Openbaring aan Johannes.(13-22)

Openbaring aan Johannes.
(Herziene versie 24 juli 2003)

Hoofdstuk 13
Het beest dat uit de zee opkomt
Openbaring 13:1 De zee stelt hier typologisch de revoluties en het rumoer van de volken voor (Psalm 65: 8). Het beest, dat uit de golven van de zee opkomt, met tien horens en zeven koppen, gelijkt op de draak uit Openbaring 12, maar beeldt hier het a.s. “Herstelde Romeinse Rijk” uit, dat zijn macht ontleent aan de duivel, de oude slang. Het is te verwachten dat in een niet al te verre toekomst een volkerenorganisatie, bestuurd door tien koningen of dictators, zal ontstaan. Dit beest komt overeen met het vierde dier in Daniël 7: 7: ’Het zal in zijn regering vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk zijn en met grote, ijzeren tanden iedere tegenstander vermalen.’ Het zal het wereldrijk zijn van het einde.

In Daniël 7: 2-6 zag de profeet vier dieren, namelijk een leeuw (het Babylonische Rijk), een beer (het Medo-Perzische Rijk), een luipaard (het Griekse Rijk) en het vierde dier, dat tien hoornen droeg, het herstelde Romeinse Rijk. Het zal het geweldige Staatsbeest zijn van de eindtijd.

In dat laatste Beest zijn al de dieren uit het verleden vertegenwoordigd.*

* Niet alleen zullen we karakter-kenmerken van alle “dieren” uit het verleden terug vinden in het “beest” maar óók de slechte karaktertrekken van b.v. Napoleon, Stalin, Lenin, Hitler, Saddam, Arafat, enz. Ook zal de antichrist de leider van een totalitair systeem zijn, een systeem dat men bij wijze van spreken tot in de slaap zal regeren. Van alle dictators door de eeuwen heen zal deze komende man de meest gewelddadige zijn, zijn meester, de satan, zal alles op alles zetten de wereld en haar inwoners te vernietigen en dan wel speciaal het volk Israël. De satan weet dat z’n tijd kort is en wee de mensen die tijdens deze periode op aarde zullen leven.

Het herstelde Romeinse Rijk zal al de karaktertrekken van de drie dieren bezitten: verscheurend en brullend als een leeuw, listig en onberekenbaar als een beer, wreed als een luipaard. Het laatste wereldrijk zal dus in zijn regering wreder en harder en onvoorspelbaarder zijn dan de voorafgaande wereldrijken. Dit is dus het Beest, geschetst in Openbaring 13: 1. Het zal een staatkundig monster zijn, geheel en al doortrokken van de geest van de komende antichrist, die aan het hoofd van dat ’Verenigd wereldrijk’ zal staan. Wij zien in onze dagen hoe Europese leiders zich verenigen om tot een Statenbond te komen, die zich uiteindelijk tot een wereldmacht zal ontwikkelen. In vers 1 vinden wij het Beest en zijn Hoofd vereenzelvigd het Herstelde Romeinse Rijk en zijn heerser zullen één zijn in verdorvenheid.

Wanneer er dus in Openbaring 13:1-10 wordt gesproken over het Beest (het is de Heilige Geest welke het monster die naam geeft) denk zowel aan het Rijk als aan zijn Leider; beiden staan onder totale invloed van satan, want de Draak geeft hun zijn kracht en zijn troon en zijn grote macht. Het Beest had zeven hoofden en tien gekroonde hoornen. Wanneer u nu Openbaring 17 opslaat, ziet u, dat in vers 3 van hetzelfde Beest wordt gesproken;

De zeven hoofden zijn de zeven elkander opvolgende regeringsvormen van het Romeinse Rijk in de loop der tijden. In de dagen van Johannes op Patmos waren vijf van deze regeringsvormen reeds voorbijgegaan, terwijl één, zoals wij weten, de keizerlijke, nog bestond. (Denk aan de keizers Nero, Diocletianus e.a.) In Johannes’ dagen bestond dus de zesde regeringsvorm.

Daarna is het Romeinse Rijk ineengestort,, maar het zal weer in de zevende vorm verschijnen met een Statenbond van tien koningen (dictators of presidenten) en dan slechts korte tijd blijven (Openbaring 17: 10), om daarna plaats te maken voor de achtste regeringsvorm, waarvan de staatkundige antichrist het hoofd zal zijn (H. C. Voorhoeve.

’De gehele aarde ging het beest achterna” vol verbazing zal de wereld uitroepen: “Het oude Romeinse Rijk is weer hersteld, hoe wonderbaar!”  En zij zullen de draak aanbidden en het beest (vers 4).

De zeven hoofden (Openbaring 13:1) beduiden dus zeven elkander opvolgende regeringsvormen (Openbaring 17: 10) en tegelijkertijd ook de zeven heuvelen, waarop de stad Rome is gebouwd (Openbaring 17:9). We zullen daar later verder op ingaan. Houdt vast dat Openbaring 13: 1 spreekt van het Romeinse Rijk, dat straks in nieuwe vorm hersteld zal worden, en tegelijkertijd van zijn leider, de antichrist. De zeven hoofden laten ons de zeven bergen zien waarop Rome gebouwd is, waardoor wij begrijpen dat we hier te doen hebben met het Romeinse Rijk; en de tien hoornen (een hoorn betekent ’Macht’) zijn tien vorsten of leiders, die samen een bondgenootschap vormen (zoals we dat nu reeds zien in de Europese Unie), en straks voor korte en onbepaalde tijd zullen heersen.

De antichrist treedt later op als hoofd van de achtste regeringsvorm, en zal alle vroegere staatshoofden in dat rijk onderwerpen. In gruwelijkheid zal hij zijn voorgangers overtreffen, ofschoon ook deze wel in de voetstappen van de oude keizers zullen treden, die de christenen vervolgden en bovenmate wreed behandelden. De staatkundige antichrist, de a.s. werelddictator, die duizendmaal vreselijker zal zijn in zijn wezen dan zijn voorlopers: de koning van Babel, Napoleon, Mussolini, Hitler of Stalin, zal een incarnatie zijn van de duivel zelf (vers 2).

Zo als onze Here Jezus zich openbaarde als de God-mens aan de wereld zal de antichrist zich vertonen als de satan-mens. Er zal in die dagen ook een satansaanbidding zijn, evenzo van het beest. Gedurende 42 maanden, drieëneenhalf jaar, zal het beest regeren. Als God er geen einde aan zou maken, zou geen mens in leven blijven. Onze Here Jezus sprak van deze gruwelijke tijd:

’Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden’ (Matth. 24: 21, 22).

We denken hier ook aan de dreigende atoomoorlogen en wat ons in deze verbijsterende tijden nog meer wacht uit de lucht... De wereld zal dan in een wanhopige toestand verkeren. De Gemeente van Here is weggenomen met de Heilige Geest * en de mensheid staat op het punt economisch en zedelijk ten gronde te gaan.  Ieder strekt de handen uit, niet naar God, maar naar de ’sterke man’, die orde in de chaos zal brengen. Ook de tien koningen zullen onmachtig blijken te zijn tegen de groeiende chaos in de wereld: oproeren, hongersnoden, verdierlijking onder de mensheid.

* De gedachte dat de Gemeente van Christus vóór de grote verdrukking wordt weggenomen heeft niet bij elke Bijbeluitlegger ingang gevonden. Zo denkt de ene dat de Gemeente een deel van de Grote Verdrukking moet meemaken terwijl anderen er rotsvast van overtuigd zijn dat de Gemeente de gehele Verdrukking zal ondergaan maar daar geen schade van ondervinden, men voert dan als voorbeeld (type) het volk Israël in het land Goosen tijdens de tien plagen die over Egypte heen gingen. Verder moeten we heel goed beseffen dat de Grote Verdrukking in feite niets anders is dan de Grote Benauwdheid van Jacob, dit zou wel eens kunnen betekenen dat het volk Israël er in de eerste instantie mee te maken krijgt. Wel moeten we bedenken dat de natuurrampen die tijdens deze periode over de aarde gaan de heidenen ook zullen treffen. Kortom; het is nog niet geheel “zonneklaar” hoe, waar en wanneer we de “opname der Gemeente” in de profetieën moeten plaatsen.

Dan komt hij, de zgn. “Kleine hoorn” uit Daniël 7, die echter grote woorden zal spreken en godslasteringen tegen de Here  God en Zijn navolgers.

Een door en door bedorven en listig  wezen, doortrapt in slechtheid; een geniale bedrieger, vervuld van kennis en wetenschap, op ieder terrein, door iedereen gevreesd, maar toch door miljoenen aanbeden. ’Hem werd gegeven om tegen de heiligen ( de bekeerde Joden en niet-joden, die dan op aarde zullen leven) oorlog te voeren en hen te overwinnen”. Geen sterveling schijnt hem in die dagen te durven trotseren uitgezonderd de trouwe gelovigen, die zich liever laten onthoofden dan zich voor deze boze geest neder te buigen. Uit de Openbaring 13:6-7 blijkt de grote Christushaat van de antichrist, zoals ook zijn naam uitdrukt. Hij zal ook de gehele wereld aan zich onderwerpen.

Openbaring 13:10 luidt in de vertaling Prof. Brouwer: 
“Indien aan iemand gevangenis is beschoren  hij gaat in de gevangenis. Hierin bestaat de lijdzaamheid der heiligen, namelijk dat zij zich, in navolging van hun Meester, als een lam ter dood laten brengen”.

De antichrist zal dus als universele machthebber over de wereld regeren, in de dagen als de grote Tien Statenbond (het herstelde Romeinse Rijk) gevestigd zal zijn. De Gemeente zal dan al opgenomen zijn, want zij zal deze verdrukking onder de antichrist niet meemaken. Wij, die op dit moment leven in het Filadelfia tijdperk (Openbaring 3:7-13), verwachten de wederkomst van de Here.

’Omdat gij het woord bewaard hebt, om standvastig op Mij te wachten, zo zal Ik u ook bewaren voor de ure der verzoeking die over de ganse aarde komen zal.’

Dat wil dus zeggen, dat de Gemeente Gods, die de wederkomst van de Here in gehoorzaamheid en zelfverloochening heeft tegemoet gezien, ten hemel zal worden opgenomen voor dat de Grote Verdrukking onder de antichrist over de wereld zal komen. Hoe dringt ons dat, om onze lampen gereed te houden en onder leiding van de Heilige Geest te te wandelen in het licht.

Het beest uit de afgrond
In vers 11 zien wij een “ander beest” opkomen, nu uit de afgrond. Waar de antichrist, het hoofd van de toekomstige volkerenorganisatie, opstijgt uit de revoluties der wereld en dus een zoon van zijn tijd zal zijn, zien wij zijn collega, eveneens toegerust met de macht van de draak, opkomen uit de aarde, of afgrond, de woonplaats van satan. Misschien is het tweede beest in zijn valsheid en sluwe list nog vreselijker en gevaarlijker dan het eerste. Zij, die een masker van schijnheilige vroomheid dragen, zijn voor oprechte mensen meer te duchten dan iemand die bruut optreedt.

Waar de leider van het Romeinse Rijk optreedt in zijn brutale aanmatiging, zien wij de ’valse profeet’ verschijnen als een pseudo-messias, die, omdat hij volgens veronderstelling van velen, een Jood zal zijn uit de stam van Dan (Genesis 49: 16-17) door de Joodse staat als koning zal worden aangenomen.

