De inspiratie van de Bijbel

De inspiratie van de Bijbel.

De inspiratie door de Heilige Geest aan de schrijvers van de Bijbel wordt vaak in twijfel getrokken. Veel “geleerden” trekken de hand van de Here God bij het ontstaan van de Schriften openlijk in twijfel. Ze durven vaak (nog steeds) niet zo ver te gaan dat ze het bestaan van de schrijvers in twijfel trekken maar wél hebben deze mensen de euvele moed om te beweren dat bepaalde profetieën ná de vervullingen zijn beschreven. Wie boeken van dit soort “theologen” leest kan zich vaak een glimlach niet onderdrukken, het is soms verbazend in welke bochten deze mensen zich moeten wringen om hun ongeloof als “wetenschappelijk” te verkopen. Daar komt bij dat hun geschriften vaak een paar jaar, na de uitgave van het boek, waardeloos zijn geworden, óf een andere “theoloog” heeft een nog hilarischer stelling bedacht, óf de archeologie heeft een onverwacht de Bijbel opnieuw bevestigd. Daarom willen we in deze studie met elkaar bezien hoe de Here God Zelf over de inspiratie van de Bijbel denkt. Wij zullen wij op de ouderwetse, enig juiste, wijze “de Schrift met de Schrift” vergelijken, dat wil zeggen dat wij de Bijbel zelf zich laten bewijzen.

I. Het getuigenis van Christus Jezus.

Het argument: “Jezus Christus wist of de Schriften waar, geïnspireerd en gezaghebbend waren. Hij kende de schrijvers”.

Wat Hij ook zei over de Schriften is dus waar en door­slaggevend voor iedere gelovige.

1. Het Oude Testament:

a. Het auteurschap van Mozes en de inspiratie van de Pentateuch (Penta = vijf, vijf boeken van Mozes)

Lezen: Mattheus 22:23-32

Neem notitie van ’Mozes heeft gezegd’
“Meester! Mozes heeft gezegd: Indien iemand sterft, geen kinderen hebbende, zo zal zijn broeder deszelfs vrouw trouwen, en zijn broeder zaad verwekken”. Mattheus 22:24

’de Schrif­ten’
“Maar Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch de kracht Gods.” 
Mattheus 22:29

’van God gesproken’
“En wat aangaat de opstanding der doden, hebt gij niet gelezen, hetgeen van God tot ulieden gesproken is, Die daar zegt: Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs! God is niet een God der doden, maar der levenden.”
Mattheus 22:31-32

Lezen: Marcus 7:8-13

Vergelijk ’het gebod Gods’, Marcus 7:9, met: ’Mozes heeft gezegd’, Marcus 7:10

“En Hij zeide tot hen: Het gebod Gods stelt gij wel fraai buiten werking om uw overlevering in stand te houden.”
Marcus 7:9

“Want Mozes heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, zal de dood sterven.”
Marcus 7:10

De “wet Gods” door de Here God Zelf uitgesproken heeft de hoogste waarde, is onverbiddelijk, maar als wij dan kijken naar Marcus 7:10 blijkt dat hetgeen Mozes heeft gezegd óók “een gebod” is, of er wel heel dicht bij in de buurt komt want de sanctie was de doodstraf! Op zich is dit niet zo heel vreemd, vooral als wij bedenken dat Mozes rechtstreeks met de Here God in contact stond en Zijn bevelen over bracht:

’Boek van Mozes’ en ’God heeft direct tot hem gesproken’
“Wat nu de doden betreft, dat zij opgewekt worden, hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes, bij de braamstruik, hoe God tot hem sprak, zeggende: Ik ben de God van Abraham en de God van Isaak en de God van Jakob?”  Marcus 12:26

’Mozes heeft van Mij geschreven’
“Want indien gij Mozes geloofdet, zoudt gij ook Mij geloven, want hij heeft van Mij geschreven.”Johannes 5:46

Zie ook: Lucas 16:29-31; Lucas 24:25-27, 44, 45.

Hier zien wij dus dat de Here Jezus Christus Mozes erkende als gezaghebbend, niet omdat Mozes dit alles heeft gezegd maar omdat het de Here Zelf was die Mozes inspireerde. Door deze uitspraken van de Here Jezus Christus vallen vele “theologen” door de mand als ze beweren dat de vijf boeken van Mozes eeuwen later door vrome Israëlieten zouden zijn geschreven. In dat geval zou de Here Jezus Christus gelogen hebben en die bewering zou ik niet graag voor mijn rekening nemen!

