdere ontwikkelingen in dit gebied volgen, zullen we be­seffen dat het zal worden bekeerd tot het communisme.

Libië of Put (Arabisch‑Afrikaanse landen)
Libië is de vertaling van het oorspronkelijke Hebreeuwse woord Put. Bij hen is het al even moeilijk de identiteit vast te stellen als het was bij Kusch. Put was de derde zoon van Cham (Genesis 10:6). De afstammelingen van Put verhuisden naar het land ten westen van Egypte. Uit hen ontstonden de Noordafrikaans‑Arabische naties, zoals Libië, Algerije, Tunesië en Marokko. De eerste nederzetting van Put werd door Josephus en Plinius, historici uit de oudheid, Libië genoemd. De Griekse vertaling van het Hebreeuwse Oude Testament, Septuagint genaamd, vertaalde Put omstreeks 165 v Chr. door Libië. Daaruit kunnen we de conclusie trekken dat wij onder de Russische bondgenoot Put stellig meer moeten verstaan dan alleen het huidige Libië. Op­nieuw wijzen de gebeurtenissen van het moment op het begin van een bond­genootschap. Het Noordafrikaanse territorium begint één aaneengesloten pro‑Sovjet ge­bied te worden.` Wanneer we ons oog in de komende jaren op dit gebied gericht houden, zullen we aanwijzingen zien die erop wijzen dat het is voorbestemd deel uit te gaan maken van het zuidelijke machtsgebied, dat Israël samen met de ko­ning van het noorden zal aanvallen.

Gomer en al zijn horden (de landen achter het IJzeren Gordijn)
Gomer was de oudste zoon van Jafet en de vader van Askenaz, Rifat en Togarma. Deze volken vormen een zeer belangrijk deel van het toekom­stige Russische invasieleger. Dr. Young zegt naar aanleiding van het beste van de meest recente archeologische vondsten over Gomer en zijn horden het volgende: “Zij vestigden zich ten noorden van de Zwarte Zee en verspreidden zich vervolgens zuid­! en westwaarts naar de uitersten van Europa”.

Gesenius spreekt over een deel van Gomers horden als over Askenaz... “de eigennaam van een gebied en een natie in noordelijk Azië, voortgekomen uit de Cimmeriërs, het oude volk van Gomer. De Joden van onze tijd nemen aan dat hiermee Duitsland wordt bedoeld, en noemen dat land bij deze Hebreeuwse naam...”

Josephus noemde de zonen van Askenaz de “Rheginiërs”, en een kaart van het oude Romeinse Rijk plaatst hen in het gebied dat nu bestaat uit het tegenwoordige Polen, Tsjecho-Slowakije en Oost‑Duitsland tot aan de oevers van de Donau. In de moderne Joodse Talmoed wordt dit geografische beeld bevestigd. De conclusie is dat Gomer en zijn horden deel uitmaken van het uitgestrekte gebied van het tegenwoordige Oost‑Europa, dat zich geheel achter het IJze­ren Gordijn bevindt. Daaronder vallen ook Oost‑Duitsland en Tsjecho-Slowakije.

Togarma en zijn horden (Zuid‑Rusland en de Kozakken)
In Ezechiël 38:6 wordt van het “huis van Togarma en al zijn krijgsbenden” duidelijk gezegd dat zij uit “het verre noorden” komen. Gesenius zegt dat zij: “een noordelijke natie en een land zijn dat afstamt van Gomer en een overvloedig aantal paarden en muildieren bezit”. Gesenius vervolgde: “En­kele van de zonen van Togarma stichtten Armenië, hetgeen overeenkomt met wat de Armeniërs zelf tegenwoordig beweren”. Dr. Bauman volgde het spoor van enkele van de zonen van Togarma tot aan de Turkomaanse stam­men in Centraal‑Azië. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de uitspraak: “... uit het verre noorden, en al zijn krijgsbenden”.

De conclusie luidt dat Togarma deel uitmaakt van het huidige Zuid‑Rusland en waarschijnlijk de oorsprong is geweest van de Kozakken en andere vol­ken uit het oostelijk deel van Rusland. Het is interessant op te merken, dat de Kozakken altijd van paarden hebben gehouden en dat algemeen wordt erkend dat uit hen het beste cavalerieleger ter wereld is voortgekomen. Op het ogenblik zouden zij verscheidene cavalerieregimenten bezitten. Som­mige militaire instanties zijn van mening dat bij de invasie van het Midden-­Oosten inderdaad gebruik zal worden gemaakt van cavalerie, precies zoals Ezechiël en andere profeten dat letterlijk hebben voorzegd. Tijdens de Koreaanse oorlog bewezen Rood‑Chinese eenheden, dat paarden in woest bergachtig gebied nog altijd het beste vervoermiddel zijn waarmee een grote aanvalsmacht naar het strijdtoneel kan worden overgebracht. Is het niet toevallig dat zulk een gebied zich bevindt tussen Rusland en Israël?

Vele volken zijn met u
Ezechiël wijst erop, dat hij geen volledige opsomming heeft gegeven van de bondgenoten. Er zijn echter voldoende gegevens om de schrijver van dit boek verbaasd te doen staan over het aantal volken en naties dat erbij be­trokken zal zijn.

Gog, neem het bevel
Ezechiël, die zich in zijn profetie tot de Russische heerser richtte, beval hem: “... maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u hebben gevoegd; weest gij hen tot een leidsman” (Ezechiël 38:7). Met andere woorden: de Russische heerser moet zijn bondgenoten van wa­pens voorzien en zelf het bevel op zich nemen. Als u twijfelt aan al hetgeen in dit hoofdstuk werd gezegd, vindt u het da niet merkwaardig dat alle landen die volgens de voorzegging deel zulle uitmaken van dat machtige leger, reeds nu bewapend zijn met wapens die zijn ontworpen en vervaardigd in Rusland?

Gog, wat is uw bedoeling?
We hebben gezien dat Rusland een wijdvertakte confederatie zal bewapenen en uitrusten. Deze machtige groep bondgenoten zal een aanval doen op het herstelde Israël. Rusland en zijn bondgenoten zullen echter volkomen worden vernietigd door een daad waarin Israël de hand van God zal herken­nen. Deze daad zal velen in Israël weer doen geloven in hun ware Messias (Ezechiël 39:6-7). De aanval op de Russische confederatie en het daaruit voortkomende conflict zal escaleren in de laatste wereldoorlog, waarbij alle naties betrokken worden. Daarna zal het gebeuren. Christus zal terugkeren om de mensheid te behoeden voor zelfvernietiging.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.