In genoemd Bijbelgedeelte profeteert Jakob van zijn zonen. Hij noemt Dan een richter of dictator, en een slang aan de weg, ’bijtende de hielen van het paard, zodat zijn berijder achterover valle.’ Velen zien hierin een profetie over de valse profeet uit de stam van Dan, die zich in de dagen van het Romeinse Rijk tot “messias” zal laten verheffen. Omdat deze dingen nog in de toekomst liggen, mogen wij ons niet in speculaties of fantasieën verliezen; toch lijkt deze uitlegging onder vele andere, de meest aannemelijke. De Joden zullen hem als hun koning aannemen en hem als de langverwachte Messias aanbidden. Hij draagt twee horens als die van het Lam... maar hij zal spreken als de draak. Een monster van huichelarij dus. Zoals Johannes de Doper wees op het Lam Gods, zal de valse Messias wijzen op de staatkundige antichrist, als de verlosser der  mensheid. Hij zal propaganda voor hem maken op succesvolle wijze. Wonderen en tekenen zal hij doen* en daarin trachten de ware, Messias na te bootsen (2 Timotheüs 2: 9). Het bedrogen en ongehoorzame Joodse volk zal in hem geloven. Hij zal, evenals de antichrist, een mens zijn, maar helemaal bezeten door de duivel.

Waarschijnlijk zal zijn optreden tegelijk met - of even na de komst van de antichrist  zijn. Hij zal een genie zijn van religieuze aard en beschermer van het occultisme. Openbaring 13:14-15 vertellen ons, dat hij voor de antichrist een beeld laat maken, dat spreken kan en aangebeden moet worden. In Daniël 3 lezen wij, hoe koning Nebudkadnezar, als voorloper van de antichrist, de eis stelde, dat ieder, die zijn beeld niet wilde vereren, gedood zou worden. Hetzelfde zal gebeuren in de dagen van de antichristelijke Grote Verdrukking (Openbaring 13:15). Ook dan zullen er, evenals in de tijd van Daniël, oprechte gelovigen zijn, die zich liever laten onthoofden, dan het beeld van het beest te aanbidden. Het Babel van voorheen is een afschaduwing (Type) van het komende Babylon, de verwarde religieuze toestand onder de mensen, waarvan we nu reeds een begin zien. [betekenis van Babylon is: ’verwarring’]

De valse profeet zal dus volgens vele Schriftuitleggers vermoedelijk een Jood zijn uit de stam Dan en straks koning van Israël. Het is eigenlijk ondenkbaar, dat de Joden een niet-Jood tot hun vorst zullen kiezen. Zij zullen hem als de langverwachte Messias aan bidden. Misschien zal zijn optreden zijn in ’t begin van de 70e Jaarweek, kort na de opname der Gemeente, en zal hij bondgenoot zijn van de antichrist, voor wie hij op allerlei wijze propaganda zal maken. Het beeld, dat hij voor zijn vriend zal laten maken, zal kunnen spreken. In het beeld, dat Mussolini eens in Rome voor zich liet oprichtten was in het reusachtige hoofd een luidspreker opgesteld, die zijn stem over de gehele stad deed horen en de bevelen van de heer en meester aan het volk over bracht.

Men kan ook denken aan een in het beeld inwonende boze geest, want Openbaring 13:15 zegt ons: “De valse profeet is in staat het beeld een geest te geven, die spreken kan.”

* We moeten erg beducht zijn op de wonderen en tekenen die men ons tegenwoordig voorschotelt want zonder we er erg in hebben kunnen we van “christelijke wonderen” overgaan naar de antichristelijke en occulte wonderen. De kans is heel reëel aanwezig dat extreme pinkstergroepen in Europa in handen vallen van bedenkelijke leiders want vanuit Amerika waaien steeds weer opnieuw de “wonder-lijke” dingen naar ons toe. Eérst zag men “engelen”, toen “groeiden benen aan”, daar “viel men in de geest” of werd er gelachen en gebruld “in de Geest”. Dezelfde “evangelisten” verkondigen tegenwoordig weer een nieuwe, bijna rechtsfascistische, leer die ook weer duizenden christenen in opperste verwarring brengen. Gemeenten scheuren door het toedoen van deze mensen die er persoonlijk miljoenen guldens aan verdienen en dus beschouwd mogen worden als Herders die zichzelf weiden en de schapen slachten voor hun eigen consumptie. Men claimt doden opgewekt te hebben, kanker te kunnen genezen en trauma’s in seconden weg te werken. Het valt op dat de opgewekte doden allemaal heel ver weg wonen, dat kanker schijnbaar alleen maar in Azië geneest op commando en dat hier “te weinig geloof is voor zo’n wonder”. Persoonlijk geloof ik liever dat men op tournee in Azië en Amerika vertelt dat door hun toedoen in Europa doden worden opgewekt.

De antichrist zal waarschijnlijk zijn bevelen tot de wereld rechtstreeks richten door een satansengel. Satanische uitvindingen zullen in die dagen een hoge trap bereikt hebben en het occultisme zal de wereld overheersen. Men veronderstelt, dat onze Heer doelde op dit beeld, toen Hij sprak van de gruwel der verwoesting, welke in de tempel te Jeruzalem zal geplaatst worden (Mattheus 24: 15). In de eerste drieëneenhalf jaar van de komende 70e Jaarweek zal deze koning van Israël, de valse profeet, zich beminnelijk ten opzichte van het volk gedragen, maar in de tweede helft zal hij zich als een werktuig van de duivel openbaren (Daniël 9: 27). Hij zal dan de Joodse eredienst laten stoppen, de tempel ontheiligen en de gruwel  der verwoesting (het beeld van de antichrist) er in plaatsen (2 Thessalonicenzen 2:3-4). Waarschijnlijk zal de tempel door hem herbouwd worden, in de eerste helft van de 70e Jaarweek, om het Joodse volk voor zich te winnen. De ontmaskering van deze valse Messias zal waarschijnlijk de aanleiding zijn tot de bekering van duizenden Joden tot de ware Messias. Zij zullen zien, dat zij met hun “koning” verkeerd zijn uitgekomen en diep berouw voelen, wat zich na de slag van Armageddon zal uiten (Zacharia 12:10).

In Ezechiël 21:25-26 lezen wij een profetie over deze valse profeet en koning: “En gij, onheilige, goddeloze vorst van Israël, wiens dag komt ten tijde van de eindafrekening, zo zegt de Here Here: ’Neem weg die tulband, zet af die kroon! Zo zal het niet blijven!’

En in Jesaja 30:33:
’Want reeds lang is een brandstapel bereid, ook die is voor de koning gereed gemaakt... de adem des Heren steekt hem in brand als een stroom van zwavel.’

Zoals de christenjoden in het jaar 70, de dagen van de verwoesting van Jeruzalem, vluchtten naar Pella (Petra in Jordanië), en daar behouden zijn, volgens de raad des Heren (Mattheus 24:1-22), zullen de gelovige Joden (144.000) een veilige plaats vinden in de woestijn, misschien de Negeb-woestijn of de rotsstad Petra (Pella) (Openbaring 12), buiten het bereik van de slang.

De draak, geïncarneerd in de antichrist en de valse profeet zal zich daarna keren tot de overige mensen, die de Here Jezus liefhebben, nl. de gelovigen uit Joden en heidenen, die zich later tijdens de Grote Verdrukking bekeerd zullen hebben; hetzij door de twee getuigen, hetzij door de zendingsactie der 144000 verzegelde Joden.

Maar waarschijnlijk ook door de louterende lijdensweg, die zij moeten gaan. Openbaring 13 geeft de indruk, dat het hoofd van het Romeinse Rijk, dus de gevreesde antichrist, sterk beïnvloed wordt door zijn handlanger, de valse profeet en dat deze het wint in satanische sluwheid. Het is ook de laatste, die het zgn. merkteken uitdenkt op rechterhand of voorhoofd (misschien de “Veri Chip” welke operationeel is en feilloos werkt!), waarvan het nummer op de rode band om de arm, in de dagen der Japanse overheersing, of het Duitse hakenkruis van Hitler op de voorklep van de petten en rechterarm, voorlopers waren. Zoals ieder, die dat teken niet wilde dragen, toen de gevangenis inging, zo zal ’t zijn in de dagen van de antichrist. De gelovigen, wiens namen geschreven zijn in het Boek des Levens, zullen weigeren het teken van het beest te dragen. Deze weigering sluit in, dat zij de antichrist niet als God zullen willen aanbidden. Daarom mag, of kán, geen enkele winkel hun iets verkopen, zelf handel drijven kunnen zij ook niet, zodat zij gedoemd zijn met hun gezin te verhongeren. Daarvan was de ’distributie” in de tweede wereldoorlog een voorloper. Niemand mocht immers iets kopen zonder zegel, het gestempelde briefje van de overheid. Als vogelvrij verklaarden en uitgestotenen zullen in die tijden de gelovigen verkeren tussen de godloze massa, indien zij niet gemarteld en onthoofd worden.

Het antichristelijk staatsbeest zal alleen mogelijkheden tot het kopen van voedsel en kleding uitreiken aan hen, die zijn merkteken dragen. Wie kan de angst en de gruwelen van het komende antichristelijke tijdperk beschrijven? Het zal boven alle beschrijving verschrikkelijk zijn. De Here zal die tijd verkorten. Slechts drieëneenhalf jaar zal dat regime duren, want in dat korte tijdsbestek zal een vierde deel van alle aardbewoners gedood worden (Openbaring 6:8). De verschrikking van de atoomdreiging zal het hare er toe bijdragen, dat miljoenen mensen in die dagen zullen omkomen.

Openbaring 19: 20 vermeldt, dat de antichrist en de valse profeet levend ter helle zullen varen (de vurige poel), door de hand van een rechtvaardig oordelend God. Het laatste vers van Openbaring 13 toont ons de getalswaarde van het beest: 666. Het is het getal van de mens, die nooit ’777’, het Goddelijk getal, kan bereiken, ondanks zij hoge vlucht in deze laatste tijden. Hoe hoog de mens ook meent op te klimmen in wijsheid en kennis, zijn getalswaarde blijft altijd beneden de Goddelijke. De belofte van satan eens aan Adam gegeven: ’Gij; zult als God zijn,’ zal nooit in vervulling gaan.

Hoofdstuk 14
De apostel aanschouwt hier weer 144.000 verzegelden op de berg Sion. Sommige zijn van mening, dat dit visioen de gemeente uit de heidenen voorstelt, maar er zijn anderen die enkele teksten aanhalen om te bewijzen dat men hier, voor de tweede maal, met de 144.000 Joden uit hoofdstuk 7 te doen heeft. Ook zijn er Schriftverklaarders die menen, dat hier van jong geboren kinderen sprake is, omdat, zo beweren zij, de verzen 4 en 5 getuigen van hun volkomen onschuld. De berg ’Sion’ echter doet ons aan Israël denken. Deze groep stelt de “eersteling-offers” (de eerste Joden die tijdens de Grote Verdrukking tot geloof zijn gekomen) voor (Openbaring 14:4) uit Gods oude volk, die zich tot de ware Messias bekeerd hebben. Ze zijn, zoals de Gemeente, rein door het Bloed van het Lam. Paulus zegt immers (2 Corinthe 11:2), dat hij de gelovigen als een reine maagd aan Christus hoopt voor te stellen. Dat wil dus niet zeggen, dat deze 144.000 baby’s of ongehuwde mensen zijn, we moeten dat geestelijk verstaan.