’Uw Woord is de waarheid’
“Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.”  Johannes 17:17

De Here Jezus zegt hier dat de woorden die in de Schriften staan opgetekend waar zijn, dit wil dus ook zeggen dat alle profetieën die nog wachten op hun vervulling ook voor 100% vervuld, uitgevoerd zullen worden.

b. De wonderverhalen van het Oude Testament zijn waar

Schepping:
“Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt?”
Mattheus 19:4

De zondvloed :
“Zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde.”  Lucas 17:27

Deze vloed, “zondvloed = totale vloed”, is in zogenaamde wetenschappelijke kringen erg omstreden. In de eerste plaats zou deze vloed niet wereldwijd kunnen zijn en in de tweede plaats zouden er geen wetenschappelijke bewijzen voor zijn. De wetenschappelijke bewijzen van een totale wereldvloed zijn in ruime mate aanwezig. In de eerste plaats kennen vele volken een zelfde zondvloed verhaal en meestal geplaatst in de zelfde tijd. Daarnaast zijn, bijna wereldwijd, bij opgravingen beeldjes, en andere gebruiksartikelen onder kleilagen gevonden over hele grote gebieden. Dat deze voorwerpen onder kleilagen liggen bewijst dat er een grote watervloed moet zijn geweest en klei heeft afgezet boven een oude beschaving.

Verwoesting van Sodom :
“Maar op de dag, waarop Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen.”
Lucas 17:29

Ondanks de schampere opmerkingen van z.g.n. “theologen” nemen vele wetenschappers de verwoesting van Sodom en Gomorra wél serieus. Met enige regelmaat wordt er een onderzoek ingesteld naar de resten van deze twee steden in de Dode Zee. Als wetenschappelijke instituten zouden twijfelen over het waarheidsgehalte van dit “verhaal” zouden ze geen miljoenen dollars investeren in een onderzoek. Dit wil dus zeggen dat niet alleen het Oude Testament, de Here Jezus Christus maar óók wetenschappelijke instituten overtuigd zijn van de twee verwoeste steden.

De vrouw van Lot :
“Denkt aan de vrouw van Lot!”  Lucas 17:32

Jona :
“Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten.”  Mattheus 12:40

Wij kennen bijna allemaal het kinderliedje “Toen Jona in de walvis zat”, dit liedje is geschreven naar aanleiding van Jona die drie dagen lang in een vis verbleef. Het is niet precies bekend aan welke vis wij moeten denken maar het is beslist geen walvis geweest want de baleinen in zijn keel laten de doorgang van een mens niet toe, zelfs kan er geen klein visje tussendoor. Maar er zijn wel grote vissen te vinden welke een mens kunnen doorslikken. Er bestaan zeebaarzen welke een behoorlijk formaat bereiken kunnen en in op hele grote diepten van de zeeën zijn baarzen te vinden ter grote van een kleine personenauto.

Hoe het ook moge zijn, die vis is er geweest en heeft Jona ingeslikt evenals de wonderboom die Jona een poosje later beschutting tegen de zon gaf. Dit was een boom die in één dag ontstond en later ook in één dag verdorde, zou de Here, die Christus na drie dagen in het graf geweest te zijn tussen de doden uit opwekte, niet in staat geweest zijn een grote vis te sturen en Jona daarin tot inkeer liet komen?

Naäman :
“En er waren vele melaatsen in Israel ten tijde van de profeet Elisa, en geen van hen werd gereinigd, doch wel Naäman de Syrier.”  Lucas 4:27

De genoemde wonderverhalen, wonderen, uit het Oude Testament worden door de Here Jezus Christus bevestigd en daarom kunnen wij er ook van uit gaan dat deze wonderen ook echt zijn gebeurd. Het is niet de volledige opsomming van alle wonderen welke door het Oude Testament beschreven worden, zo zijn er b.v. de drijvende bijl van Eliza en de bloeiende staf welke later in de Ark werd gelegd. De Israëlieten werden steeds opnieuw bevestigd in hun geloof door de vele wonderen en voor de christenen uit de heidenen moet het voldoende zijn dat onze Here Persoonlijk deze wonderen bevestigd en aanhaalt in Zijn toespraken.

c. De Psalmen en de profetische boeken zijn geïnspireerd:

’David heeft door de Heilige Geest gezegd’
“David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb.’  Marcus 12:36

’Deze Schrift . . . vervuld’
“En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar geschreven is: De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden. Om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren. Daarna sloot Hij het boek, gaf het aan de dienaar terug en ging zitten. En de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld.”  Lucas 4:17-21

2. Het Nieuwe Testament.

Niet één woord van het Nieuwe Testament was geschreven, toen de Here Jezus Christus van de aarde vertrok, maar op Zijn gezag mogen wij het aanvaarden als het geïnspireerde Woord van God, geïnspireerd door de Heilige Geest, de Here God Zelf.

a. Hij heeft duidelijk gezegd, dat Hij de openbaring van de waarheid onvoltooid zou laten.