Ze zijn  evenals wij uit het mensdom gekocht door Jezus’ bloed. Vooral Zefanja 3:13 werpt licht over ’t feit, dat we hier met Israël te doen hebben, nl. de overgeblevenen van Israël; dus zij die in de laatste dagen leven. Zij zullen geen onrecht doen, geen leugen spreken en in hun mond zal geen bedrieglijke tong gevonden worden.

“Het overblijfsel van Israel zal geen onrecht doen noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedrieglijke tong gevonden worden, want zij zullen weiden en nederliggen, zonder dat iemand hen verschrikt.”  Zefanja 3:13

Vergelijk dit met Openbaring 14:5. Dat deze 144.000 niet de Gemeente zijn, lezen we in vers 3, waar laatstgenoemde een nieuw lied zingt, voor de troon, de vier dieren en de ouderlingen, dat zijn de vertegenwoordigers van de Gemeente die al bij de Here is. Hoe kan de Gemeente een lied zingen voor zichzelf? In vers 8 wordt gesproken van “Babylon.” Hiermee wordt bedoeld de komende antichristelijke wereldkerk, die zal bestaan uit afvallige christenen, wereldgodsdiensten en leden van de New Age Beweging; de Laodicea-kerk, welke Christus buitensluit en zichzelf een naam maakt. Lees: Openbaring 3:14 e.v. zoals men in ’t oude Babylon zich overgaf aan zondige toverij en zich een toren bouwde, die tot de hemel zou reiken, zo zal deze afvallige wereldkerk een gruwel zijn in Gods ogen. Zoals Satan en Adam vielen door hoogmoed, zal deze soort van geestelijke tempel ondergaan. Met ’hoererij’ wordt, wanneer het over gemeentelijke aangelegenheden gaat, steeds de afval van de ware Heer bedoeld. Het is geestelijke echtbreuk.

Openbaring 14:9-11 spreekt van de vreselijke straf, die de afvalligen en verloochenaars van Christus wacht, in de eeuwigheid, vooral de godlozen die het Beest aanbidden. In vers 12 en 13 worden de martelaren uit de Grote Verdrukking geëerd. Zij weigerden te knielen voor de antichrist en te heulen met hen, die hun Heiland verloochenden; hun volharding, tot de dood toe, wordt in de hemel bezongen en geprezen.

Hoofdstuk 15
Het lied der overwinnaars
Hier zien wij (Openbaring 15:2-4) de gehele gemeente Gods’ in de heerlijkheid. Hoe verwonderlijk is dat hoofdstuk 15. De zee van glas, met vuur gemengd, duidt aan de heilige Heiligheid van de Geest van God. Wij zien de Gemeente vergaderd aan de zee van kristal, alle overwinnaars uit alle eeuwen, die trouw zijn gebleven tot de dood. Zij, die leefden ónder het oude verbond en ín hoop van de komst van de Messias, zingen het gezang van Mozes. De kinderen Gods uit het nieuwe verbond jubelen het lied van het Lam, in volslagen eenheid en liefde. Allen tezamen aanbidden de ’Koning der heiligen.’

Hoofdstuk 16
De zware plagen van Gods gramschap
Dit hoofdstuk spreekt van Gods straffen over de ongehoorzame mensen, die zich aansloten bij de antichrist. De gelovigen in die dagen, zij die tot geloof gekomen zijn tijdens de Grote Verdrukking, treffen deze oordelen niet (Openbaring 16:2). Dit doet ons denken aan Goosen:

“En Mozes strekte zijn hand uit naar de hemel, en er was gedurende drie dagen een dikke duisternis in het gehele land Egypte. Gedurende drie dagen kon niemand een ander zien, noch van zijn plaats opstaan; maar alle Israëlieten hadden licht, waar zij woonden.”  Exodus 10:22-23

Zij, die God van harte dienden, bleven voor de plagen gespaard. Het is niet in te denken dat Gods kinderen, voor wie Christus geoordeeld is, hun tongen moeten kauwen van pijn (Openbaring 16:10-11). Gods oordeel treft waarschijnlijk de residentie van de antichrist, waardoor diens heersersmacht wordt aangetast. Niemand wordt echter door dit oordeel bekeerd. De verzen Openbaring 16:12-16 wijzen op de grote eindslag te Armageddon aan, welke beschreven is in Openbaring 19.

Megiddo is een stadje aan de voet van de Karmel en ligt in een vallei, de vlakte van Jizreël. Daar in die vlakte, ten noorden van Israël, zal het eindgericht over de volken plaatshebben (Lezen: Joël 3:12-24). Dit zal gebeuren wanneer de legers zich zullen verzamelen tegen Jeruzalem, aan ’t eind der Grote Verdrukking, door de Here Jezus  voorzegd.  Hier over kunnen wij lezen in Joël 3: 9-12:

’Maakt u op en komt, alle volken van rondom en verzamelt u. Doe, o Here, uw helden daarheen afdalen.’

Dit laatste wijst op Openbaring 19:11-16. Christus, de Here, zal in het “uur der wrake” van de hemel nederdalen en de heerscharen, die in de hemel zijn (d.w.z. de reeds opgenomen Gemeente), volgen Hem op witte paarden gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. Die witte klederen wijzen, volgens Openbaring 19:8, op de rechtvaardige daden van Gods heiligen. Lees ook Zacharia 12 en 14, i.v.m. deze tweede komst van Christus. Wij zullen dit later in ’t bijzonder behandelen. De achtergrond en beweegredenen van deze strijd zijn de opstand van de antichristelijke volken tegen de Here persoonlijk (Openbaring 19: 9).

De strijd van het beest en zijn aanhangers  is een strijd tegen Christus Persoonlijk. Openbaring 16:12 spreekt van het opdrogen van de rivier de Eufraat. Deze grote rivier, die o.a door Irak stroomt en daar min of meer parallel aan de Tigris loopt, vormt de grens tussen Oost en West. Het avondland is aan het tanen en het morgenland komt overal tot ontwaking en schudt het westerse juk af. De opdroging zal zéér waarschijnlijk letterlijk plaats vinden, zoals in de dagen van koning Darius de Meder, in de dagen van Daniël. De Eufraat was één der grensrivieren van het Paradijs (Genesis 2:14). Openbaring 9:13-15 laat ons zien, hoe daar wordt gesproken van de vier gebonden engelen, bij de Eufraat, die bij hun loslating een miljoenenleger oproepen. Één en ander staat in nauw verband met het hedendaagse ontwaken van oosterse volken en hun opstand tegen het Westen. Zoals wij weten heerst er in het Midden-Oosten voortdurend onrust.

Armageddon zal de verzamelplaats zijn van alle denkbare menselijke slechtheid, en haat tegen God en Zijn Gezalfde, zoals wij dat nu al zien in totalitaire landen (o.a. China waar men niet meer mag samenkomen in huisgemeenten, Arabische landen waar men gedood wordt als de Islam wordt afgezworen).

Openbaring 16:13 spreekt van de drie onreine geesten, die uit de monden van de valse drie-eenheid zullen komen. nl. uit de bek van de draak, het beest en de valse profeet. Ze zijn geesten van demonen, die tekenen zullen doen. De wereld zal in die dagen vergiftigd zijn van bijgeloof, tovenarij, spiritisme en satansaanbidding. In Openbaring 16:15 is sprake van de tweede komst van onze Koning en Heer (zie: Openbaring 19) met al de Zijnen en geheel onverwacht. ’Zie, Ik kom als een dief.’ De wereld wordt nog een keer gewaarschuwd. Onder de “koningen van de opgang der zon” moeten we vooral China verstaan. Dat volk zal straks nog een grote rol in het Midden-Oosten spelen*. Omdat de opdroging van de Eufraat hun een weg moet banen, schijnt dit te wijzen op een groot Aziatisch pact met alle in Azië wonende rassen.

* Met ingang van 1 juli 1997 is de stadstaat Hong Kong in handen van de Chinese Volksrepubliek gekomen die daarmee een inkomsten bron heeft verworven. Het valt de “wereld” niet op maar de teruggave van Hong Kong valt precies binnen de profetische lijnen. Als we alleen al denken aan de enorme technologie die China met de overdracht in de schoot is geworpen moet het ons wel duidelijk worden, daarnaast heeft de industrie in Hong Kong een enorme ervaring en capaciteit op elk gebied. Dit gaat van kleding tot de meest geavanceerde elektronica, daarbij is er een enorme “vijver” van zeer hoog geschoold personeel in deze stad te vinden. Als we bedenken dat Hong Kong de technologie kan leveren en het vaste land van China werkkrachten beseffen we dat China in heel korte tijd supermoderne wapens kan bouwen en verkopen aan andere Aziatische landen, vooral omdat China op dit moment al één van de grootste wapenleveranciers is.

Daarbij komt nog dat Korea, Taiwan en Japan ook op een zeer hoog technische niveau staan en de gehele Aziatische wereld in korte tijd een zeer geavanceerd leger op de been kan brengen. Eigenlijk is het wachten alleen maar op het droogvallen van de Eufraat.

’Het Zoeklicht’ schreef: Wij geloven niet, dat het ooit zal komen tot de totale ondergang van het Avondland, doch zeker is ’t, dat de christelijke wereldmacht van het Westen haar einde nadert. Een geheel andere wereldorde is op komst, de antichristelijke wereldorde der toekomst. Weldra zullen ’de tijden der heidenen’ ten einde zijn. Na de opname der  Gemeente zal Jezus’ Naam niet langer genoemd mogen worden. Br. Joh. de Heer schreef eens: Amerika, het land van de dollar, zal zeker voorgaan in de Godsoordelen. Het land van de wolkenkrabbers bevat wel veel godsdienst (gelukkig maar), maar ook ontzettend veel misdaad en corruptie. Dat de schaduwen diep en dreigend hangen boven Amerika geloven wij ook.

Openbaring 16:19 profeteert o.i. niet alleen van de antichristelijke kerk doch misschien ook van Amerika: ’En de grote stad is in drie delen gescheurd en de steden der heidenen (niet-joden) zijn gevallen,’ enz. Alles wat wij nu zien aan rampen en catastrofes, zal in het antichristelijke tijdperk blijken slechts kinderspel te zijn geweest.”

Hoofdstuk 17
De vrouw op het beest
Een vrouw stelt in de Heilige Schrift steeds een geestelijke macht voor, ten goede of ten kwade. De vrouw uit Openbaring 17 heeft haar residentie in de stad der zeven bergen, zij is rijk, en bekleed met purper en rijke sieraden. Het Romeinse Rijk zal (Openbaring 17:3) weer een grote rol spelen in de toekomst en de stad Rome ontvangt wereldmacht. Er is geen geestelijke macht ter wereld behalve Rome, die zoveel contacten heeft met de koninkrijken der aarde. Daar komt bij dat in de Westerse Wereld de Rooms Katholieken ruim vertegenwoordigd zijn in de regeringen en de politieke partijen, denk maar eens aan Nederland waar de protestanten zich doormiddel van het CDA verkwanseld hebben aan Rome.

De Katholieke Kerk zal een sterke invloed uitoefenen op de komende Statenbond van tien leiders, de tien hoornen van het beest. Deze geestelijke, overheersende macht, wordt hier getekend als een vrouw, gezeten op het beest, als een ruiter die het paard bestuurt naar zijn wil. Deze vrouw is niet de antichrist, en evenmin de valse profeet, maar een geestelijke, kerkelijke macht, die de koningen der aarde naar haar hand zal zetten. Er komt over de tien landen een drukkend staatssysteem waarvan Rome de geestelijke toon zal zetten. Afvallige protestantse kerken, occulte sekten, enz., dwaalleraars van allerlei aard, zullen zich nauw aansluiten bij het regime van de vrouw en heulen met de antichristelijke staat. Het komende herstelde Romeinse Rijk zal zich onder deze beide grootmachten moeten buigen.

In Openbaring 17:16 lezen wij, dat het rijk van de vrouw niet van lange duur zal zijn. De antichrist zal als alleenheerser uiteindelijk geen kerk naast zich accepteren. Hij wil dat hij zelf als God wordt aanbeden. Opgehitst door deze staatkundige wereldheerser, zullen  de tien koningen de valse kerk haten en vernietigen.

Laten wij bij de studie van dit hoofdstuk vooral niet vergeten, dat zowel het komende herstelde Romeinse Rijk, als de antichrist, in de Schrift ’Beest’ genoemd worden. Zij vormen één afschuwelijke eenheid in slechtheid en terreur. De vrouw wordt een ’ontuchtige’ genoemd (Openbaring 17:1-5). Ze is een type van de afvallige, Christus verloochenende kerk; zoals een vrouw welke haar wettige echtgenoot verlaat, een ontuchtige wordt genoemd.

Het scharlakenrode beest, dat bedekt was met godslasterlijke namen, waarop de vrouw zat, is niet anders dan het Romeinse Rijk in zijn laatste vorm. De zeven koppen beduiden de zeven achtereenvolgende regeringsvormen van het Romeinse Rijk uit vorige eeuwen. Vergelijk: Daniël 7.

In de dagen van Johannes waren vijf van deze regeringstijdperken voorbij gegaan, hij leefde in het zesde. Nadien is het Romeinse Rijk ineengestort. Het zal weer herrijzen in de zevende vorm onder een statenbond van tien koningen en slechts korte tijd bestaan (Openbaring 17: 10). Dit is het ’beest dat was en niet is (in Johannes’ tijd) en toch zal komen’ (Openbaring 17:8).

Openbaring 17:5 spreekt over het grote Babylon, de afvallige wereldkerk, waarvan de ontuchtige vrouw het beeld is. Onder haar leiding zal het bloed vloeien van de heiligen en van Jezus’ getuigen, zoals het steeds geweest is vanaf de dagen van Christus, en zo zal blijven tot het einde.

De Gemeente des Heren (zij die wedergeboren, tot bekering gekomen zijn) heeft altijd ’t meest geleden onder de haat van ’godsdienstige” mensen. Het Beest beduidt dus zowel het Romeinse Keizerrijk in zijn laatste vorm, als zijn geniale leider: de antichrist. De vrouw is de afvallige “Wereldkerk van de toekomst”, een kerk waarin elke vormt van godsdienst (en satansdienst) een onderdak zal vinden. De valse profeet is hoogstwaarschijnlijk de valse messias-koning, die aan de zijde van de staatkundige antichrist de staathuishoudkunde zal leiden (Openbaring 13: 16-17). In Openbaring 17:8 lezen we verder over het Romeinse Rijk. Hoe de goddelozen zich over zijn herstel verbazen, maar ook hoe de gelovigen, die zich na de opname op aarde bevinden, in het geheel niet verwonderd zijn, daar hen dit bekend was uit de Schrift.

De zevende regeringsvorm begint dus onder de tien koningen, nadat het Romeinse Rijk vele eeuwen ontbonden is geweest, maar ook die regering zal niet goed zijn in de ogen van het volk. Zij zoeken zich een leider naar hun hart, een werelddictator, die, naar zij denken, hun wil zal doen; de ’sterke’ man waar de wereld reeds sinds vele jaren om roept. Maar ze zullen bitter teleurgesteld worden.

Daniël 7:7-8 spreken duidelijke taal:
“Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten; en dit dier verschilde van alle vorige, en het had tien horens. Terwijl ik op die horens lette, zie, daartussen verhief zich een andere kleine horen, en drie van de vorige horens werden daarvoor uitgerukt; en zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak.”

Het vierde dier is het harde, meedogenloze Romeinse Rijk in zijn laatste vorm, met een statenbond van tien koningen, die korte tijd zal aanblijven. Tijdens die korte regering treedt een kleine hoorn op waarschijnlijk een man uit het volk of het hoofd van een kleine, onbetekenende staat. Deze ’kleine hoorn’ (Zie: Daniël 7: 23-25) zal grote woorden spreken tegen de Allerhoogste en de heiligen des Allerhoogste zal hij vervolgen. Tijden en wetten zal hij veranderen, want zij zijn in zijn hand gegeven (hieruit blijkt dat hij wereldheerser zal zijn). Hij zal regeren een tijd en tijden en een halve tijd, d.w.z. drieëneenhalf jaar. Deze geweldige ’kleine hoorn’ zal drie van de koningen verslaan en zichzelf tot achtste koning opwerpen. Met hem begint de achtste en laatste regeringsvorm van het Romeinse Rijk. In één uur tijd (misschien tijdens een conferentie, Openbaring 17:12-13) onderwerpt hij deze vorsten en neemt zelf de algehele leiding.

Zij waren waarschijnlijk wel gekroonde staatshoofden, maar ontvangen nu van de antichrist een nieuwe aanstelling of functie. De zeven koppen (Openbaring 17:9) wijzen niet alleen zeven regeringsvormen van het Romeinse Rijk, maar ook de zeven bergen waarop de vrouw zit. Omdat de stad Rome op zeven heuvels is gebouwd, wordt hier nog eens duidelijk aangetoond dat men met ’t Romeinse Rijk te doen heeft en dat Rome weer als wereldstad zal schitteren, tenzij de Katholieke Kerk het Vaticaan zou verlaten en zich b.v. in Jeruzalem zou vestigen.

Herhaaldelijk wordt in dit hoofdstuk gesproken van de vervolging van de gelovigen die dan op aarde zullen zijn, vreselijk zal de antichrist tegen hen woeden in die korte periode van 3½ jaar. Deze kleine hoorn is dus de antichrist, hoofd van het komende Wereldrijk (Herstelde Romeinse Rijk). Hij is het beest uit Openbaring 13:1-10. Onder zijn regering zal niemand de naam van Jezus meer durven noemen. Hij zal een vreselijke slachting aanrichten onder hen, die zijn merkteken niet willen dragen (Openbaring 13:16-17), en hem niet willen aanbidden.

Dit verschrikkelijke hoofdstuk besluit met een zegekreet van de zijde der gelovigen (Openbaring 17:14). Bij het eindgericht te Armageddon, waarover later meer, zal het Lam neerdalen met al Zijn heiligen (Judas 14-15) en Zijn vijanden verslaan (Openbaring 19:19-20). De antichrist wordt dus de achtste koning of keizer van het Romeinse Rijk. Het getal acht beduidt een nieuw begin, zoals de achtste dag het begin van een nieuwe week is.

Hij, de antichrist, zal nieuwe wetten maken in antichristelijke geest en een totaal nieuwe wereldorde stichten. In zijn goddeloze hoogmoed zal hij denken in Christus’ plaats te regeren, maar, zo staat geschreven: “Het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet.’ (Openbaring 19:20-21) Beiden werden levend geworpen in de ’poel des vuurs die van zwavel brandt’, want onze God is een Koning der koningen en een Heer der heren.

Hoofdstuk 18 en 19
De val van Babylon
Deze beide hoofdstukken beschrijven de val van Babylon, de antichristelijke wereld kerk van de laatste dagen, geleidt door de vrouw op het beest en de valse profeet. Babylon is de kerk die heult met de Christusvijandige staat en een golf van occultisme, afgoderij en dwaalleer over de mensheid zal doen gaan. Op dit moment zien wij al de contouren van die “kerk” in de Wereld Raad van Kerken die heult met alle wereldgodsdiensten. De zonden van bijgeloof, toverij, kaartleggen, helderziendheid, magie, waarzeggerij, het aanroepen van doden ( w.o. het aanbidden van “maria” en spiritisme), magnetisme, magische paddestoelen, “vallen en brullen in de geest”, al deze dingen zullen op grote schaal de wereld geestelijk vergiftigen. Want in een wereld waar God niet langer erkend wordt, zal de duivel meester zijn. Mens - en satansaanbidding zal er het gevolg van zijn.

Openbaring 16:13-14 toont aan dat de aarde straks ten tijde van de Grote Verdrukking vol zal zijn van satanische machten  geen wonder want de Heilige Geest met de Gemeente Gods zal dan boven zijn en satan met zijn trawanten op de aarde geworpen (Openbaring 12:12). De bekeerde Joden, heidenen en ’dwaze maagden’ in die dagen worden gewaarschuwd zich af te scheiden. ’Gaat uit van haar, mijn volk, dat gij niet haar zonden deelt, noch ook mede van haar plagen lijdt.’

Vreselijk zal Gods oordeel zijn over Babylon, de afvallige kerk, die Hem de eer niet geeft en de duivel plaats geeft in schijnvroomheid en valsheid.

’Door uw toverij werden al de volkeren verleid. En in haar werd bloed gevonden van profeten en heiligen en van allen die op de aarde zijn gedood’.   Openbaring 18: 24

Er zal een wereldgodsdienst komen die Christus buitensluit. Babylon, het afvallig christendom, wordt in deze beide hoofdstukken uitgebeeld als de vrouw op het beest en een stad, waarschijnlijk Rome, indien de zetel van “Petrus” naar een “stad” in Azië wordt overgebracht zal die de “geestelijke” hoofdstad van de komende wereldreligie worden:

’En de vrouw die gij zaagt is de grote stad die koningsmacht heeft over de koningen der aarde’   Openbaring 17: 18

De Bruiloft van het Lam
Openbaring 19:6 getuigt van heerlijke dingen. Dit gedeelte spreekt ons van de Bruiloft van het Lam. Zodra de Gemeente is opgenomen, volgt daar eerst de beoordeling van de werken die wedergeboren Christenen gedaan hebben. Onze goede, in de Here God, verrichte daden worden beloond, onze verkeerde werken verbrandt.

Dit oordeel, beoordeling, vindt dus plaats over de werken van christenen. Onze zonden zijn vergeven, ze zijn allemaal uitgewist door ’t bloed van Christus Jezus, maar het betreft hier het loon op onze daden of verwerping er van.

Daarna zag Johannes de hemel geopend en de Koning der koningen en Heer der heren in Zijn volmaakte  opstandingskleed, neerdalen op aarde, gezeten op een wit paard. (Dit witte paard duidt aan Jezus’ heilige overwinning over de machten der duisternis en is dus van geheel andere betekenis dan het witte paard van de antichrist uit Openbaring 6. Zijn kleed was in bloed gedoopt* en Zijn naam luidde: Het Woord van God.