Zie: Johannes 16 : 12

“Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen.”Johannes 16:12

b. Hij beloofde, dat deze openbaring voltooid zou worden na Zijn heengaan.

“Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen.”  Johannes 16:13

c. Hij, de Here Jezus, koos bepaalde personen uit om aanvullende openbaringen te ontvangen, en om na Zijn heengaan Zijn getuigen, predikers en leraars te zijn.

“En gij moet ook getuigen, want gij zijt van het begin aan met Mij.”  Johannes 15:27

“Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.”  Handelingen 1:8

Lees ook: Mattheus 28:19; Handelingen 9:15-17.

d. Omdat Hij van tevoren wist, wat zij zouden schrijven, verleende Hij aan hun woor­den hetzelfde gezag als aan Zijn eigen woorden. De hier na volgende teksten laten ons zien dat het woord van de apostelen het Woord van de Here Jezus Christus is. Dit wil dus ook zeggen dat hetgeen de apostel Paulus als “geheimenissen” heeft doorgegeven rechtstreeks van de Here Jezus Christus komt:

“En indien iemand u niet ontvangt of uw woorden niet hoort, verlaat dat huis of die stad en schudt het stof uwer voeten af. Voorwaar, Ik zeg u, het zal voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn in de dag des oordeels dan voor die stad.”  Mattheus 10:14-15

“Wie naar u hoort, hoort naar Mij; en wie u verwerpt, verwerpt Mij; en wie Mij verwerpt, verwerpt Hem, die Mij gezonden heeft.”  Lucas 10:16

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie ontvangt, die Ik zend, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft.”  Johannes 13:20

“En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven.”  Johannes 17:20

3. Tot welke hoogte is de Bijbel geïnspireerd?

a. Het getuigenis van de Here Jezus Christus:

“Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.”  Johannes 14:10

“Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven en zij hebben ze aangenomen en in waarheid erkend, dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.”  Johannes 17:8

“De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut; de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven.”  Johannes 6:63

“Wie uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gij niet, omdat gij uit God niet zijt.”  Johannes 8:47

“Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft één, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage.”  Johannes 12:48

“Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied.”  Mattheus 5:18

Als wij zeggen de Here Jezus te erkennen als onze Verlosser en Zaligmaker kunnen wij niet anders dan de Bijbel van “kaft tot kaft” als het Woord van de Here God te erkennen. Het ene gaat niet zonder het ander, er zal geen punt of komma vervallen van het Woord van de Heer, inclusief de profetieën.

b. Het getuigenis van de schrijvers:

Mozes:
“Toen zeide Mozes tot de Here: Och Here, ik ben geen man van het woord, noch sinds gisteren, noch sinds eergisteren, noch sinds Gij tot uw knecht gesproken hebt, want ik ben zwaar van mond en zwaar van tong. Maar de Here zeide tot hem: Wie heeft de mens een mond gegeven, wie maakt stom of doof ziende of blind; ben Ik het niet, de Here? Nu dan, ga heen. Ik zal met uw mond zijn en u leren, wat gij spreken moet.”  Exodus 4:10-12

Hier wordt duidelijk dat niet de mens, maar de Here God Zelf verantwoordelijk is voor het Woord. Met dit gegeven in de hand begrijpen wij óók welke zonde de moderne theologen op zich laden. Het is de Here God Zélf, dus de Heilige Geest die het Woord aan ons door geeft, de moderne theologen maken de heilige Geest, de Here Zelf tot leugenaar! De Heilige Geest tot leugenaar maken is de zwaarste zonde die een mens kan begaan, er bestaat zelfs geen vergeving voor:

“Voorwaar, Ik zeg u, dat alle zonden aan de kinderen der mensen zullen vergeven worden, ook de godslasteringen, welke zij gesproken mogen hebben; Maar wie gelasterd heeft tegen de Heilige Geest, heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar staat schuldig aan eeuwige zonde.”  Markus 3:28-29

Zie ook: Exodus 34:27 “De Here God dicteerde Mozes.”