* In Openbaring 19:13 lezen wij dat het kleed geverfd is in het bloed, althans in verschillende vertalingen. In de oude geschriften lezen wij “gedoopt” in het bloed, dus ondergedompeld. Het woord “geverfd” is sinds het ontstaan van de Roomse Kerk ingebracht, als het ware “in-vertaald” in de Bijbel, als het woord ondergedompeld gebruikt zou worden was men bevreesd dat “het gewone volk” over doop door onderdompeling zou nadenken.

Deze beschrijving van de Here Jezus Christus, Die Zijn leven gaf voor ons en op Wiens naam wij in eeuwigheid mogen vertrouwen laat ons zien dat Hij de overwinnaar op satan is. Hij is ’Het Woord ’ en de “Heilige Geest” en woont in ons met een onbegrensde, en zeer weinig begrepen kracht, welke volgens Efeze 1: 19 uitnemend groot is en rijk in heerlijkheid.

De tweede komst des Heren.
Voor de tweede wederkomst van de Here Jezus Christus zal éérst de Bruiloft des Lams plaatsvinden, vermoedelijk zullen de Joden (Israël) die tot het geloof in de Ware Messias gekomen zijn “huwen” met Christus. Dit “huwelijk” heeft al vele pennen in beweging gezet en is de oorzaak geweest van felle discussies omdat christenen zo graag de Bruid willen zijn. Er is een praktisch bezwaar aan de gedachte dat de Gemeente de Bruid zou zijn want de Here heeft zelf gezegd dat de Gemeente Zijn lichaam is en Hij het hoofd. Het is een onmogelijk voor Hem om met Zichzelf te trouwen dunkt me.

Tijdens het oude verbond heeft de Here God Zijn vrouw, Israël, wegens hoererij verstoten en volgens de Bijbel mag een gescheiden man of vrouw niet eerder weer hertrouwen dan de eerste man of vrouw gestorven is. Dat is ook hier het geval want Jezus Christus heeft op het kruishout door Zijn dood het oude verbond vervuld en is als man van Israël gestorven en dáárom mag en zal Hij binnen het nieuwe verbond dan ook met Israël trouwen!

En de legerscharen in de hemel, gehuld in blank, rein linnen volgden Hem op witte paarden. Hier worden niet de engelen beschreven, maar wel de volgelingen van de Here Jezus Christus. Deze ruiters dragen ’een fijn, wit linnen gewaad’ en wij lezen in Openbaring 19:8: “de Bruid werd gegeven  zich te kleden in glanzend, rein linnen. Het linnen namelijk zijn de goede werken der heiligen.’

Zij, die het eigendom van de Here Jezus Christus zijn, volgen hun Koning en Here, wanneer Hij neerdaalt om Zijn vijand te bestraffen. Het zwaard, dat uitgaat uit ’s Heren mond, is geen wapen van ijzer, het is het ’Woord Gods’, dat als een ijzeren roede de godlozen treffen zal. Wij merken hierbij op dat ook in 2 Thessalonicenzen 2:8 het volgende wordt voorspeld: “En dan zal de ongerechtige (de antichrist) zich openbaren, maar Jezus, de Heer, zal hem doden door de adem Zijns monds en zal hem vernietigen, als Hij verschijnt bij Zijn komst.”

Van zichtbare, menselijke wapens is hier geen sprake. De Here daalt met ons neer ten oordeel en Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg. Dat is dus de tweede komst van de Here. De eerste keer verschijnt Hij in de lucht, als het “hoofd” Die Zijn lichaam (de Gemeente) komt halen, de tweede keer als Koning en Here, samen met Zijn opgenomen Gemeente.

De eerste wederkomst staat vlak voor de deur en kan ieder ogenblik plaatsvinden de tweede geschiedt pas aan het einde van Grote Verdrukking, wanneer de 70e Jaarweek van Israël zo goed als voorbij zal zijn. Van de eerste komst leest u zeer duidelijk in 1 Corinthe 15: 50-58 en 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Zalig de mens die de eerste opstanding mag beleven, volgens Gods Woord (Openbaring 20:6) en wee de mens die zijn lamp heeft laten uitgaan en daarom de Grote Verdrukking moet meemaken.

De tweede komst, als Koning en Here waarvan Zacharia 14:4 spreekt, zal in de eerste plaats zijn voor Zijn volk Israël, dat in een vreselijke benauwdheid zal verkeren (Daniël 12:1), als het ware geklemd tussen al die vijandelijke legers.

De slag te Armageddon
In de verzen 17 en 18 spreekt de engel van een ontzaglijk slagveld. Vergelijk Mattheüs 24:18: ’Want waar het dode lichaam is, zullen de arenden ( NBG: gieren) vergaderd worden.’  Het aantal doden zal zo groot zijn dat zij niet kunnen begraven worden, de roofvogels zullen de lijken verslinden. Zie ook Psalm 110, waar sprake is van de dood van de antichrist en het slagveld te Armageddon.

Prof. Obbink vertaalt: “Hij verbrijzelt koningen ten dage Zijns toorns, Hij richt de heidenen (de niet-Joodse volken), lijken ophopend. Hun vorsten slaat Hij op de wijde vlakte (van Armageddon)”. Lees ook: Jesaja 34: 1-3; Job 39:30-33 in dit verband.

De antichristelijke legers zijn van alle kanten gekomen om Israël te vernietigen, maar als zij de Here Jezus Christus zien neerdalen uit de lucht met de Zijnen, keert hun haat en woede zich tegen de Heer en Zijn Gemeente. (Wij lazen in Openbaring 13:6 van de haat van de antichrist, ook tegen de gelovigen die reeds zijn opgenomen: ’Het beest opende zijn mond tot lastering tegen God om Zijn naam te lasteren en hen die de hemeltent bewonen.”

Een merkwaardige profetie zegt in Richteren 5:19-20 hoe deze strijd zal zijn: ’De sterren streden van de hemel. Vanuit haar banen streden zij.’ Het zal zijn een aanval uit de lucht. (1 Kronieken 14:13-16; Joël 3:11 en Joël 2: 3-11; Ezechiël 32:34; Jesaja 24:21-23. Deze teksten verwijzen alle naar Armageddon. Jesaja 13: 4-11; Jesaja 29: 20; Jesaja 34: 8; Jesaja 47:12-14).

Niet al de aanhangers van de antichrist worden in die slag vernietigd, maar alleen de aanwezige ’koningen der aarde en hun legerscharen’. Het beest en de valse profeet (het keizerlijk hoofd van het Romeinse Rijk en de valse messias-koning) zullen levend geworpen worden in de hel. Zij zullen geen dood en geen opstanding kennen. Minstens duizend jaar voor het laatste Oordeel voor de Grote Witte troon, zullen zij gestort worden in de gevreesde “poel des vuurs” (Openbaring 19:20).

Merk op dat voor het éérst* in de Openbaring gesproken wordt van de hel. Voor die tijd was de vuurpoel er nog niet, maar wel het dodenrijk. De plaats waar de rijke man in de vlammen verbleef, was het ’voorportaal’ van de hel. (Lucas 16.)

(Het woord ’Hades’ betekent ’onzienlijk’ en is de plaats, waar de zielen der gestorvenen zijn tot de dag der opstanding.) Evenmin als zij, die in Christus ontslapen zijn, direct naar het Huis des Vaders gaan, maar in het Paradijs wachten op de opneming van de Gemeente, gaan de ongelovige doden direct naar de hel. Zij blijven, totdat de Here Jezus hen uit hun graven opwekt, in de Hades, en zij worden na hun opstanding (na het Duizendjarig Rijk) veroordeeld voor de Grote Witte Troon en daarna in de hel, de “poel des vuurs”, geworpen. (J. N. Voorhoeve.)

* Kerken die leren dat gestorven mensen bij het sterven naar de hemel of de hel gaan stellen de leer in dit geval boven de Heer. De gedachte dat zondaren door de eeuwen heen na hun sterven direct “ter helle” gaan is zo erg ingesleten dat we van die gedachte maar moeilijk af te brengen zijn. Het is zelfs zo dat “evangelische christenen” verschrikkelijk boos kunnen worden als ze op deze feiten worden gewezen. Evenzo wil men er niet aan dat gestorven gelovigen naar het Paradijs gaan, men ziet liever dat men rechtstreeks naar de hemel gaat. Toch verwees de Here Zelf óók naar deze dingen toen Hij aan het kruis hing, één van de moordenaars kwam tot geloof in Hem en Hij zei toen: “Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn” ( Lucas 23:42-43)

Hoofdstuk 20
Het eindgericht over de volkeren
Openbaring 1:18 De sleutel van de afgrond, de verblijfplaats der demonen, is in de hand van de Here. Op Gods bevel wordt de satan, hij, die miljarden menselijke wezens heeft geketend en van geestelijk licht beroofd, nu zelf met ketenen gebonden. Johannes weet geen woorden om zijn afkeer over deze grote mensenmoordenaar uit te drukken. Hij noemt hem: de draak, de oeroude slang, de duivel en satan.

De put is niet de hel. Zij is de strafplaats waarvan we in Lucas 8:31 lezen de zo door de demonen gevreesde afgrond. ’Zijt Gij gekomen om ons te pijnigen voor de tijd?’ zo vroegen zij de Here. Hieruit blijkt, dat de boze geesten, die zoveel mensen gepijnigd hebben door ziekte of verzoekingen, nu op hun beurt smarten zullen ondergaan. Voordat dit echter gebeurd heeft het eindgericht over de volken plaats, beschreven in Mattheüs 25: 31-36. Ook lezen we hiervan in Joël 3:1-2. Aan het einde van de Grote Verdrukking (zie Jeremia 30:7) zal dus in het dal van Josafat een oordeelstroon opgericht worden. Deze is niet de grote, witte troon, waar uitsluitend de goddelozen geoordeeld worden - die ziet men pas duizend jaar later - zij is evenmin de rechterstoel van Christus voor de Gemeente, nee, het gaat hier om ’t oordeel over die volken welke Israël vervolgd hebben in de dagen der Grote Verdrukking (Zoeklicht).

Er zijn drie “klassen” tegenwoordig voor deze oordeelstroon: bokken, schapen en broeders. Dit oordeel geschiedt op de aarde. Het komt er hier op aan hoe de volken hen behandeld hebben, die de Here Jezus ’Zijn broeders’ noemt. Deze ’broeders’ zijn niets anders dan het Joodse ’overblijfsel’ dat tijdens de Grote Verdrukking het Evangelie zal gepredikt hebben aan alle volken, en met de marteldood hebben moeten bekopen.

Verschillende Bijbeluitleggers nemen aan dat de “schaap-volken”, die de Joden in die tijd goed behandeld hebben, deel zullen krijgen aan de zegeningen van het voor hen liggende Duizendjarig Rijk en de “bok-volken”, die Israël vervolgt hebben hun straf zullen ontvangen. Naar de beste Schriftverklaarders moet het woord ’eeuwig’ (Aioon) in Mattheüs 25:46 volgens de Griekse tekst verklaard worden als een zeker tijdvak, zoals men leest in Exodus 21:6 van de vrijgemaakte slaaf: ’En deze slaaf zal zijn meester “eeuwig” dienen.’ Dat is natuurlijk onmogelijk, want de meester van de slaaf is een sterfelijk mens. Vanzelf, bij de dood, houdt de dienst van die vrijgemaakte slaaf op. Vergelijk ook Exodus 12:14-17; Leviticus 3:17; Leviticus 6: 18-22. Op al deze plaatsen wordt het woord ’eeuwig’ gebruikt in de zin van een bepaalde tijdruimte, dus niet eindeloos.

De ’schaap-volken’ zullen dus in het Duizendjarig Rijk een gezegende rust genieten, terwijl de “bok-volken” in het vuur van de tuchtiging zullen gaan, dat de duivel en zijn  engelen (niet in de hel, doch in de afgrond, put) bereid is. Deze straf zal duizend jaar duren. Daarna wordt de put weer geopend (Openbaring 20:7) en worden zij tijdelijk vrijgelaten al naar gelang hun houding zal zijn ten opzichte van God. De geringste slechte daad, bedreven tegen één van ’s Heren ’broeders’, zal zwaar gestraft worden. Het antisemitisme is een gruwel in ’s Heren ogen.

Het Duizendjarig Rijk
Na dit oordeel over de volkeren vangt het Duizendjarig Rijk aan. Openbaring 20 schetst in korte woorden hoe de toestand in die dagen zijn zal. De ’herleefde’ martelaren uit de Grote Verdrukking zullen in het Duizendjarig Rijk hoge rangen bekleden. Zij hebben deelgenomen aan het Bruiloftsmaal en genieten nu de hoge eer om, gezeten op tronen (Openbaring 20:4), met Christus te mogen regeren. ’Hij maakt allen die tot de eerste opstanding behoren tot priesters en koningen’ (Openbaring 20:6).

Laten we niet vergeten dat er twee opstandingen zijn. De eerste is die van Gods kinderen, bij de wederkomst van Christus (o.a. 1 Thessalonicenzen 4:13-18) - de tweede is de opstanding der godlozen, aan het eind van het Duizendjarig Rijk Het Joodse volk zal in ’t Duizendjarig Rijk de wereldmacht bezitten, met Christus als Koning aan het hoofd (Ezechiël 34: 23-24).

Tussen het Nieuwe Jeruzalem en de volkeren op aarde zal geregeld verbinding bestaan, hiervan is de Jakobsladder ( Genesis 28:12) een beeld. De aardse residentie van de Here zal in ’t aardse Jeruzalem zijn, Zijn hemelse verblijfplaats in het Nieuwe Jeruzalem. De volken op aarde zullen hun gewone menselijke lichamen nog bezitten, maar zij die tot de eerste opstanding behoren, zullen zich tussen hen bewegen in de gedaante welke de Here Jezus bezat na Zijn opstanding (Lucas 24:36-43).

’Wij zullen Hem gelijk zijn’   1 Johannes 3:2

Het Joodse volk zal, na al de strafgerichten, tot grote macht en heerlijkheid komen daarvan wordt zowel in het Oude als het Nieuwe Testament herhaaldelijk gesproken. De gehele wereld zal duizend jaar achtereen in vrede en rust verkeren onder de zegenrijke regering van de Here Jezus Christus. Ziekte en dood zullen er echter in dat nog onvolmaakte tijdperk nog zijn, maar alleen de zondaren aantasten. Ondanks dat de satan gebonden is, neemt de onbekeerde mens toch zijn oude natuur mee. Het Duizendjarig Rijk biedt nog niet de volmaaktheid van de nieuwe aarde (Openbaring 21:1).
Jesaja 65:20 tekent ons in de nieuwe vertaling hoe de toestand daar op aarde zijn zal:

’Daar zal men niet meer horen de stem van geween en geschrei. Daar zal geen jong kind meer zijn dat niet tot hoge leeftijd komt. De jongste die sterft wordt honderd jaar. Hij, die geen honderd jaren wordt (dus een zondaar) geldt als vervloekt.’

En Jesaja 65:22 zegt;
’Want gelijk de levensduur der bomen, is de levensduur Mijns Volks.’ (Een eikenboom kan zelfs 1500 jaar bereiken.)

Het Duizendjarig Rijk heet in het Latijn: Millennium. De leer over het Duizendjarige Rijk noemt men in ’t Grieks: Chiliasme. De dieren zullen in vrede tezamen leven, en in vriendschap met de mensen (Jesaja 11:6-9 en Hosea 2:17). De aarde zal vol zijn van de kennis des Heren. De techniek en verdere wetenschap zal tot ’t hoogste zijn ontwikkeld en tot vreedzame doeleinden worden aangewend. Alle natuurproblemen, waarmee de geleerden zich nu nog het hoofd breken, zullen in het Duizendjarig Rijk opgelost worden.

In Jesaja 65:17 enz. beschrijft de profeet de heerlijkheid van dat tijdperk als prototype van de komende Nieuwe aarde. Het Duizendjarig Rijk is als het voorportaal van de volmaakte Nieuwe aarde, zoals het Paradijs het voorhof is van het Nieuwe Jeruzalem. Er zal dus een persoonlijke regering plaatshebben onder onze Here Jezus Christus, duizend jaren lang, als Koning van Israël en alle volken zullen zich voor Hem buigen. De Joodse natie zal een staat van ongehoorde luister bereiken, als nooit eerder een volk op aarde gekend heeft. Op deze wijze zal God al Zijn beloften aan Zijn arm, vervolgd volk vervullen. De sterrenhemel en alle atmosferische toestanden zullen veranderd zijn in het Duizendjarig Rijk. Het licht van de maan zal zijn als het licht van de zon, en de zon zal in zevenvoudige kracht de aarde bestralen. Vanzelfsprekend zal dus de natuur op ander en hoger peil gebracht worden (Jesaja 30:26).

De tweede dood
In Openbaring 20:6 lezen wij, dat zij die deel hebben aan de eerste opstanding (1Thessalonicenzen 4:13-18; 1 Corinthe 15:51) vrij zullen zijn van de tweede dood. De eerste dood is die van ons sterfelijk lichaam, de tweede is de geestelijke dood, het uitblussen van alle geestelijke leven en liefde in de ziel. De ziel zelf zal niet vergaan, want zij kan niet sterven, maar de levenwekkende Geest, welke haar met God zou kunnen verbinden, zal voor eeuwig van haar geweken zijn. Mensen voor wie het zoenoffer van de Here Jezus Christus nooit iets heeft betekend zullen te laat bedenken wat zij verloren hebben omdat Jezus Christus alleen onze Redder en middelaar is. Zij lieten hun kans voorbijgaan om het leven aan te grijpen. Even leeg van ziel als zij waren toen zij zich op aarde bevonden zullen zij in de eeuwigheid zijn. Zoals de lichamelijke dood afscheid van het natuurlijke leven beduidt, zal de geestelijke dood in de hel het afscheid betekenen van alles wat tot ’t Goddelijk leven behoort en dat voor eeuwig, zonder enige kans op behoudenis. Wij ontmoeten soms mensen die het stempel van deze tweede dood nu al op hun aangezicht dragen. Iedere poging hen tot Christus te leiden stuit af op hun onwil. Langzaam maar zeker gaan zij een verschrikkelijk einde tegemoet. Hopeloos is de toekomst in hiernamaals voor een mens, die tijdens zijn leven de aangeboden hand van verlosser weigert te grijpen.

De toestand na het Duizendjarig Rijk
In Openbaring 20:7 lezen wij:

’Wanneer de duizend jaren zijn voleindigd, zal satan uit zijn kerker worden vrijgelaten. En hij zal uitgaan om de volkeren te verleiden die aan de vier hoeken van de aarde wonen, Gog en Magog, om hen ten strijde te verzamelen en hun aantal is gelijk aan het zand der zee.’

Gods Woord zegt ons ook, dat satan weer zal worden losgelaten, ter beproeving van de volken, die ’t Duizendjarig Rijk hebben doorleefd.

Gog en Magog
Gog en Magog (Rusland en zijn dictator) in bondgenootschap met Gomer en vele volken met hen, zullen weer oproer veroorzaken. In Ezechiël 38 en 39 lezen wij hoe God deze Gog en zijn satanische leider Magog zal laten omkomen op de bergen Israëls’ Zoals het gewoonlijk gaat zal ook hier de verderfelijke antichristelijke geest, die nu al de wereld in beroering brengt, voortwoekeren in de geslachten. De geest van hebzucht, opstand, bandeloosheid en ongehoorzaamheid aan God en de over hen gestelde machten leeft voort onder alle buiten God levende mensen. Onmiddellijk nadat de ’oorsprong van alle kwaad’ is vrijgelaten begint hij met zijn satellieten de volkeren op te stoken.

Het einde van satans rijk
Zij die slechts in schijn Christus als Koning hebben gediend tijdens de duizend vredesjaren, zullen zich weer aansluiten bij de God loochenende oproerlingen en Jeruzalem omsingelen (Openbaring 20:8-9). Tot het einde toe keert satan zich tegen het “volk des Heren”, de Joden. Hij valt de stad Jeruzalem weer aan, echter deze keer te vergeefs. God gedoogt geen oorlogen meer. Hemelvuur valt neer op de bende’s van satan en verteert hen:

’en de duivel, hun verleider, werd geslingerd in de poel van vuur en zwavel, alwaar ook het beest is en de valse profeet. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden tot in alle eeuwigheden’   Openbaring 20:10

Het rijk van satan, de oude slang, is eindelijk voor altijd ten einde en Christus, de Heer, is geworden “alles in al”.

De grote, witte Troon
Op dit moment breekt het laatste oordeel aan voor de grote, witte Troon. ’Groot” wegens het Goddelijk oordeel dat over de mensen zal worden uitgesproken, ’wit’ wegens haar volkomen rechtvaardigheid en heiligheid. Tot in de allerkleinste bijzonderheden zullen de levens der goddelozen aan dit heilig oordeel onderworpen worden. Let wel, onder deze verzamelde mensenmassa voor de troon bevindt zich geen enkel kind van God. Het zijn allen doden die Christus tijdens hun leven niet hebben aangenomen tot redding van hun ziel ondanks duizenden waarschuwingen en vermaningen van Gods zijde, mensen die de Heilige Geest moedwillig hebben weerstaan en tenslotte geblust. Allen worden veroordeeld tot de hel, máár ontvangen niet allemaal dezelfde straf.

In Lucas 12:47-48 lezen we het volgende:
’De dienaar nu die de wil zijns Heren heeft gekend en zich niet bereid heeft gehouden noch gehandeld heeft naar Zijn wil, die zal met vele slagen geslagen worden. Doch hij die ’t niet heeft geweten en dingen gedaan heeft die slagen verdienen, die zal met weinig slagen geslagen worden.’

Van een ieder, wie veel is gegeven, zal veel worden geëist en wie de Here veel heeft  toevertrouwd, van die zal des te meer gevraagd worden. Iedereen die willens en wetens de doorboorde hand van de Zaligmaker heeft afgewezen en het ontzaglijke grote offer van Gods Zoon heeft verworpen, zal zwaarder gestraft worden dan heidenen die het Evangelie niet gekend hebben. Deze laatste, de heidenen die het Evangelie niet kenden worden geoordeeld naar hun geweten. Ieder zal ontvangen overeenkomstig het licht dat hij of zij ontvangen heeft.