David: 
“De Geest des Heren spreekt door mij, zijn woord is op mijn tong”  2 Samuël 23:2

Salomo:
“Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terecht wijze en gij een leugenaar bevonden wordt.”  Spreuken 30:6

Zie ook: Jesaja 6 : 5-8 Jeremia 1:7; Jeremia 36:1-2; Zacharia 7:7

Bilam:
“Maar Bileam zeide tot Balak: Zie, nu ben ik tot u gekomen; zal ik wel iets kunnen spreken? Het woord, dat God in mijn mond zal leggen, zal ik spreken.”  Numeri 22:38

Zie ook: Numeri 23 : 12-16

Zelfs een tovenaar, een bezweerder, durfde uiteindelijk niet tegen het Woord van de Here God in gaan, hoe zwaar moet het dan voor onze Here wegen dat mensen die zich met Zijn Naam tooien Zijn Woorden kleineren en krachteloos maken. Denk eens aan b.v de heren Kuitert en Wiersinga die de Gereformeerde Kerken in Nederland mede naar de afgrond hebben geholpen door hun geschriften.

Paulus :
“Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken.”  1 Corinthe 2:13

De Here Jezus Christus :
“Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.”  Johannes 14:10

Zie ook : Johannes 8:40; Johannes 17:8; Judas 3 - 17

Op grond van het getuigenis van de Here Jezus Christus en van de schrijvers zelf komen wij tot de conclusie, dat de gehele Bijbel woordelijk geïnspireerd is, dat de Heilige Geest de woorden gaf. De gedachte, dat alleen de boodschap geïnspireerd is en niet de woorden, is in strijd met de uitdrukkelijke verklaring van de getuigen, die het konden weten.

Het argument: - Als de Schrift voorzeggingen gedaan heeft over toekomstige gebeurtenissen lang vóór de tijd, waarin zij hebben plaats vonden, zodat geen menselijke scherpzinnigheid of helderziendheid ze ook maar enigszins heeft kunnen vermoeden of verwachten; - en als bovendien deze voorzeggingen zo nauwkeurig en precies zijn, dat de mogelijkheid van gissen of raden ten enenmale is uitgesloten; - en als tenslotte deze oude, uitvoerige en bijzondere voorspellingen op de meest letterlijke wijze in vervulling zijn gegaan, - dan moeten wij tot de conclusie komen, dat zulke voorzeggingen boven­natuurlijk, dus geïnspireerd zijn.

De Bijbel bevat inderdaad honderden voorzeggingen betreffende Israël, het land Kanaän, Babylonië, Assyrië, Egypte, enz. en aangaande vele personen, die zo oud, zo zeldzaam en tevens zo uitvoerig en nauwkeurig zijn, dat zij onmogelijk in het brein van een mens hebben kunnen voort komen. Deze voorzeggingen zijn vervuld door natuurelementen of door mensen, die van hun bestaan niets afwisten, of door mensen die er niet in geloofden, of zelfs al het mogelijke gedaan hebben om hun vervulling te voorkomen. De conclusie, dat de Schrift door God geïnspireerd is, is dus volkomen gerechtvaardigd.

’Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben zo gesproken’   2 Petrus 1:21

1. Vervulde profetieën betreffende het volk Israël.

a. De Egyptische slavernij en de bevrijding

Vergelijk Genesis 15:13 met Exodus 1 : 13-14:

“En Hij zeide tot Abram: Weet voorzeker, dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land, dat het hunne niet is, en dat zij hen dienen zullen, en dat die hen zullen verdrukken, vierhonderd jaar.”  Genesis 15:13

En dan zien we dat in Exodus 12: 27-41 het volk Israël na 430 jaar (vers 40) vreemdelingschap in Egypte op reis gaat naar het beloofde land.

b. De afval

Vergelijk Deuteronomium 28 : 15, 37, 62-67 met 2 Koningen 17 : 5-7

Deuteronomium 28 : 45, 49, 53 met 2 Koningen 6 : 24 - 29

Leviticus 26 : 15, 31 - 33 met 2 Koningen 25 : 1 - 11

Deuteronomium 28 : 32 - 41met Hosea 3 : 4 

2. Vervulde profetieën betreffende Babylon

Jeremia 51, het gehele hoofdstuk, speciaal de verzen 8, 11, 26, 28, 29, 31, 36 en 37.