Voor de grote “Oordeelstroon” zullen al de goddelozen vanaf de schepping der aarde verschijnen, allen die de duisternis kozen boven het licht. De gelovigen, die gekomen zijn uit het Duizendjarig Rijk, komen dus niet voor deze troon te staan.

J. N. Voorhoeve zegt van hen: “Ze zijn reeds, zonder geoordeeld te zijn, gevoegd bij de Gemeente en zullen in ’t nieuwe kleed, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde bewonen. Voordat het oordeel over hen, die bevend en sidderend voor de grote witte Troon staan, wordt uitgesproken zullen hemel en aarde vergaan hiermee wordt bedoeld de hemelse sferen welke door de gevallen engelen werden verontreinigd. Vanzelfsprekend blijven het Nieuwe Jeruzalem en de plaats waar God woont onaangetast. Lees in dit verband de profetieën in 2 Petrus 3:10-12; Psalm 50:3 en verder volgend.”

Het Boek des Levens
Het ”Boek des Levens “(Openbaring 20:12) is alleen bij dat laatste oordeel aanwezig om aan te tonen, dat de namen van ongelovigen daarin niet genoemd worden. Wat een vreselijke ontgoocheling zal dat zijn voor vele Farizeïsche christenen, die meenden op grond van hun braafheid en goede werken de hemel te hebben verdiend! Niemand kan zalig worden die Christus niet ootmoedig erkend als zijn Verlosser en Zaligmaker en afziet van eigen verdienste. Hoe vaak hoort men mensen niet op een toon van aanmatiging zeggen: ’Waarom zou ik mij moeten bekeren? Er is niets van mijn leven te zeggen.’ Zij menen dat bekering alleen nodig is voor moordenaars, dieven en overspeligen en vergeten dat wij; als zondaar geboren zijn en reiniging nodig hebben door ’t Bloed dat vergoten is aan het kruishout van Golgotha.

Al de goddeloze doden, allen die de genade van Christus door Zijn zoenbloed verworpen hebben, worden dus opgewekt uit hun graven. Dat is de tweede opstanding. Gods Woord zegt (Openbaring 20:6): “Zalig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding (der gelovigen)”. Maar in Job 14: 12 lezen wij van de godloze doden: ’Totdat de hemelen niet meer zijn, ontwaken zij niet.’ Inderdaad blijven hun lichamen in het graf tot hemel en aarde vergaan zijn. De doodsmacht in de Gehenna, die tot nu toe onder satans beheer stond, komt nu onder Gods heerschappij (Openbaring 20: 13-15).

Alle knie zal zich straks voor Jezus buigen van hen, die boven, op of onder de aarde wonen (Filippenzen 2:10-11). Satan is afgetreden als “vorst der wereld” en ligt geketend en machteloos in het hellevuur met het Beest, de valse profeet en al zijn aanhangers! (Openbaring 14:9 -11).

Ontzettend ernstig, huiveringwekkend, zijn de woorden uit het 14e vers: ’En indien iemand niet gevonden werd, geschreven in het Boek des Levens, zo werd hij in de poel des vuurs geworpen.’ Lees dit schriftgedeelte met een biddend hart.

De andere boeken
De ’andere boeken’(Daniël 7:9-10), die geopend worden voor de grote witte Troon, bevatten de werken der goddelozen. Misschien zijn ’t de engelen, die op aarde rondom de mensen zweven, die daar aantekening van houden. Ook ongelovige mensen uit de wereld en uitgesproken grote zondaars hebben wel enige goede werken in hun leven gedaan. Daar zal rekening mee gehouden worden. Zelfs misdadigers betonen zich soms menselijk en humaan. Niet voor een ieder is de straf even zwaar ondanks dit aan het feit, dat de bestemming voor hen allen ’de hel’ is.

Zij, van wie zonden niet zijn uitgedelgd, door het offer van Golgotha, zullen geoordeeld worden ’naar hun werken.’ Allen die hier staan zijn voor eeuwig verloren maar de mate van straf zal afgangen van hun werken (Mattheüs 11:22-24) en, zoals al opgemerkt: naar het licht dat zij ontvangen hebben.

Het woord ’Gehenna’ (poel des vuurs of hel) betekent ’pijn’ en Sjeool (of dodenrijk), de “Hades”, beduidt ’onwezenlijk of onzienlijk’. Zij, die voor de witte oordeelstroon verschijnen, komen uit dat deel van het dodenrijk waar de rijke man verblijft (Lucas 16: 23-29) in de vlammen. Hij wacht daar tot het laatste oordeel zal plaatshebben. Gods kinderen die in Christus zijn ontslapen, wachten tot de opname der Gemeente in het Paradijs. Zij komen niet in het oordeel, omdat hun Heer en Heiland voor hen de straf volbracht heeft op ’t kruis en Zich voor hen liet oordelen.

Hoofdstuk 21 en 22
Het Nieuwe Jeruzalem en de nieuwe aarde
Zoals opgemerkt is het Duizendjarig Rijk de voorhof, om ’t zo eens uit te drukken, van de nieuwe aarde (2 Petrus 3:13). In het komende Vrederijk zullen nog zonde en dood voorkomen, want ondanks dat de duivel gebonden is, neemt de onbekeerde mens toch zijn oude, gevallen Adamsnatuur mee. Op de nieuwe aarde, die in de plaats zal komen van de huidige planeet, kan geen zonde meer bestaan.

’Zie,’ spreekt God, ’Ik maak alle dingen nieuw’  Openbaring 21: 5

Onze God en Vader zal daar wonen, ’onder de mensen.’ Onder al het geschapene neemt de mens bij de Here God de hoogste plaats in. Wij zijn Zijn kinderen en de anderen zijn Zijn schepselen. Door ’t geloof in de Here Jezus Christus zijn wij; met de Vader verzoend en worden Zijn uitverkorenen genoemd. Op de nieuwe aarde houdt ieder rasverschil op. Geen discriminatie meer. God woont onder de mensen.

Ieder ras is Hem dierbaar, áls men Zijn Zoon, de Here Jezus Christus de eer geeft. Elk volk zal daar zijn persoonlijk karakter, maar geheiligd, behouden, en zijn eigen begaafdheid en energie uitstralen tot heil van de naaste (Openbaring 21:26). De liefde zal op de nieuwe aarde de grondwet zijn; de volmaakte liefde van Christus zal alle harten vervullen. Het zal een wereld zijn van ’volgroeide mensen’, een voltooide ordening van al het geschapene, zowel voor de mens als dier, plaats van volmaakte schoonheid. God,

Die de aarde schiep zal Zich dan verlustigen over het herstelde natuurschoon, dat door de zonde verwoest werd. Alles zal daar ongestoord groeien en tot volle wasdom komen. Gods troon wordt dan verplaatst naar de aarde waar de Here Jezus Zijn bloed vergoten heeft voor de mens. Geen enkele andere planeet zal deze eer ontvangen. Het “Nieuwe Jeruzalem”, voorgesteld als een stad, en daarnaast als de gemeente van Christus (Openbaring 21:2), zal nederdalen en het centrum vormen van de Godsregering (echte Theocratie). De Gemeente blijft steeds de ereplaats behouden en de engelen zullen haar die plaats gunnen, omdat Christus Jezus, hun Heer, voor de mens en niet voor de engelen Zijn leven gaf.

Openbaring 22:7-8 geven ons een zeer ernstige waarschuwing: ’Wie overwint, zal dit alles beërven,’ maar de lafhartigen en ongelovigen worden in één adem genoemd met moordenaars, mensen die geen tucht of terechtwijzen accepteren, tovenaars en leugenaars. Niet zij, die openbare zonden bedrijven, maar ook de vreesachtigen, de  lauwen, de naamchristenen, die nooit de Naam van Jezus durven belijden, zullen de poorten van het Nieuwe Jeruzalem gesloten vinden. Die poorten staan alleen open voor de eenvoudige en nederige, doch vrijmoedige geloofsgetuigen van Jezus. In Openbaring 22:10 lezen wij hoe Johannes een grote, hoge berg werd getoond, waarop het Nieuwe Jeruzalem, de heilige stad, was gebouwd. Zij daalde van God uit de hemel neer, van Goddelijke luister vervuld. Deze stad is de residentie van onze Heer, reusachtig groot en maakt een verheven indruk met haar twaalf poorten en hoge muren. Zij vormt een kubus (wie de maten zou berekenen komt dan tot de ontdekking dat de ribben van de kubus net zo lang zijn als de afstand van Amsterdam tot Moskou). De muren zijn doorschijnend. Men kan er wel doorheen zien, maar het volle licht, dat van de Goddelijke troon afstraalt, kan ook dan niet door iedere ziel verdragen worden. Dat licht valt op de nieuwe aarde getemperd door de muren. De volken kunnen in dat schijnsel wandelen (Openbaring 21:24).

Hieruit blijkt, dat niet ieder direct de hoogste trap der volmaking bereikt heeft er zijn mensen die de volle uitstraling nog niet kunnen dragen. De bladeren aan de Levensboom (Openbaring 22:2), welke gesteld worden ter genezing van de volkeren (grondtekst), wijzen op het feit, dat vele mensen uit de weliswaar bekeerde volken nog onvatbaar is, d.w.z. in de eerste tijden, voor het volle licht. Er zal nog, wat kennis van God betreft, ontwikkeling mogelijk zijn op de nieuwe aarde, een geestelijke groei die tot volmaking leidt.

Bekering is daar echter uitgesloten. Deze moet hier tijdens het aardse leven plaatsvinden. Overgave van ons gehele wezen moet hier op aarde geschieden. Wij moeten niet vergeten dat slechts de ’overwinnaars’, d.w.z. zij, die in de heiligmaking wandelen en geheel zijn toegewijd, de eerkroon zullen ontvangen na de opname. Eens zullen ook de muren van het Nieuwe Jeruzalem, waar God woont, wegvallen. Ook al zijn deze muren van doorschijnend edelgesteente, ze vormen toch min of meer een afscheiding; maar de dag zal komen waarop alle mensen, die op de eerste aarde in de Here Jezus als hun Middelaar hebben geloofd, tot volmaakte eenheid komen, en in dezelfde lichtuitstraling zullen wandelen. Hoe dichter wij hier op aarde met Jezus geleefd hebben, des te nauwer verbonden zullen wij met Hem zijn in eeuwigheid. Dan behoeven wij; niet een lange tijd te wachten, voor dat we het volle licht kunnen verdragen. Voor hen zijn de muren nu al gevallen. Het hart van Gods wedergeboren kind verlangt bewust of onbewust naar de innige gemeenschap met Jezus, de Heiland der zielen. Dat verlangen wordt hierboven ten volle bevredigd. Eén lange, volmaakte dag van glorie, geen zonsondergang meer.

Door de twaalf poorten stroomt het Water des Levens over de nieuwe aarde en ieder die wil mag drinken, tot verzadiging toe. Als Johannes dat visioen van de hemelse stad wil beschrijven, kan hij geen woorden vinden. Hij spreekt van ’gouden straten, als doorzichtig glas.’ Juwelen, harpen, edelgesteenten, alles is van veel reiner en hoger gehalte dan aardse schatten die ’t stempel der zonde dragen. De twaalf fundamenten, uitbeeldende de twaalf stammen van Israël en de twaalf apostelen, verschillen in heerlijkheid, naar de bijzondere gaven aan deze grondlegging verbonden. 

Johannes zag slechts één fundament, omvattend de twaalf namen, waaruit blijkt dat men geen tweede groep van twaalf apostelen heeft te verwachten, zoals sommigen dat leren (Apostolische Kerk). Er bestaat slechts één fundament van de geestelijke tempel, gelegd door apostelen en profeten, waarvan de Here Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is en er is slechts één geestelijke tempel die daarop gebouwd is, d.i. de Gemeente Gods. Het getal 4 is ’t getal der wereld. Het Nieuwe Jeruzalem is vierkant gebouwd en heeft aan de vier hoeken drie poorten, vanwaar de heilsboodschap over de gehele wereld wordt uitgeroepen. Omdat het Nieuwe Jeruzalem ook de gemeente voorstelt, wordt hiermee haar roeping duidelijk gemaakt.

De Here roept ons hier op aarde om te getuigen en de heerschappij te verkondigen van Vader, Zoon en Heilige Geest, waarvan de drie engelen één symbool zijn. Het visioen van het Nieuwe Jeruzalem geldt dus in de eerste plaats de Gemeente Gods op aarde en werd ons ten voorbeeld gesteld door Johannes. De Bijbel eindigt met twee allerlaatste waarschuwingen (Openbaring 21:27; Openbaring 22:15) en met de heerlijke belofte van ’s Heren wederkomst (Openbaring 22:12).

Openbaring 22 toont aan dat er geen vervloeking meer tegen iemand zal zijn. Satan is voor eeuwig verdoemd en glansrijk overwonnen. Het gehele heelal ligt aan de voeten van de Here Jezus. In Openbaring 22:7 lezen wij dat zij, die de woorden der profetie in dat boek (Openbaring) bewaren, zalig genoemd worden. Vergelijk Openbaring 22:18-19. Hoe noodzakelijk is het dus, er naar te streven dit heilige boek, dat nadrukkelijk voor de Gemeente bestemd is (Openbaring 1:11-19) te verstaan, onder biddend opzien tot God, in plaats van het gesloten te houden, zoals zo vele kerken doen tot schade der hun toevertrouwde zielen. Inderdaad, de inhoud van dit boek is niet met ’t menselijk verstand te vatten, maar heeft God ons niet ter voorlichting Zijn Heilige Geest geschonken, Die ons in al de waarheid leiden wil? ’Indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij die van God begere, Die een ieder mildelijk geeft en niet verwijt’ (Jacobus 1:5).

Openbaring 22:9 toont ons dat wij geen engelen mogen aanbidden, maar God alleen. Openbaring 22:10 waarschuwt Gods kinderen dat de tijd van des Heren komst nabij is. In Gods oog zijn duizend jaren als één dag, en is één dag als duizend jaren. Onze Heer en Heiland kan elk ogenblik verschijnen. De twee eindgroepen Openbaring 22:11 wijst op de twee eindgroepen van deze bedeling, namelijk de onheilige en de geheiligde groep, die de aarde zullen bevolken wanneer de Here Jezus komt. ’Zie, Ik kom welhaast en breng Mijn loon mee, om aan een ieder te vergelden naar dat zijn werk is.’

Niet ieder christen ontvangt hetzelfde loon. Hoewel ieder, die in Christus gelooft en zich tot Hem bekeerd heeft, vergeving van zonden ontvangt en recht heeft op de hemelse zaligheid, zal de beloning op de werken verschillend zijn. De moordenaar aan het kruis o.a., ondanks dat hij is gereinigd door ’s Heren Bloed, het Paradijs mocht ingaan, zal vrijwel zeker niet hetzelfde loon ontvangen als b.v. een martelaar, die voor de naam van Jezus zijn leven gaf. Voor de rechterstoel van Christus (1 Corinthe 3:10-17) zullen onze daden openbaar worden.

Daar zullen de bedoelingen, waarmee wij onze christelijke arbeid verrichten, aan de dag komen en door het louterende vuur van de Heilige Geest beoordeeld worden. (Zie als parallel Jesaja 48:1-10) De werken door ons gedaan tot verheerlijking van onszelf of uit geldzucht zullen verbrand worden, maar de daden in - en voor Christus volbracht, dus die tot Zijn eer strekten, zullen beloond worden. Hoe ieders werk ook is, het vuur zal het op de proef stellen. ’De grote dag’ zal het uitwijzen.

Menig christen zal ontgoocheld en teleurgesteld voor ’s Heren rechterstoel staan, na de opname, en wat een schrik, wanneer hij de woorden uit Openbaring 22:15 op zich hoort toepassen: “Indien zijn werk verbranden zal, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden doch als door vuur heen!”
 
De laatste Bijbelwoorden
Het slot van de Bijbel is machtig en treffend. De Heilige Auteur van dit Boek, de Here Jezus, de Wortel uit het geslacht van David, zo noemt Hij Zich op deze laatste bladzijde, waar Hij Zich persoonlijk richt tot Zijn dierbare Gemeente:

“Jezus, de “blinkende Morgenster”. Ik, Jezus, “de Zoon des mensen”, de “Koning der heiligen”, de “Goede Herder der schapen”, ’de Geliefde’ van Gods kinderen, Ik, Jezus, zal tot u wederkomen en u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben” (Zie: Johannes 14:3).

En dan eindigt dit hoogverheven Boek met de laatste uitnodiging:

“De Geest en de Bruid, zij zeggen ’Kom’, En wie het hoort, hij zegge: ’Kom!’ En wie dorst heeft, kome en wie wil, neme het Water des Levens om niet”.

Niet alleen de Gemeente, maar ook de Heilige Geest verlangt naar de wederkomst des Heren. De Geest van God trekt met de Gemeente hemelwaarts. Voor de achtergeblevenen zal Hij Zich in de komende 70e jaarweek als de “Geest van het Oude Verbond” openbaren totdat de volheid zonde is gekomen. Niemand, zo luidt de laatste waarschuwing, voege iets toe aan dit Boek, noch neme er iets van af, opdat hij niet gestraft worde met een vermindering van de heerlijkheid welke hem daar boven wacht.

Spreuken 30: 6: ’Doe niets aan Zijn woorden toe, opdat Hij u niet verwijte en gij voor leugenaar geldt.’

Hij, Die deze dingen getuigt (namelijk de Here Jezus) zegt: ’Ja, Ik kom welhaast’ en de Bruid antwoordt: ’Amen Ja, kom Here Jezus.’

De genade van Jezus, de Heer, zij met u allen

Aanhangsel
Kort overzicht van de komende gebeurtenissen:

  1. De wederkomst des Heren in de lucht (1 Thessalonicenzen 4: 13-18; 1 Corinthe 15: 51-54) als het “Hoofd” (van het Lichaam dat Gemeente wordt genoemd) tevens de opname der Gemeente, nl. van alle in Christus wedergeboren gelovigen uit alle volken. Daarna de beoordeling van onze werken voor de Rechterstoel van Christus (niet over onze zonden, want die zijn weggenomen door ’s Heren offer op Golgotha). Tenslotte het Bruiloftsmaal van het Lam (in de hemel).
  2. Hier op aarde: Aanvang van de 70e Jaarweek. De staat Israël kiest zich een koning, de valse profeet of een van zijn aanhangers, waarschijnlijk een Jood  (uit de stam Dan?) die zich als de langverwachte Messias laat aanbidden. Een satanische figuur die de wonderen van Christus zal nabootsen en grote macht zal bezitten. De tempel wordt herbouwd en de Joodse eredienst weer ingesteld.
  3. Herstel van het voormalige Romeinse keizerrijk, verdeeld in tien koninkrijken. Nauwe samenwerking met de “Vrouw-op-het-Beest” (Openbaring 17): een kerkelijke macht die de wereld zal overheersen, gevestigd te Rome, eventueel in Jeruzalem. Afval, in grote mate, van het ware geloof. Verloochening van Christus. Oorlogen in de lucht en op het land. Bloed vuur en tranen. Atoomoorlogen. De Grote Verdrukking (Openbaring 6).
  4. Na korte regering van de 10 koningen treedt het Beest op. De ’antichrist’, die als keizer van het Herstelde Romeinse Rijk 3,5 jaar op gruwelijke wijze zal regeren. Een vierde deel van de mensheid zal uitgeroeid worden. Hij sluit een verbond met de valse koning van Israël.
  5. Israël zal zich tot de ware Messias bekeren als het volk na de eerste 3,5 jaar van de 70e Jaarweek, welke zeven jaren zal duren, bemerken zal, dat hun ’messias’ hen bedrogen heeft en een satanisch persoon blijkt te zijn. Ook uit de andere volken zullen duizenden sterven omdat zij de antichrist en zijn beeld niet willen aanbidden of zijn teken dragen. (Zeer waarschijnlijk een chip in het lichaam)
  6. Als de ellende in de wereld haar toppunt heeft bereikt, komt de Here voor de tweede keer, maar nu als Koning met Zijn vele duizenden heiligen (Judas 15) om gericht te houden over de antichristelijke volken. De grote eindslag te Armageddon heeft plaats. De goddeloze legers worden verslagen en het Beest en de valse profeet in de hel geworpen.
  7. Satan wordt voor 1000 jaar gebonden. De martelaren uit de Grote Verdrukking zijn uit de dood verrezen. Zij zullen op tronen zitten en grote eer genieten tijdens het komende Vrederijk op aarde.
  8. Het oordeel over de nog levende volken heeft plaats ná de slag van Armageddon. Een deel van de mensen wordt naar de hel verwezen, een ander deel beërft het Koninkrijk (Duizendjarig rijk) .
  9. Het Duizendjarig Vrederijk, waar de Here Jezus Christus de wereldregering in handen zal hebben en het volk van Israël tot herstel zal komen.
  10. Na afloop daarvan wordt satan weer losgelaten. Gods oude vijand verzamelt de onbekeerde mensen uit het Duizendjarig Rijk, Gog en Magog, en begint (tevergeefs) een nieuwe opstand. Hun aanval op Jeruzalem wordt door God afgewend.
  11.  Hemel en aarde vergaan. De duivel wordt in de poel des vuurs geworpen.
  12. De tweede opstanding (die van de godlozen) heeft plaats. Het laatste oordeel over hen, die Christus verwerpen, volgt hierop. De gelovigen uit het Duizendjarig Rijk worden gevoegd bij de Gemeente. Zij komen niet voor de grote witte Troon maar bewonen straks met de hele “Gods-gemeente” de nieuwe aarde.
  13. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde op welke gerechtigheid woont. De Godsstad, het Nieuwe Jeruzalem, zal neerdalen op aarde, en zal worden de woonplaats van God Zelf. Eeuwige gelukzaligheid voor allen, die in de Here Jezus hebben geloofd (Johannes 3:18).
  14.  De Here Jezus geeft het Koninkrijk aan Zijn Vader over en God is alles in al.

. . . en zij zullen Zijn gelaat aanschouwen en Zijn Naam zal op hun voorhoofd staan. Er zal geen nacht meer zijn, en zij hebben niet van node het licht der lamp en het licht der zon, want God de Heer zal over hen lichten en zij zullen koning zijn tot in alle eeuwigheden...

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.