3. Vervulde profetieën betreffende Assyrië.

Vergelijk Jesaja 7 : 17 - 20 met 2 Koningen 18 : 9 - 13

Jesaja 10 : 12 - 24

4. Vervulde profetieën betreffende de Here Jezus Christus.

a. Zijn mensheid

Vergelijk Genesis 3 : 15 met Lucas 2 : 17:

“En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar  zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.”  Genesis 3:15

En dan lezen wij in het Lukas-evangelie het getuigenis van de herders:

“En toen zij het gezien hadden, maakten zij bekend hetgeen tot hen gesproken was over dit kind.”  Lukas 2:17

Zie ook: Galaten 4 : 4

Vergelijk ook: Jesaja 7 : 14 met Mattheus 1 : 21 - 23

Genesis 12 : 3 met Hebreeën 2 : 16-17

b. Zijn Godheid

Vergelijk Jesaja 9:6 met Mattheus 17:5:

“Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.”  Jesaja 9:6

In Matheus 17:5 lezen wij dat de Here God Zélf getuigd van de Godheid van onze Here Jezus Christus, dat Hij eeuwig leeft en dus ook eeuwig zal (kunnen) regeren.

“Terwijl hij nog sprak, zie, daar overschaduwde hen een lichtende wolk, en zie, een stem uit de wolk zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb; hoort naar Hem!”  Mattheus 17:5

Vergelijk verder: Psalm 2 : 7-8 met Johannes 10 : 30

Zacharia 13:7 met Fi1ipenzen 2:6

c. Zijn afstamming

Vergelijk Genesis 12:3 met Galaten 3:16

“Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.”  Genesis 12:3

“Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus”.  Galaten 3:16

Vergelijk verder: Genesis 21:12 met Lucas 3:34; Genesis 28:14 met Mattheus l:2

Genesis 49:10 met Hebreeën 7:14; Jesaja 11:1 met Mattheus l:5

2 Samuël 7 : 14-16 met Lucas 1 : 31 - 33

d. Zijn voorloper

Vergelijk Maleachi 3:1 met Lucas 1:13-17

“Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen”.  Maleachi 3:1

Zoals wij weten is een bode een boodschapper, Johannes de Doper was de wegbereider, de boodschapper van het heil dat na hem kwam in de Here Jezus Christus:

“En hij zal voor zijn aangezicht uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om de harten der vaderen te keren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid der rechtvaardigen, ten einde voor de Here een weltoegerust volk te bereiden”.  Lukas 1:17

Vergelijk ook: Mattheus 4:5 met Lucas 1:17; Jesaja 40:3 met Mattheus 3:3

e. Zijn geboorte

Vergelijk Jesaja 7 : 14 met Mattheus 1 : 18-21

“Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuel geven.”  Jesaja 7:14

De “jonkvrouw”, de maagd, bleek Maria te zijn “bevrucht” door de Heilige geest:

“De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest. Daar nu Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, was hij van zins in stilte van haar te scheiden. Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest. Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden”.  Mattheus 1:18-21

Vergelijk verder: Micha 5 : 2 met Lucas 2 : 4-7

f. Zijn ambten

Profeet:
Vergelijk Deuteronomium 18:15 met Lucas  9:35:

“Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren”.  Deuteronomium 18:15

“En er klonk een stem uit de wolk, die zeide: Deze is mijn Zoon, de uitverkorene, hoort naar Hem”.  Lukas 9:35

En verder: Jesaja 61 : 2 met Lukas 4 : 16 - 20

Priester:

Psalm 110 : 4 met Hebreeën 5 : 5-6

“De Here heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek”.
Psalm 110:4

“Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer toegekend hogepriester te worden, maar Hij, die tot Hem sprak: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt; Zoals Hij ook op een andere plaats spreekt: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek”.  Hebreeën 5:5-6

Vergelijk verder: Jesaja 40: 11 met Johannes 10 :14

Koning:
Vergelijk Zacharia 9 : 9 met Matth. 21 : 1 – 9:

“Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw  koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong”.  Zacharia 9:9

In Mattheus 21:1-9 vinden wij de intocht te Jeruzalem die de Here Jezus maakte op een onbereden jonge ezel. Ook hier zien wij dat de Bijbel uiterts correct is, Zacharia had nooit kunnen bedenken dat wat hij door moest geven zo precies werd uitgevoerd, een hele lange tijd later.

Vergelijk verder: Micha 5 : 1 met Mattheus 2 : 1-2

g. Zijn vernedering
Vergelijk Zacharia13:6-7 met Lukas 23:33:

“En als men tot hem zegt: Wat zijn dat voor wonden tussen uw armen? dan zal hij zeggen: Daarmee ben ik geslagen in het huis van mijn vrienden. Zwaard, waak op tegen mijn herder, tegen de man die mijn metgezel is, luidt het woord van de Here der heerscharen; sla die herder, zodat de schapen verstrooid worden; en Ik zal mijn hand keren tegen de kleinen”.  Zacharia 13:6-7

De vervulling van de profetie:
“En toen zij aan de plaats gekomen waren, die Schedel genoemd wordt, kruisigden zij Hem daar en ook de misdadigers, de ene aan zijn rechterzijde en de andere aan zijn linkerzijde”.  Lukas 23:33

Psalm 69:9 met Johannes 7:5; Jesaja 53:2 met Marcus 6:3; Jesaja 53:3 met Johannes 19:5

Jesaja 53:3 met Marcus 15: 33-34; Jesaja 53 : 7 met Lucas 23 : 8-9;

Jesaja 53:7 met Mattheus 27:12; Jesaja 50:6 met Mattheus 26:67

Jesaja 50:6 met Johannes 19:1; Jesaja 52:14 met Marcus 15 : 17

Jesaja 52:14 met Lucas 22 : 63-64

h. Zijn kruisiging en dood

Bij de bestudering van de voorzeggingen betreffende de dood en opstandig van de Here Jezus  Christus door kruisiging, dienen wij te bedenken, dat op de datum waarop deze profetieën geschreven werden, niets onwaarschijnlijker heeft geleken. En deze onwaar­schijnlijkheid was tweevoudig:

1e. dat de Messias zou sterven;
2e. dat Hij ster­ven zou op een wijze, die onder de Joden totaal onbekend was.

Vergelijk Zacharia 12 : 10 met Johannes 20 : 24 – 29:

“Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem uitgieten de Geest der genade en der gebeden; zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene”.  Zacharia 12:10

Het resultaat mocht Thomas controleren:
“Daarna zeide Hij tot Tomas: Breng uw vinger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek die in mijn zijde, en wees niet ongelovig, maar gelovig”.  Johannes 20:27

Zacharia 13 : 6 met Johannes 20 : 24 – 29; Psalm 22:1 met Mattheus 27:46;

Psalm 22 : 7-8 met Lucas 23 : 35-36; Ps. 22 : 12-13 met Marcus 15 : 29 - 31

Psalm 22 : 14-17 + Psalm 22 : 18 met Johannes 19 : 22 – 24

“Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij”.  Psalm 22:17-18

Dit Schriftgedeelte, meer dan 1000 jaren vóór Christus geschreven, is een aanschouwe­lijk beeld van een dood door kruisiging: Beenderen (van armen, handen, borstkas) uiteengereten; werking van het hart aangetast; intense dorst; gedeeltelijke naaktheid, enz. Al deze dingen zijn verschijnselen, die gepaard gaan bij de dood door kruisiging.

Uitkomst van de profetie:
“Toen dan de soldaten Jezus gekruisigd hadden, namen zij zijn klederen en maakten daarvan vier delen, voor iedere soldaat een deel, en zijn onderkleed. Dit kleed nu was zonder naad, aan een stuk geweven.Zij zeiden dan tot elkander: Laten wij dit niet scheuren, maar erom loten, voor wie het zijn zal; zodat het schriftwoord vervuld werd: Zij hebben mijn klederen onder elkander verdeeld en over mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de soldaten gedaan”. 
Johannes 19:22-24

Jesaja 52 : 14 met Marcus 15 : 17; Lucas 22 : 64; Mattheus 26 : 67

Jesaja 53:3 met Johannes 19:15; Jesaja 53 : 7 met Lucas 23 : 8-9;

Jesaja 53 : 9 met Mattheus 27 : 57-60

i. Zijn opstanding
Vergelijk: Psalm 16 : 10 met Lucas 24 : 1 - 3 en Efeze 4 : 8:

Jona 1 : 17 met Mattheus 12 : 39-40:

“En de Here beschikte een grote vis om Jona in te slokken; en Jona was in het ingewand van de vis drie dagen en drie nachten”.  Jona 1:17

“Maar Hij antwoordde hun en zeide: Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jona, de profeet. Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten”.  Mattheus 12:39-40

Uit deze eenvoudige studie blijkt overduidelijk dat de heilige Geest de inspirator van de schrijvers is geweest, niet alleen de inspirator maar zelfs de letterlijke bron van alle profetieën.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.